Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 november 2022 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Instituut Mijnbouwschade Groningen (het IMG)
Inleiding
2 september 2022 op het beroep gereageerd met een verweerschrift, voorzien van een nader advies van ing. C.G. Verdoorn en ir. B. van der Kwaak, van Nivre, van 31 augustus 2022.
12 november 2018 zijn gemeld. De gegevens zijn volgens Vrieling onbruikbaar.
13 oktober 2021 een dalende trend van het waterpeil te kunnen halen en acht het zeer aannemelijk dat de veenlaag droog is komen te staan in deze periode.
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3 november 2021 is (onder 9) vermeld dat niet in geschil is dat er sprake is van een aanzienlijke verzakking aan de voorzijde van de woning.
17 december 2021 zijn door het IMG drie deskundigen van Nivre geraadpleegd (Kops, Nabben en Frankort) en uit het overgelegde dossier kan de rechtbank niet opmaken dat
één van deze deskundigen de conclusie heeft getrokken dat de schade in belangrijke mate een historisch karakter heeft. Veeleer wordt gewezen op de droge zomers in 2015, 2017 en 2018 (zie ook 2.9, 2.13 en 4.3 van het verweerschrift).
28 oktober 2021 heeft opgemerkt - doorvertaald kan worden naar de locatie waar het pand van eiser is gelegen, is niet uitgelegd. Dat klemt temeer, nu ook de door eiser ingeschakelde deskundige Van der Gaag in het rapport van 16 juni 2022 naar voren heeft gebracht dat gegevens op een dergelijke afstand van de betreffende locatie niet representatief zijn en de omgeving waar het pand van eiser staat eerder te nat dan te droog is geweest.