ECLI:NL:RBNNE:2022:2752
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van mijnbouwschade en bijkomende kosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een boerderij in Groningen, schadevergoeding aangevraagd voor schade aan zijn woning als gevolg van mijnbouwactiviteiten. De aanvraag is ingediend bij het Centrum Veilig Wonen op 10 januari 2018 en is later overgedragen aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen. In het primaire besluit van 28 april 2021 is een schadevergoeding van € 15.717,57 toegekend. Eiser heeft bezwaar gemaakt en na een hoorzitting is in het bestreden besluit van 2 februari 2022 de vergoeding verhoogd naar € 17.993,54. Eiser is het niet eens met de hoogte van de vergoeding voor bijkomende kosten en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak op 28 juni 2022 behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat hij recht heeft op een hogere vergoeding voor de tijd die hij en zijn vrouw hebben besteed aan het onderzoek in de kruipruimte van de woning. De rechtbank overweegt dat de kosten voor aan de procedure bestede tijd in principe niet onder de proceskosten vallen. Eiser heeft een overlastvergoeding ontvangen die ook betrekking heeft op de schade die hij stelt, waardoor de rechtbank concludeert dat hij op dit punt is vergoed.
De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser ongegrond is, omdat de wet een regeling kent voor de vergoeding van proceskosten die niet de tijd voor voorbereidende handelingen dekt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.