ECLI:NL:RBNNE:2023:2414
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag langdurige zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiser, een 62-jarige man met psychische klachten en somatische problematiek, had op 3 maart 2022 een aanvraag ingediend bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor langdurige zorg. CIZ heeft deze aanvraag op 14 april 2022 afgewezen, en na bezwaar bleef CIZ bij deze afwijzing. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld op 23 februari 2023, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van CIZ aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat CIZ zich bij de afwijzing van de aanvraag heeft gebaseerd op dossieronderzoek en medisch advies. De medisch adviseur van CIZ had geconcludeerd dat er geen noodzaak was voor 24 uur zorg in de nabijheid of permanent toezicht, omdat de zorgbehoefte van eiser planbaar was en niet voldeed aan de strikte criteria voor Wlz-zorg. Eiser voerde aan dat er wel degelijk sprake was van een psychische stoornis en een slaapstoornis, maar de rechtbank volgde deze argumenten niet. Er waren geen recente medische gegevens die de claims van eiser ondersteunden.
De rechtbank concludeerde dat CIZ terecht had vastgesteld dat eiser geen recht had op zorg vanuit de Wlz, omdat niet was gebleken van een blijvende zorgbehoefte die voldeed aan de criteria. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en hij kreeg geen vergoeding van proceskosten of griffierecht terug. Deze uitspraak benadrukt de strikte criteria die gelden voor Wlz-zorg en de noodzaak voor medische onderbouwing van zorgbehoeften.