Op 18 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak over mijnbouwschade, waarbij eisers een beroep deden op een schadevergoeding van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Het geschil concentreerde zich rond de vraag wat een redelijke beslistermijn is voor een aanvraag om fysieke schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat de door het Instituut gehanteerde beslistermijn van vijftien maanden niet onredelijk lang is. De rechtbank overwoog dat er een grote hoeveelheid aanvragen is die meerdere handelingen vereisen, en dat de eenvoud van een aanvraag niet doorslaggevend is in dit geval.
De rechtbank behandelde het beroep van eisers tegen het besluit van het Instituut van 22 september 2022, waarbij eisers eerder op de hoogte waren gesteld van de langere beslistermijn. Tijdens de zitting op 18 april 2023 waren zowel eisers als de gemachtigden van het Instituut aanwezig. De rechtbank concludeerde dat het Instituut voldoende tijd nodig had om de aanvragen zorgvuldig te behandelen, en dat een snellere afhandeling van eenvoudige aanvragen mogelijk negatieve gevolgen zou hebben voor andere, complexere dossiers.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen de mondelinge uitspraak. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter A.W. Wassink, in aanwezigheid van griffier E.T. de Boer.