ECLI:NL:RBNNE:2022:2907

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 augustus 2022
Publicatiedatum
15 augustus 2022
Zaaknummer
LEE 22/2655
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing herhaald verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuursdwang sluiting woning

In de uitspraak van 16 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, mr. F. Sijens, geoordeeld over een herhaald verzoek van een verzoeker tegen een last onder bestuursdwang die door de burgemeester van de gemeente Meppel was opgelegd. De burgemeester had besloten de woning van de verzoeker voor een periode van drie maanden te sluiten, omdat er cocaïne en chemische middelen waren aangetroffen die gebruikt kunnen worden voor de productie van drugs. De verzoeker had eerder, op 4 augustus 2022, een vergelijkbaar verzoek ingediend, dat was afgewezen.

De voorzieningenrechter overwoog dat een herhaald verzoek alleen kan worden toegewezen als er relevante wijzigingen in de omstandigheden zijn opgetreden sinds de eerdere uitspraak. De verzoeker voerde aan dat er nieuwe verklaringen waren van een timmerman en buren, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat deze verklaringen geen relevante wijziging van de omstandigheden inhielden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat het besluit om de woning te sluiten geschikt, noodzakelijk en evenwichtig was, ter bescherming van de buurtbewoners tegen de gevaren van criminele activiteiten.

Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 22/2655

uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 augustus 2022 in de zaak tussen

[naam] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: S. Yazir),
en

de burgemeester van de gemeente Meppel (burgemeester)

(gemachtigden: G. Siebel en J. Oostra).

Procesverloop

In het besluit van 27 juli 2022 (primaire besluit) heeft verweerder aan verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat zijn woning op het [adres] (hierna: woning) voor een periode van drie maanden wordt gesloten.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 15 augustus 2022 heeft verweerder een reactie gegeven.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Verzoeker heeft een eerder verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, eveneens connex aan het bezwaar tegen het primaire besluit. Bij uitspraak van 4 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank dat verzoek afgewezen.
3. De voorzieningenrechter overweegt dat toewijzing van een herhaald verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening alleen aan de orde kan zijn als zich ná de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter een relevante wijzing van de omstandigheden heeft voorgedaan.
4. Verzoeker heeft aangevoerd dat er inmiddels een verklaring is van de timmerman die het huis heeft opgeknapt waarin hij aangeeft dat hij een aantal middelen zelf heeft gekocht en gebruikt voor een aantal klussen in de woning. Daarnaast voert verzoeker aan dat er inmiddels een verklaring van de buren is over de vraag of er onrust is in de wijk en of zij zich onveilig voelen.
5. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bevatten de overgelegde verklaringen geen relevante wijziging van de omstandigheden sinds de uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 augustus 2022. De voorzieningenrechter overweegt het volgende.
5.1.1 In de uitspraak van 4 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat de burgemeester bevoegd is de woning te sluiten omdat daarin 0,58 gram cocaïne en een groot aantal chemische middelen zijn aangetroffen welke middelen gebruikt kunnen worden bij de productie van drugs, waaronder een grote hoeveelheid van het versnijdingsmiddel levasimol.
5.1.2 De gemachtigde van verzoeker heeft in een e-mail van 11 augustus het volgende geschreven: ‘ik heb Ronni timmerman uit zwolle gesproken die heeft woonkamer en badkamer opnieuw gemaakt hij heeft deze middel van 5 liter zie bijlage gebruikt tijdens slopen van de badkamer omdat er ratten aanwezig waren zou dit middel goed effect hebben en heeft 1’. Een verklaring van deze Ronni zelf is niet bijgevoegd. Wel heeft de gemachtigde een veiligheidsinformatieblad (23 pagina’s) bijgevoegd over levamisol.
5.1.3 De voorzieningenrechter merkt op dat niet vastgesteld kan worden wie deze Ronni timmerman uit Zwolle is en dat hij inderdaad werkzaamheden heeft uitgevoerd in de woning. Verder zijn bij de doorzoeking van de woning op 10 mei 2022 verschillende middelen aangetroffen in de hoeveelheid van 5 liter, maar dit betreft niet het middel levasimol waar de bijlage op ziet: dit is in poedervorm aangetroffen in drie verschillende gripzakken met een totaalgewicht van ongeveer 2.031 gram. Voorts blijkt uit het informatieblad dat de mate van giftigheid is getest op ratten, maar niet dat dit middel speciaal voor ratten dodelijk is. Ook uit algemeen toegankelijke informatie blijkt niet dat levasimol gebruikt wordt voor bestrijding van ongedierte.
5.1.4 Er is daarom geen aanwijzing dat in de uitspraak van 4 augustus 2022 ten onrechte is verondersteld dat levasimol aanwezig was voor gebruik als versnijdingsmiddel.
5.2.1 In de uitspraak heeft de voorzieningenrechter verder geconcludeerd dat het middel van sluiting geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is, onder meer om de buurtbewoners te beschermen tegen de gevaren van criminele activiteiten in hun leefomgeving en omdat het algemeen belang bij sluiting meer gewicht heeft dan het belang van verzoeker om in het huis te verblijven.
5.2.2 De gemachtigde van verzoeker heeft een ‘vragenlijst [adres] ’ bijgevoegd waarop een groot aantal huisnummers is vermeld met daarnaast kennelijk het resultaat van het aanbellen op deze adressen. Bij 30 nummers staat ‘niet thuis’. Bij 3 nummers staat ‘geen oordeel’ of ‘woonde hier toen niet’. Bij 13 huisnummers staat ‘geen onrust’ of ‘tevreden’, met 10 keer een paraaf.
5.2.3 Genoemde lijst vormt voor de voorzieningenrechter geen aanleiding om op het onder 5.2.1 samengevatte oordeel terug te komen. Het gebruik van de woning als drugspand leidt tot gevaren voor de omgeving, ook als een deel van de omwonenden dit niet zo ervaart. Daarnaast heeft verweerder er in de reactie van 15 augustus 2022 terecht op gewezen dat het niet alleen gaat om het waarborgen van de veiligheid van omwonenden maar ook van voorbijgangers. De vragenlijst kan niet aangemerkt worden als een relevante wijziging van de omstandigheden.
6. Op grond van het bovenstaande wijst de voorzieningenrechter het verzoek af.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 augustus 2022.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.