ECLI:NL:RBNNE:2022:1526

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
16 mei 2022
Zaaknummer
21/2337
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een aanvraag tot vergoeding van mijnbouwschade en waardedaling van een woning in het aardbevingsgebied

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een woning in Groningen, en het Instituut Mijnbouwschade Groningen (verweerder). De eiser had een aanvraag ingediend voor vergoeding van waardedaling van zijn woning, die was afgewezen door verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag was afgewezen op basis van het beleid dat is vastgesteld in de 'Atlas voor Gemeenten', waaruit blijkt dat de woning van eiser zich in een postcodegebied bevindt waar minder dan 10% van de fysieke schadeclaims is toegekend. Dit betekent dat waardedaling in dit postcodegebied statistisch is uitgesloten.

Eiser voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van het beleid af te wijken, onder andere omdat zijn woning een bijzondere positie innam binnen zijn wijk. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de aanvraag van eiser af te wijzen, en dat het beroep van eiser ongegrond werd verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van het beleid en de methodiek van de Atlas in de beoordeling van schadeclaims in het aardbevingsgebied.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 21/2337

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2022 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

en

Instituut Mijnbouwschade Groningen, verweerder

(gemachtigden): mr. S. Deaney en mr. M.J.W. Timmer).

Procesverloop

In het besluit van 25 maart 2021 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot vergoeding van waardedaling afgewezen.
In het besluit van 17 juni 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft de gronden aangevuld.
De rechtbank heeft het beroep op 8 februari 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij de beoordeling van dit beroep neemt de rechtbank de volgende feiten – voor zover hier van belang – als vaststaand aan.
1.1.
Op 12 januari 1990 heeft eiser de eigendom verkregen van het perceel met de woning die daarop werd gebouwd, gelegen aan de [adres] te [woonplaats], met postcode [postcode 1] (hierna: de woning).
1.2.
Op 18 februari 2021 heeft verweerder van eiser een aanvraag tot vergoeding van waardedaling ontvangen.
1.3.
In het primaire besluit van 25 maart 2021 heeft de aanvraag van eiser tot vergoeding van waardedaling afgewezen omdat zijn woning buiten het gebied is gelegen waar waardedaling is vastgesteld.
1.4.
Eiser heeft bij brief van 30 maart 2021 tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.5.
In het kader van de bezwaarprocedure heeft op 21 april 2021 een hoorzitting plaatsgevonden.
1.6.
Verweerder heeft in het bestreden besluit van 17 juni 2021 de bezwaren van eiser ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen bij brief, ontvangen door de rechtbank op 19 juli 2021, beroep ingesteld.
1.7.
Bij brief van 3 december 2021 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
1.8.
Op 27 december 2021 heeft eiser zijn gronden aangevuld. Hierbij heeft eiser ook meerdere foto’s en plattegronden overgelegd.
2. Tussen partijen is niet in geschil dat de methode “Atlas voor Gemeenten” (hierna: Atlas) op zichzelf een geschikte methode is voor het begroten van schade in de vorm van waardedaling. Eveneens is niet in geschil dat eiser op grond van de methode van Atlas niet in aanmerking komt voor een vergoeding van waardedaling. In geschil is of sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder dient af te wijken van hetgeen is vastgelegd in zijn beleid, daaronder begrepen de methode van Atlas.
2.1.
Eiser voert aan dat het beleid van verweerder in strijd is met artikel 10 van de Tijdelijke wet Groningen (hierna: TwG), omdat verweerder op grond van zijn beleid niet kan afwijken van de methode van Atlas. Eiser stelt zich op het standpunt dat in zijn situatie sprake is van bijzondere omstandigheden. Hiertoe voert eiser, kort samengevat, aan dat zijn woning een bijzondere positie inneemt binnen zijn wijk en postcodegebied, doordat deze veel later is gebouwd en vrijstaand is. Zijn woning is daardoor eerder te vergelijken met woningen in het naastgelegen postcodegebied [postcode 2], aan de overzijde van het kanaal, dat wel tot het waardedalingsgebied wordt gerekend. Gelet hierop heeft verweerder, aldus eiser, niet kunnen volstaan met het afwijzen van de aanvraag van eiser.
2.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij op goede gronden de aanvraag van eiser heeft afgewezen. De woning van eiser is gelegen in een postcodegebied waar 1 tot 10% van de fysieke schadeclaims is toegekend. Op grond van de methode van Atlas blijkt dat in postcodegebieden waar minder van 20% van de fysieke schadeclaims is toegekend, de waardedaling van woningen als gevolg van de aardbevingsproblematiek is uit te sluiten. In deze gebieden is zelfs een positief prijseffect waargenomen. Verweerder voert aan dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden. In het nabijgelegen, door eiser aangehaalde, postcodegebied [postcode 2] is 20 tot 40% van de fysieke schadeclaims toegekend, hierdoor is in dit postcodegebied op grond van de methode van Atlas waardedaling statistisch niet uit te sluiten. Gelet hierop rekent verweerder dit postcodegebied wel tot het waardedalingsgebied. In tegenstelling tot het postcodegebied van eiser.
3. De rechtbank overweegt als volgt.
3.1.
De Procedure en werkwijze van het IMG, gebaseerd op de TwG, geeft een schaderegeling voor waardedaling van woningen in het aardbevingsgebied (hoofdstuk 3). Deze regeling, die voorziet in schadevaststelling op abstracte wijze volgens de methode van Atlas, wordt gekwalificeerd als beleid in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Zoals door de rechtbank overwogen in de uitspraak van 1 november 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:4668.
3.2.
Op grond van artikel 4:84 van de Awb dient verweerder overeenkomstig zijn beleidsregel te handelen, tenzij dit gevolgen heeft die voor de belanghebbende wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
3.3.
In de uitspraak van 21 januari 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:162, heeft de rechtbank de wijze van afbakening van het waardedalingsgebied voldoende ruimhartig, redelijk en aanvaardbaar geacht. Daaronder valt het uitgangspunt van het onderzoek van Atlas dat in een postcodegebied waar minder van 20% van de ingediende fysieke schadeclaims is geaccepteerd, geen sprake van een waardedaling van de woning. Op grond van het onderzoek van Atlas is zelfs een tegenovergesteld effect waargenomen in deze postcodegebieden.
4. Gelet op het onder 3.1. en 3.2. overwogene concludeert de rechtbank dat het betoog van eiser dat het beleid van verweerder in strijd is met artikel 10 van de TwG niet slaagt. De Procedure en Werkwijze van verweerder betreft beleid in de zin van de Awb. Bij het bestaan van bijzondere omstandigheden, dient verweerder op grond van artikel 4:84 van de Awb af te wijken van hetgeen is bepaald in het beleid.
5. Met betrekking tot het beroep van eiser op bijzondere omstandigheden overweegt de rechtbank als volgt.
5.1.
Eiser voert aan dat zijn woning, tezamen met elf soortgelijke woningen, afwijkt van een groot deel van de woningen binnen zijn postcodegebied. Deze elf woningen zijn wat betreft bouwjaar en uiterlijke kenmerken vergelijkbaar met woningen binnen het nabijgelegen postcodegebied [postcode 2], bijvoorbeeld in de van Loghemstraat. In dit postcodegebied kent verweerder wel waardedalingsvergoedingen toe. Eiser voert aan dat de elf soortgelijke woningen allen fysieke schade hebben ondervonden. De rest van de woningen, die het grootste gedeelte van het postcodegebied van eiser beslaan, dateren van rond het jaar 1940. Eiser meent dat indien een positief prijseffect is waargenomen in zijn postcode, dat dit zijn oorzaak vindt in de hoeveelheid studentenhuizen. Naar studentenhuizen is, door het tekort daaraan, altijd een grote vraag geweest. Dit positieve prijseffect geldt daardoor echter niet voor de woning van eiser alsook niet voor het postcodegebied [postcode 2]. Voorts voert eiser aan dat zijn woning meer nabij het epicentrum van de bevingen, Loppersum, is gelegen dan 40% van de woningen in het postcodegebied [postcode 2] waar door verweerder wel tot vergoeding van waardedaling wordt overgegaan.
5.2.
De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van waardedaling. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
5.2.1.
Uit de stellingen van eiser dat zijn woning afwijkt van het grootste gedeelte van de woningen in zijn postcodegebied, dat zijn woning meer lijkt op nabijgelegen woningen in een ander postcodegebied die in aanmerking komen voor een waardedalingsvergoeding en dat zijn woning dichterbij de kern van het aardbevingsgebied is gelegen dan een gedeelte van dit postcodegebied, kan niet de conclusie volgen dat de woning van eiser eveneens waardedaling als gevolg van de gaswinning heeft ondervonden. In het onderzoek van Atlas zijn woningen binnen het aardbevingsgebied vergeleken met woningen buiten het aardbevingsgebied. Op grond van dit onderzoek is door Atlas geconcludeerd dat in postcodegebieden waar minder dan 10% van de fysieke schadeclaims is toegekend, waardedaling statisch is uit te sluiten. In het postcodegebied van eiser zijn minder dan 10% van de fysieke schadeclaims toegekend. In het postcodegebied dat eiser aanhaalt zijn 20 tot 40% van de fysieke schadeclaims toegekend. Op grond van de methode van Atlas kan waardedaling in dit postcodegebied niet worden uitgesloten. In tegenstelling tot het postcodegebied van eiser, waar waardedaling empirisch is uit te sluiten omdat minder dan 10% van de fysieke schadeclaims zijn toegekend.
5.2.2.
De rechtbank stelt vast dat in de methode van Atlas is getracht, los van alle andere factoren die van invloed zijn op de prijzen van woningen, de waardedaling of verminderde waardestijging die slechts het gevolg is van de gaswinning vast te stellen. Het positieve prijseffect aan de randen van het waardedalingsgebied in de methode van Atlas is derhalve waargenomen los van factoren zoals de aanwezigheid van studentenhuizen. Ook woningen die in waarde stijgen kunnen een vergoeding krijgen voor verminderde waardestijging van hun woning die het gevolg is van de gaswinning.
5.2.3.
Ook de stelling van eiser dat bij alle elf soortgelijke woningen binnen zijn postcodegebied sprake is van fysieke schade kan niet leiden tot de conclusie dat sprake is van schade in de vorm van waardedaling van zijn woning. Dat sprake is van fysieke schade, betekent niet dat, los daarvan, ook sprake is van schade in de vorm van waardedaling. De fysieke schade wordt vergoed in een separate procedure. De rechtbank verwijst in dit kader naar de uitspraak van 21 januari 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:161.
6. De rechtbank concludeert, gelet op het onder 5. overwogene, dat verweerder in redelijkheid heeft mogen concluderen dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan diende te worden afgeweken van het beleid.
7. Voor zover het beroep van eiser dient te worden opgevat als een beroep op het gelijkheidsbeginsel concludeert de rechtbank dat, mede gelet op het onder 5.2.1. overwogene, geen sprake is van gelijke gevallen.
8. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van D.A. Bekking, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.