ECLI:NL:RBNNE:2022:2821
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tot sluiting woning op grond van de Opiumwet
Op 4 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak LEE 22/2566. Het betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Meppel, dat op 27 juli 2022 is genomen. De burgemeester heeft besloten de woning van verzoeker voor de duur van drie maanden te sluiten, omdat er 0,58 gram cocaïne en een groot aantal chemische middelen, waaronder levasimol, zijn aangetroffen in de woning. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij heeft geoordeeld dat de sluiting van de woning een geschikt en noodzakelijk middel is om de woning aan het drugscircuit te onttrekken en de buurtbewoners te beschermen tegen de gevaren van criminele activiteiten.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de sluiting van de woning proportioneel is, gezien de omstandigheden. Hoewel er op dat moment geen incidenten waren, is het van belang dat de burgemeester kan ingrijpen om de openbare orde en het woon- en leefklimaat te beschermen. De voorzieningenrechter heeft ook een belangenafweging gemaakt tussen het algemeen belang bij de sluiting en het belang van verzoeker om in de woning te verblijven. Gezien het feit dat de woning al geruime tijd niet bewoond wordt, weegt het belang van verzoeker minder zwaar. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 augustus 2022 door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.