ECLI:NL:RBNNE:2023:1762
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking jachtakte
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had tegen het besluit van de korpschef van de Politie eenheid Noord-Nederland, dat op 30 maart 2023 was genomen, bezwaar gemaakt. Dit besluit hield in dat verzoekers jachtakte werd ingetrokken en zijn aanvraag voor een nieuwe jachtakte werd afgewezen. Verzoeker had op 6 maart 2023 en 13 april 2023 administratief beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 april en 19 april 2023 behandeld. Tijdens de zitting bleek dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij de gevraagde voorlopige voorziening, omdat hij voor zijn inkomen niet afhankelijk was van de jachtakte en zijn wapens al had overgedragen aan een andere jager. Bovendien was verzoeker in overleg met boeren om een andere jager aan te wijzen.
De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is en dat het besluit van de korpschef niet evident onrechtmatig is. Verzoeker was eerder veroordeeld tot een taakstraf voor sociale zekerheidsfraude, wat ook niet door hem werd betwist. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor het besluit van de korpschef van 30 maart 2023 in stand blijft. Verzoeker krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 april 2023.