3.1.DLL vordert bij vonnis, na wijziging van eis en uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde 5] en [gedaagde 4] , hoofdelijk te veroordelen de verkoopopbrengst van object I en object II aan DLL af te (doen) dragen, te voldoen binnen 5 dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de verkoopopbrengst te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
[gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen object III aan DLL af te geven, op straffe van een binnen één dag na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan DLL te verbeuren dwangsom van € 15.000,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 150.000,00, dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] afgifte weigeren;
[gedaagde 5] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan DLL van een bedrag van € 2.812,16;
te verklaren voor recht dat DLL eigenaar is van de objecten;
[gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan DLL tegen een behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 127.768,90;
a. primair te vermeerderen met de overeengekomen vertragingsrente van 1,5% per maand, vanaf de vervaldata van de diverse verschuldigde bedragen, althans vanaf 10 oktober 2019 (datum ontbinding overeenkomst II), tot aan de dag der volledige betaling van de vordering aan DLL;
b. subsidiair te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, vanaf de vervaldata van de diverse verschuldigde bedragen, althans vanaf 10 oktober 2019 (datum ontbinding overeenkomst II), tot aan de dag der volledige betaling van de vordering aan DLL;
c. meer subsidiair te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf de vervaldata van de diverse verschuldigde bedragen, althans vanaf 10 oktober 2019 (datum ontbinding overeenkomst II), tot aan de dag der volledige betaling van de vordering aan DLL;
6. het onder 5. vastgestelde bedrag te vermeerderen met:
a. primair de bedongen contractuele buitengerechtelijke kosten van € 12.376,89 (10% van de oorspronkelijke vordering in hoofdsom);
b. subsidiair de buitengerechtelijke kosten conform de Staffel Buitengerechtelijke Incassokosten (BIK) van € 2.012,69;
7. [gedaagde 5] , [gedaagde 4] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan DLL tegen behoorlijk bewijs van kwijting van de kosten van dit geding ex artikel 237 Rv, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
8. [gedaagde 5] , [gedaagde 4] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan DLL tegen een behoorlijk bewijs van kwijting van de nakosten die voor wat betreft het salaris voor de advocaat (naar de kantonrechter begrijpt: de gemachtigde) (nasalaris) forfaitair worden berekend op € 120,00 zonder betekening en verhoogd met € 82,00 in geval van betekening
9. [gedaagde 5] , [gedaagde 4] en [gedaagde 1] , hoofdelijk te veroordelen object III aan DLL af te geven, op straffe van een binnen één dag na betekening van het vonnis aan DLL te verbeuren dwangsom van € 15.000,00 per dag of dagdeel met een maximum van € 150.000,00 als [gedaagde 5] , [gedaagde 4] en [gedaagden 1, 2 en 3] afgifte weigeren.