Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 1
Artikel 3
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vordert Probis Nederland B.V. terugbetaling van een deel van het sponsorgeld dat zij heeft betaald aan Stichting Vrouwenvoetbal Noord-Nederland. De sponsorovereenkomst, die was aangegaan voor het seizoen 2019/2020, werd door Probis buitengerechtelijk ontbonden op grond van de coronamaatregelen die de uitvoering van de overeenkomst onmogelijk maakten. Probis had een bedrag van € 66.550,00 betaald, maar eiste terugbetaling van € 22.183,33, omdat de Stichting haar verplichtingen niet kon nakomen door de sluiting van het Abe Lenstra stadion en Sportpark Skoatterwâld.
De Stichting verweert zich door te stellen dat de tekortkomingen in de nakoming van de sponsorovereenkomst niet voldoende ernstig waren om ontbinding te rechtvaardigen. De kantonrechter oordeelt dat de tekortkomingen van de Stichting, die voornamelijk bestonden uit het niet ter beschikking stellen van 'business seats' bij drie afgelaste wedstrijden, niet van zodanig gewicht waren dat ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter concludeert dat Probis de sponsorovereenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden en dat zij geen recht heeft op terugbetaling van het sponsorgeld. De vordering van Probis wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van de Stichting.