ECLI:NL:RBNNE:2022:4083

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
8 november 2022
Zaaknummer
19140315
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om wijziging gezag en schoolkeuze door minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 17 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die verzocht om te bepalen dat haar moeder alleen het gezag over haar heeft en dat zij naar het mbo mag gaan. De minderjarige heeft op 10 mei 2022 een e-mail gestuurd naar de rechtbank met haar verzoek en heeft op 18 juli 2022 een gesprek gehad met de kinderrechter. Tijdens dit gesprek heeft zij haar wensen toegelicht, waarbij zij aangaf dat zij niet naar havo-4 wil, maar naar het mbo in [plaats 1]. De kinderrechter heeft op 21 september 2022 een zitting gehouden met de ouders van [minderjarige] en betrokken instanties, waaronder de Raad voor de Kinderbescherming, die een verzoek had ingediend om [minderjarige] onder toezicht te stellen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar uitgesproken.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de wet geen mogelijkheid biedt om te beslissen op het verzoek van de minderjarige om naar het mbo te gaan, aangezien alleen de ouders dit verzoek kunnen indienen. Wat betreft het gezag heeft de kinderrechter overwogen dat het gezamenlijk gezag van beide ouders in stand moet blijven, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. De moeder van [minderjarige] heeft aangegeven dat zij niet achter het verzoek staat, en de vader heeft zijn betrokkenheid benadrukt. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen redenen zijn om het gezag van de vader te beëindigen en dat de communicatie tussen de ouders en de minderjarige verbeterd moet worden. Uiteindelijk heeft de kinderrechter het verzoek van [minderjarige] om naar het mbo te gaan niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om alleen het gezag aan de moeder toe te kennen afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Assen
Zaaknummer: C/19/140315 / FA RK 22-1141
Datum uitspraak: 17 oktober 2022
Beschikking van de kinderrechter over de informele rechtsingang
in de zaak van
[naam 1],
die woont in [woonplaats 1] , hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam 2],
hierna te noemen: de moeder,
die woont in [woonplaats 1] ,
en
[naam 3],
hierna te noemen: de vader,
die woont in [woonplaats 2] .

1.De procedure

1.1.
[minderjarige] heeft op 10 mei 2022 een e-mail gestuurd aan de rechtbank. Zij wil graag in gesprek met de kinderrechter, omdat zij wil dat haar moeder alleen het gezag over haar krijgt.
1.2.
[minderjarige] heeft op 18 juli 2022 met de kinderrechter gesproken over haar e-mail van 10 mei 2022. Na dit gesprek heeft de kinderrechter besloten dat zij ook met de ouders van [minderjarige] wil praten over haar e-mail.
1.3.
[minderjarige] heeft een aanvullende brief aan de kinderrechter gestuurd over de redenen dat zij graag naar het mbo wil en niet naar havo-4. Deze brief is binnengekomen op 6 september 2022.
1.4.
Op 21 september 2022 heeft de kinderrechter met de ouders op een zitting gesproken over de e-mail en brief van [minderjarige] . Daarbij waren ook een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) en twee jeugdbeschermers (van de Stichting Leger des Heils) aanwezig, omdat de Raad inmiddels een verzoek had gedaan om [minderjarige] onder toezicht te stellen. Aan het einde van deze zitting heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling uitgesproken voor de duur van een jaar. Voorafgaand aan deze zitting heeft de kinderrechter een tweede keer met [minderjarige] gesproken.

2.Hoe is de situatie van [minderjarige] ?

2.1.
[minderjarige] woont sinds het uit elkaar gaan van haar ouders bij haar moeder. Vanaf januari 2021 heeft [minderjarige] haar vader niet meer gezien. De ouders van [minderjarige] hebben samen het gezag over haar. Dit betekent dat zij samen (belangrijke) beslissingen over haar moeten nemen.

3.Wat vraagt [minderjarige] aan de kinderrechter?

3.1.
[minderjarige] wil dat de kinderrechter bepaalt dat haar moeder alleen het gezag over haar heeft en zij wil dat de kinderrechter bepaalt dat zij naar het mbo mag gaan.

4.De beoordeling van de verzoeken van [minderjarige]

Inleiding4.1. De kinderrechter zal zich hierna richten tot [minderjarige] .
[naam 1] , jij hebt in het gesprek met en in je e-mail/brief aan mij uitgelegd dat het voor jou heel belangrijk is dat je van je ouders naar het mbo mag gaan in [plaats 1] . Je vader geeft daarvoor geen toestemming. Op dit moment zit je daarom nog op [naam school] in [plaats 2] en ben je overgegaan naar havo-4. Je hebt aan mij verteld dat je niet naar havo-4 wil en er niets aan vindt. Op het mbo mag je wel dingen doen die jij leuk vindt, zoals praktijkgerichte vakken en stages. Ook de docenten op het mbo in [plaats 1] lijken je leuker en vrolijker dan die in [plaats 2] . Verder heb je mij verteld dat je vindt dat je vader niets over je te zeggen heeft, omdat je hem niet spreekt.
Beslissing
4.2.
Ik heb je e-mail en brief gelezen en ook met je gesproken. Ik heb geluisterd naar wat jij wil en wat jij vindt dat het beste voor je is. Ik weet dat je graag naar het mbo wil en dat je vindt dat het niet nodig is dat je vader nog beslissingen over je neemt. Mijn beslissing is anders dan jouw wensen. Ik mag namelijk van de wet niet beslissen op je vraag om te bepalen dat je naar het mbo mag gaan. Verder vind ik het geen goed idee dat je vader geen beslissingen meer over je mag nemen. Ik leg je hierna uit waarom.
Schoolkeuze
4.3.
De kinderrechter kan niet op elk verzoek dat een kind doet een beslissing nemen. Dat komt omdat de kinderrechter alleen kan beslissen op een verzoek als dat in de wet staat. De wet geeft mij geen mogelijkheid om te beslissen op je verzoek om naar het mbo te gaan. Alleen jouw ouders kunnen zo'n verzoek doen. Je moeder heeft verteld dat ze al zo'n verzoek heeft ingediend. Ze vraagt om toestemming van de rechter om je in te kunnen schrijven op een mbo-school in [plaats 1] . Op de zitting van 21 september heb ik met je ouders afgesproken dat zij eerst samen met de jeugdbeschermer(s) van het Leger des Heils in gesprek gaan om te praten over je schoolkeuze, omdat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van je ouders is om hier samen een keuze in te maken. Ze gaan dan praten over wat zij denken dat voor jou de beste schoolkeuze is. Dat is geen gemakkelijke keuze. Ik hoop dat het je ouders lukt om hier samen over te praten, jouw wensen daarbij mee te nemen en daarna een beslissing te nemen. Je ouders hebben het beste met je voor, ook al voelt dat misschien niet altijd zo voor jou.
4.4.
Nog voordat ik deze beslissing naar je toe kon sturen heb ik op 12 oktober 2022 met je ouders gesproken over het verzoek dat je moeder heeft ingediend. Ik begreep van je ouders dat zij er samen niet uit zijn gekomen. Misschien heb je het al van je moeder gehoord, maar de rechtbank heeft op diezelfde zitting op het verzoek van je moeder beslist door middel van een mondelinge uitspraak en het verzoek toegewezen.
Gezag4.5. Na het gesprek dat je met mijn collega kinderrechter op 18 juli 2022 voerde, heb ik nagedacht over je vraag om te bepalen dat alleen je moeder het gezag heeft. Zoals ik hiervoor heb uitgelegd mag ik niet op alle verzoeken die kinderen via een brief of telefoontje doen een beslissing nemen. In dit geval vind ik dat ik wel een beslissing kan nemen, omdat dit volgt uit een uitspraak van de hoogste rechters. [1] Bij de beslissing moet ik rekening houden met wat er in de wet staat over wanneer ik kan bepalen dat het gezamenlijke gezag wordt aangepast naar gezag van alleen één ouder. In de wet staat dat dat alleen kan als:
(1) een kind 'klem of verloren' dreigt te raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat daarin binnen afzienbare tijd voldoende veterbetering komt, of
(2) dit op een andere manier in het belang van het kind noodzakelijk is. [2] Het is ook belangrijk om te weten dat dit de uitzonderingsgevallen zijn. De hoofdregel is namelijk dat ouders gezamenlijk beslissingen moeten nemen over hun kind.
4.6.
Op de zitting heb ik jouw verzoek met je ouders en de Raad besproken. Je moeder heeft aangegeven dat ze niet achter je verzoek kan staan. Ze is bang dat je er spijt van krijgt. Je vader vertelde dat hij het heel erg vindt dat hij niet betrokken is in je leven. Hij vindt het moeilijk dat je deze vraag aan de rechter hebt voorgelegd, maar als het beter voor jou is om zijn gezag op te geven dan doet hij dat. De medewerker van de Raad heeft op de zitting ook een advies gegeven. Dat advies is om niet mee te gaan in je verzoek. De Raad vindt dat er geen enkele reden is om te bepalen dat je moeder alleen het gezag heeft over jou.
4.7.
Ik zie geen redenen om te beslissen dat alleen je moeder het gezag over jou heeft. Ik vind het belangrijk dat je vader betrokken blijft in je leven en samen met je moeder beslissingen mag nemen. Op dit moment loopt de communicatie tussen jou en je ouders, maar ook jouw ouders onderling, niet goed. Daar heb jij last van. Ik denk dat de jeugdbeschermer goed in staat is om daaraan met jou en je ouders te werken. Dit is iets wat je ouders ook willen. Voor mij is het niet goed kunnen communiceren daarom niet genoeg om te beslissen dat je moeder nu alleen het gezag moet krijgen. Ik snap dat het voor jou frustrerend is dat je vader beslissingen mag nemen, terwijl je hem sinds januari 2021 niet meer hebt gezien. Ook dit is iets waar de jeugdbeschermer naar gaat kijken met jou en je ouders. In plaats van wat er niet kan of goed gaat, kan de jeugdbeschermer kijken naar wat wel mogelijk is en wat daarvoor nodig is. Ik kan me goed voorstellen dat dit allemaal niet gemakkelijk voor je is, maar ik vind niet dat dat een reden is om je verzoek toe te wijzen.
4.8.
Hieronder lees je tot slot nog de formele beslissing.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verklaart het verzoek van [minderjarige] om te bepalen dat zij naar het mbo mag niet-ontvankelijk;
5.2.
wijst het verzoek van [minderjarige] om te bepalen dat alleen haar moeder het gezag heeft af.
Deze beschikking is gegeven door mr. V.A.G. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Maar, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2022.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
a. namens de minderjarige door zijn wettelijk vertegenwoordiger of de bijzondere curator, door tussenkomst van een advocaat: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door de minderjarige zelf als zijn verzoek ziet op de benoeming van een bijzonder curator: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
c. door de anderen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, door tussenkomst van een advocaat: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
d. door andere belanghebbenden, door tussenkomst van een advocaat: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op een andere manier bekend is geworden.

Voetnoten

1.Dit kan je teruglezen in een uitspraak van de Hoge Raad uit 2008. Deze uitspraak kun je via rechtspraak.nl vinden met dit nummer: ECLI:NL:HR:2008:BC2241.
2.Dit kun je teruglezen in artikel 251a van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.