In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers tegen de gedeeltelijke toewijzing van hun aanvraag om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) beoordeeld. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden had op 30 maart 2021 een besluit genomen, dat in het bestreden besluit van 10 november 2021 werd gehandhaafd. Op 6 juli 2022 nam het college een deelbesluit op basis van de Wet open overheid (Woo) met betrekking tot één document. De rechtbank heeft op 27 juli 2022 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, maar eisende partij 1 niet. De rechtbank concludeert dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd welke documenten er zijn en dat het beroep van eisers gegrond is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen daarvan in stand. Dit betekent dat het college het griffierecht en proceskosten aan eisers moet vergoeden, in totaal € 1.518,00.
De rechtbank stelt vast dat eisers op basis van de Wob om openbaarmaking van alle communicatie en documentatie over hun honden hebben verzocht. Het college heeft dit verzoek gedeeltelijk toegewezen, maar eisers betogen dat er documenten ontbreken en dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd. De rechtbank oordeelt dat het college met het deelbesluit en de toelichting in het verweerschrift het motiveringsgebrek heeft hersteld. De rechtbank komt tot de conclusie dat de belangenafweging door het college voldoende is gemaakt, ondanks dat eisers geen kennis hebben kunnen nemen van de geweigerde documenten. De rechtbank oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat het college documenten heeft achtergehouden en dat de procedure rondom het Wob-verzoek correct is verlopen.