ECLI:NL:RBNNE:2020:933

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 maart 2020
Publicatiedatum
28 februari 2020
Zaaknummer
7822265 CV EXPL 19-4393
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van erven voor schade aan vliegtuig na onrechtmatige daad door huurder

In deze zaak vorderde Ais Activa B.V. schadevergoeding van de erven van de overleden huurder [D] voor schade aan een vliegtuig, veroorzaakt door een 'bounced landing' op 13 juni 2015. Ais Activa stelde dat [D] tekortgeschoten was in de nakoming van de huurovereenkomst en dat de schade aan het vliegtuig hem kon worden toegerekend op basis van onrechtmatige daad. De kantonrechter oordeelde dat Ais Activa niet kon bewijzen dat er een huurovereenkomst was gesloten tussen haar en [D]. De door Ais Activa overgelegde factuur werd als vals beschouwd, en de erven betwistten de aansprakelijkheid. De rechter concludeerde dat de schade niet aan [D] kon worden toegerekend, omdat het gebruikelijk was dat verhuurders een verzekering afsloten voor dergelijke schade. Ais Activa had nagelaten aan te tonen dat er geen verzekering was afgesloten, waardoor de aansprakelijkheid niet op de erven kon worden gelegd. De vordering van Ais Activa werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 7822265 \ CV EXPL 19-4393
vonnis van de kantonrechter d.d. 3 maart 2020
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AIS ACTIVA B.V.,
gevestigd te Lelystad,
eiseres,
gemachtigde: mr. B.W.G. Orth,
tegen

1.[A] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[B],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[C],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
gemachtigden: mr. R.L.S.M. Pessers en mr. K.A. Bossenbroek.
Partijen worden hierna aangeduid als Ais Activa, [A] , [B] en [C] . De gedaagden worden gezamenlijk aangeduid als de erven.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de akte van depot van Ais Activa van 11 juni 2019,
- de conclusie van antwoord,
- de incidentele conclusie ex artikel 217 Rv, tevens conclusie van repliek, tevens wijziging van eis, van 17 september 2019, van de zijde van Ais Activa,
- de akte tot referte in het incident tot voeging ex art. 217 Rv, van de zijde van de erven,
- het vonnis in het incident, van 22 oktober 2019,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating productie van 14 januari 2020, van de zijde van Ais Activa,
- de akte overlegging productie van 14 januari 2020, van de zijde van de erven,
- de akte uitlating productie van 28 januari 2020, van de zijde van Ais Activa.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De kantonrechter zal bij de beoordeling van het geschil uitgaan van de volgende feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of niet voldoende betwist, tussen partijen vaststaan.
2.2.
Ais Activa exploiteert een onderneming die zich richt op onder meer het beheren, onderhouden en verhuren van vliegtuigen. Ais Activa is eigenares van het vliegtuig type Socata TB9, met registratiekenmerk PH-HIS (hierna: het vliegtuig).
2.3.
[D] (hierna: [D] ) was werkzaam als piloot bij KLM en huurde in zijn vrije tijd af en toe een eenmotorig vliegtuig zoals het vliegtuig.
2.4.
Op 13 juni 2015 heeft [D] het vliegtuig gehuurd om die dag met het vliegtuig deel te nemen aan een rally.
2.5.
[D] heeft op 13 juni 2015 met het vliegtuig een vlucht uitgevoerd van Lelystad naar Rotterdam Airport. Bij de landing op Rotterdam Airport had het vliegtuig een te hoge snelheid. Door de hoge snelheid kwam het vliegtuig na het eerste contact met de grond weer omhoog, waarna het vliegtuig een aantal keren weer de grond raakte en weer omhoog kwam (een 'bounced landing').
2.6.
Na de landing op Rotterdam Airport heeft [D] diezelfde dag met het vliegtuig een vlucht uitgevoerd naar Woensdrecht. Tot slot is [D] die dag met het vliegtuig teruggevlogen naar Lelystad.
2.7.
Ais Activa heeft [D] onder meer bij brieven van 29 juni 2015 en 15 juli 2015 aansprakelijk gesteld voor schade die ontstaan is door de 'bounced landing' op Rotterdam Airport van 13 juni 2015.
2.8.
Bij brief van 20 augustus 2015 aan Ais Activa heeft [D] aansprakelijkheid van de hand gewezen. Daarbij heeft [D] zich onder meer op het standpunt gesteld dat de 'bounced landing' te wijten was aan een defect aan de snelheidsmeter van het vliegtuig.
2.9.
Op 20 januari 2016 heeft Ais Activa aangifte gedaan van vernieling van het vliegtuig door [D] bij de landing op Rotterdam Airport van 13 juni 2015.
2.10.
In een brief van 21 maart 2018 van de officier van justitie aan Ais Activa wordt vermeld:
"Het 'vernielen van een luchtvaartuig', waar uw aangifte op ziet, kan ik niet bewijzen. (…) Ik kan slechts bewijzen dat de heer [D] , ondanks dat het vliegtuig evident schade had, er toch weer mee is gaan vliegen. Dat brengt mij juridisch gezien tot de volgende strafbare feiten: het vliegen met een niet-luchtwaardig luchtvaartuig, het niet kennis nemen van alle relevante informatie voor de vlucht én het niet in het journaal vermelden dat zich met dat vliegtuig een harde landing of een afwijkende landing, in ieder geval een bijzonder voorval en/of een overschrijding van de gestelde gebruiksgrenzen ten aanzien van het neuswiel en/of de propeller en/of dat vliegtuig, had voorgedaan.
(…)
De strafbare feiten die, zoals ik u hierboven aangaf, bewijsbaar zijn in deze zaak, zijn niet de feiten waardoor de schade aan uw vliegtuig is ontstaan. Die is on[t]staan door de harde landing en daarvan kan ik niet hard maken dat dat een strafbaar feit zou zijn."
2.11.
De officier van justitie heeft [D] een transactie aangeboden, welke transactie door [D] is geaccepteerd.
2.12.
Bij brief van 16 april 2018 heeft Ais Activa [D] nogmaals aansprakelijk gesteld voor schade die ontstaan is door de landing met het vliegtuig op 13 juni 2015.
2.13.
Op 31 december 2018 is [D] onverwachts overleden.
2.14.
De erfgenamen van [D] zijn [A] , weduwe van [D] , en zijn kinderen [B] en [C] . De erven hebben de nalatenschap van [D] zuiver aanvaard.
2.15.
Bij brief van 4 februari 2019 heeft Ais Activa [A] , als erfgenaam van [D] , aansprakelijk gesteld voor de schade die ontstaan is door de landing met het vliegtuig op 13 juni 2015. [A] heeft aansprakelijkheid voor de schade van de hand gewezen.

3.Het geschil

3.1.
Ais Activa vordert na wijziging van eis - samengevat - dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, elk van de erven voor het deel evenredig aan het erfdeel, veroordeelt tot betaling van:
€ 54.115,67 dan wel een door de kantonrechter vast te stellen bedrag aan schade, met wettelijke rente vanaf 15 juni 2015 dan wel vanaf een in goede justitie te bepalen datum;
de buitengerechtelijke kosten van € 1.324,04 en de nakosten;
de kosten van dit geding.
3.2.
De erven concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring dan wel afwijzing van de vordering van Ais Activa. Daarnaast vorderen zij, naar de kantonrechter begrijpt, dat Ais Activa bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld wordt tot betaling van (a) de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na datum van het vonnis, met wettelijke rente vanaf de veertiende dag na de datum van het vonnis; en (b) de nakosten van € 157,00 zonder betekening dan wel € 239,00 in geval van betekening, te voldoen binnen veertien dagen na datum van het vonnis en met wettelijke rente vanaf de veertiende dag na de datum van het vonnis.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De schadevordering
4.1.
Ais Activa vordert in deze procedure vergoeding van de schade die zij geleden heeft doordat [D] op 13 juni 2015 met het vliegtuig een 'bounced landing' heeft gemaakt. Volgens Ais Activa is het vliegtuig bij die landing beschadigd. De kosten voor het herstel van die schade bedragen € 22.865,67. Omdat het vliegtuig ook enige tijd niet gebruikt kon worden, heeft Ais Activa bovendien € 31.250,00 aan inkomsten gederfd. De schade bedraagt daarmee in totaal € 54.115,67. Er was door de verhuurder geen verzekering afgesloten die dekking bood voor deze schade. [D] was echter verplicht om deze schade aan Ais Activa te vergoeden. Omdat de erven de nalatenschap van [D] zuiver aanvaard hebben, rust de aansprakelijkheid nu op de erven, aldus telkens Ais Activa.
Primaire grondslag: huurovereenkomst
4.2.
Aan haar vordering legt Ais Activa in de eerste plaats ten grondslag dat [D] tekortgeschoten in de nakoming van een huurovereenkomst. Volgens Ais Activa heeft zij het vliegtuig op 13 juni 2015 verhuurd aan [D] , en wel op basis van een mondeling gesloten huurovereenkomst. [D] heeft het vliegtuig beschadigd en hij is daarmee tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, aldus Ais Activa. De erven betwisten dat zij op deze grond aansprakelijk zijn. Volgens de erven is tussen Ais Activa en [D] geen huurovereenkomst gesloten. [D] had het vliegtuig volgens hen niet gehuurd van Ais Activa, maar van Ais Verhuur B.V. (hierna: Ais Verhuur).
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is gestelde huurovereenkomst tussen Ais Activa en [D] niet voldoende komen vast te staan. Ais Activa heeft haar stelling dat zij een huurovereenkomst heeft gesloten met [D] , slechts onderbouwd door overlegging van een factuur. Op deze factuur van Ais Activa van 13 juni 2015 staat dat aan [D] voor de huur van het vliegtuig € 788,56 in rekening wordt gebracht. Volgens de erven is die factuur echter vals. De erven hebben bij conclusie van antwoord een andere factuur voor de huur van het vliegtuig in het geding gebracht. Deze tweede factuur is niet afkomstig van Ais Activa, maar van Ais Verhuur. Op de factuur van Ais Verhuur, met factuurdatum 9 september 2015, staat dat voor de huur van het vliegtuig op 13 juni 2015 aan [D] € 673,33 in rekening wordt gebracht. De erven hebben ook een afschrift van de bankrekening van [D] in het geding gebracht. Uit dat rekeningafschrift blijkt, zo erkent Ais Activa, dat [D] de factuur van Ais Verhuur, op 7 oktober 2015 aan Ais Verhuur betaald heeft.
4.4.
Ais Activa heeft geen begrijpelijke verklaring gegeven voor het feit dat er voor de huur van het vliegtuig twee verschillende facturen zijn opgesteld. Bij repliek vermeldt Ais Activa in dit verband slechts dat zij aanvankelijk haar eigen facturatie verzorgde en dat de facturatie sinds enkele jaren verzorgd wordt door Ais Verhuur. Niet duidelijk is wat Ais Activa met deze stelling bedoelt. De erven hebben bij conclusie van antwoord namelijk ook drie facturen van Ais Verhuur aan [D] uit 2014 overgelegd. De kantonrechter gaat er dan ook van uit dat de factuur van Ais Activa van 13 juni 2015 ten onrechte is opgesteld.
4.5.
Ais Activa heeft voor het overige geen concrete feiten gesteld waaruit zou blijken dat zij de vennootschap is die het vliegtuig op 13 juni 2015 aan [D] verhuurd heeft. Zo heeft Ais Activa niet gesteld wie haar bij het sluiten van de overeenkomst vertegenwoordigd zou hebben, en wat er bij het sluiten van de mondelinge overeenkomst gezegd zou zijn. De door Ais Activa gestelde huurovereenkomst tussen Ais Activa en [D] is, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door de erven, dan ook niet komen vast te staan. Dit betekent dat niet aangenomen kan worden dat de erven aansprakelijk zijn op de grond dat [D] tekortgeschoten is in de nakoming van een huurovereenkomst met Ais Activa.
Subsidiaire grondslag: onrechtmatige daad
4.6.
Ais Activa baseert de vordering in de tweede plaats op onrechtmatige daad. Volgens Ais Activa heeft [D] het vliegtuig beschadigd en heeft hij daarmee inbreuk gemaakt op haar eigendomsrecht op het vliegtuig. Deze rechtsinbreuk is een onrechtmatige daad die aan [D] kon worden toegerekend, en [D] was daarom aansprakelijk voor de schade van Ais Activa. Deze aansprakelijkheid rust nu op de erven, aldus Ais Activa.
4.7.
De erven betwisten dat [D] onrechtmatig gehandeld heeft. Bovendien komt de schade volgens hen in ieder geval voor rekening en risico van Ais Activa. Volgens de erven was de verhuurder namelijk verplicht om ten behoeve van [D] een verzekering af te sluiten die dekking bood voor dergelijke schade. Gelet op die verzekeringsplicht van de verhuurder, kan de eigenaar van het vliegtuig haar schade niet met een beroep op onrechtmatige daad ten laste brengen van de huurder, aldus de erven.
4.8.
Dit verweer van de erven slaagt. De erven wijzen er terecht op dat de schade die Ais Activa geleden zou hebben door de inbreuk op haar eigendomsrecht, in elk geval in niet als een gevolg van die inbreuk aan [D] kon worden toegerekend. De kantonrechter overweegt hierover als volgt.
4.9.
De erven hebben gemotiveerd gesteld dat het in de branche van verhuur van luchtvaartuigen als het vliegtuig, gangbare praktijk was dat de verhuurder zorg droeg voor een adequate verzekering. Het gaat daarbij, aldus de erven, om een verzekering die dekking biedt voor schade zoals de schade waarvan Ais Activa in deze procedure vergoeding vordert. Ter onderbouwing hiervan wijzen de erven op overgelegde informatie afkomstig van de websites van de verhuurbedrijven Sand Air, Van De Bunte Aviation en Flevo Air. Volgens deze informatie hebben die verhuurbedrijven een verzekering afgesloten die het risico voor de huurder van het luchtvaartuig beperkt tot een eigen risico van respectievelijk € 1.135,-, € 1.500,- en € 1.100,-. De erven wijzen voorts op de volgende overgelegde verklaringen:
a. verklaring van H. Hollink, van 13 augustus 2019:
"Ik was bevriend met wijlen [D] . Ik ben, net als hij, gezagvoerder Boeing 747 bij KLM. (…) Buiten mijn werk bij KLM ben ik actief in de kleine luchtvaart. Ik heb onder meer een eigen toestel waarmee ik ook deelneem aan vliegshows.
(…)
Overigens verbaast mij dat deze schade niet wordt vergoed door de verzekeraar van het toestel. Het is vaste praktijk in Nederland dat verhuurders hun toestellen verzekeren en hooguit het eigen risico verhalen als er schade is. Ik begrijp niet waarom dat in dit geval niet gebeurt."
verklaring van T. Roeten, van 4 augustus 2019:
"Tot recentelijk was ik vlieginstructeur en examinator. Ook ben ik vele jaren senior examiner geweest van de Inspectie Leefmilieu en Transport (voorheen Inspectie Verkeer en Waterstaat).
Als vlieginstructeur ben ik jarenlang werkzaam geweest bij de vliegschool van Martinair. Na Martinair was ik Hoofdopleidingen bij Stella Aviation Academy waar ik tevens verantwoordelijk was voor alle vlieg- en grondveiligheid. Als examinator ben ik regelmatig bij AIS geweest.
Ik was bevriend met wijlen [D] (…).
Wat mij onder meer heeft verbaasd is de claim die er is ingediend, eerst bij [D] en nu bij de erven van [D] . In mijn ervaring is de gangbare praktijk in de luchtvaart dat de verhuurder zorgt voor een deugdelijke verzekering. Wanneer er dan een schade optreedt, wordt die geclaimd onder die verzekering en moet de huurder hooguit het eigen risico betalen. Ik kan mij haast niet voorstellen dat in dit geval het toestel niet verzekerd is. Dat is immers de gangbare praktijk en ook in het belang van de verhuurder."
verklaring van A. Zantman, van 9 december 2019:
"Ik ben directeur/eigenaar van Sand Air in Rotterdam. Sand Air bestaat al meer dan 30. Wij zijn niet alleen een vliegschool, we bieden bijvoorbeeld ook rondvluchten aan. Daarnaast verhuren we ook vliegtuigen.
Het is in mijn ervaring gebruikelijk in Nederland dat vliegtuigen die verhuurd worden goed zijn verzekerd, zowel de aansprakelijkheid als het casco. Als er schade aan het toestel ontstaat dan wordt die vergoed door de verzekeraar en is de huurder alleen het eigen risico kwijt. Zo gaat hij bij ons dus ook. Als er een verhuurder is die zijn vliegtuigen niet verzekert, dan moet die naar mijn mening dat zijn huurders echt heel erg nadrukkelijk zeggen en waarschuwen voor de risico's. Daar zullen die huurders anders namelijk niet op bedacht zijn. Die zullen er dan vanuit gaan dat ook bij die verhuurder de kist verzekerd is."
4.10.
Ais Activa heeft niet gemotiveerd weersproken dat het in de branche van commerciële verhuur van luchtvaartuigen als het vliegtuig, vaste praktijk was dat de verhuurder een adequate verzekering afsloot voor de huurder. De kantonrechter neemt gelet op de genoemde stellingen van de erven en de hiervoor weergegeven verklaringen, daarom als vaststaand aan dat het in die branche vast gebruik was dat de verhuurder voor de huurder een verzekering afsloot die dekking bood voor schade aan het luchtvaartuig en gevolgschade.
4.11.
Een overeenkomst heeft niet alleen de rechtsgevolgen die partijen overeengekomen zijn, maar ook die welke voortvloeien uit de gewoonte (zie artikel 6:248 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)). De erven hebben onweersproken gesteld dat de verhuurder bij het sluiten van de huurovereenkomst er niet op gewezen heeft dat hij voor [D] als huurder geen verzekering had afgesloten. Op basis van de gewoonte in de branche moet daarom, zoals de erven stellen, aangenomen worden dat de verhuurder van het vliegtuig op grond van de huurovereenkomst verplicht was om ervoor te zorgen dat [D] als huurder verzekerd was voor schade aan het vliegtuig en voor gevolgschade.
4.12.
De kantonrechter verwerpt de stelling van Ais Activa dat het branchegebruik niet relevant is omdat zij niet tot de branche van commerciële verhuurbedrijven behoort. Ais Activa heeft in haar dagvaarding namelijk uitdrukkelijk verklaard dat zij een onderneming exploiteert die onder meer actief is op het gebied van verhuur van luchtvaartuigen (zie ook onder 2.2). Bovendien is niet komen vast te staan dat Ais Activa het vliegtuig zelf aan [D] verhuurd heeft (zie onder 4.2 - 4.5). Volgens de erven heeft niet Ais Activa, maar Ais Verhuur het vliegtuig aan [D] verhuurd (zie onder 4.3). Er is geen grond om aan te nemen dat Ais Verhuur niet in de bedoelde verhuurbranche actief zou zijn.
4.13.
Ais Activa heeft verder aangevoerd dat [D] wist of had moeten weten dat er geen verzekering was afgesloten voor schade door beschadiging van het vliegtuig. Volgens Ais Activa had [D] namelijk eerder bij haar gehuurd. Bovendien had [D] volgens haar in de verzekeringsdocumenten die in het vliegtuig aanwezig waren, moeten zien dat de dekking ontbrak. Ook deze stellingen van Ais Activa worden verworpen. Ais Activa heeft namelijk niet gesteld dat [D] bij een voorgaande verhuur wél geïnformeerd was over het ontbreken van de verzekeringsdekking. De stelling dat [D] in verzekeringsdocumenten had moeten zien dat de dekking ontbrak, is onvoldoende toegelicht en onderbouwd. Zo heeft Ais Activa nagelaten om het polisblad en de verzekeringsvoorwaarden waar zij zich in dat verband op beroept, in deze procedure over te leggen.
4.14.
Ais Activa vordert vergoeding van schade die zij geleden zou hebben doordat [D] als huurder van het vliegtuig, inbreuk zou hebben gemaakt op haar eigendomsrecht. Het gaat daarbij - zoals onder 4.11 is vastgesteld - om schade die gedekt behoorde te zijn onder een verzekering die de verhuurder ten behoeve van [D] had moeten afsluiten. Als Ais Activa de bedoelde schade op [D] zou kunnen verhalen, zou de bescherming waarop [D] vanwege die contractuele verzekeringsplicht mocht vertrouwen, aan [D] onthouden worden. De bescherming zou hem onthouden worden ten gunste van de eigenares Ais Activa die ofwel zelf (als verhuurder) de verzekering had moeten afsluiten ofwel zelf (via de verhuurder, aan wie zij het vliegtuig ter beschikking had gesteld) had kunnen zeker stellen dat die verzekering afgesloten was. Dit resultaat kan niet worden aanvaard. Als er door het verzuim van de verhuurder om een adequate verzekering af te sluiten geen verzekeraar is die de schade van Ais Activa vergoedt, kan die schade in beginsel in de onderlinge verhouding tussen [D] en Ais Activa niet als een gevolg van het schadeveroorzakende handelen aan [D] worden toegerekend (vgl. artikel 6:98 BW).
4.15.
Ais Activa heeft geen omstandigheden gesteld die kunnen meebrengen dat de gestelde schade, in afwijking van het genoemde uitgangspunt, als een gevolg van het gestelde onrechtmatig handelen aan [D] kon worden toegerekend. Dit betekent dat niet aangenomen kan worden dat [D] op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk was voor de schade van Ais Activa. Ook de erven zijn daarom niet op deze grond aansprakelijk.
Slotsom en kosten
4.16.
Slotsom is dat de erven niet op grond van een huurovereenkomst of op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk zijn jegens Ais Activa (zie onder 4.2-4.5 en 4.6-4.15). De vordering van Ais Activa zal dan ook worden afgewezen. De verdere verweren van de erven behoeven om die reden geen bespreking.
4.17.
Ais Activa zal als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de proceskosten. De kosten aan de zijde van de erven worden tot op heden vastgesteld op € 1.442,00 voor salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 721,00).
4.18.
De gevorderde nakosten worden toegewezen tot de bedragen en op de wijze zoals in het dictum is vermeld.
4.19.
Ais Activa zal, zoals gevorderd, veroordeeld worden om de proceskosten en de nakosten binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis te voldoen. De gevorderde wettelijke rente over deze kosten vanaf de veertiende dag na de datum van het vonnis, zal eveneens worden toegewezen.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Ais Activa in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van de erven vastgesteld op € 1.442,00, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, en te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de veertiende dag na de datum van dit vonnis;
5.3.
veroordeelt Ais Activa in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Ais Activa niet binnen veertien dagen na datum van dit vonnis aan dit vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van de veertiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart de veroordelingen onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. A.A.J. Smelt, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 maart 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 35809