Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 juli 2022 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaats], eiseres
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: IKEA Nederland B.V. te Groningen.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
“het al dan niet zijn van een medische afzakker speelt niet bij de bepaling van het dagloon, maar enkel bij de bepaling van de maatman. Zoals de Raad eerder heeft uitgesproken (uitspraak van 18 maart 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BP8458) zijn maatmanloon en dagloon niet hetzelfde; het gebruik ervan is gebaseerd op verschillende wettelijke bepalingen en zij dienen ook niet dezelfde doelen (…)”). De rechtbank heeft hierbij ook acht geslagen op het volgende.
Voor de berekening van een uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat, wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer verdiende in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ziekte, het gebrek, de zwangerschap of de bevalling, die tot volledig en duurzame arbeidsongeschiktheid of gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid heeft geleid, is ingetreden doch ten hoogste het in
artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0017745&artikel=17&g=2022-07-06&z=2022-07-06)bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. L. Willems-Keekstra, leden, in aanwezigheid van mr.M.H. Bolhuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 juli 2022.