Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagden] .,
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv;
- de akte overlegging nadere productie van [eiser] ;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de akte in het incident van [eiser] ;
- de antwoord-akte in het incident van [gedaagden] .
2.De vorderingen in de hoofdzaak en in het incident
in de hoofdzaak
3.De feiten in het incident
4.De beoordeling in het incident
paritas creditorumdoorbreken. Gesteld noch gebleken is bovendien dat uit de overeenkomst van partijen een verplichting tot zekerheidstelling voortvloeit, al dan niet in verband met de eisen van redelijkheid en billijkheid. [4] Overigens heeft [eiser] ook nagelaten om dit onderdeel van het gevorderde deugdelijk te onderbouwen. Een toelichting op grondslag en noodzaak van deze voorziening is niet gegeven.
5.De beoordeling in de hoofdzaak
1 september 2021voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagden] .;