In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 4 juli 2023, wordt een verzoek om voorlopige voorziening van eiseres behandeld. Eiseres heeft zonder de vereiste omgevingsvergunning een carport gebouwd, wat door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld is aangemerkt als een overtreding. Het college heeft eiseres een last onder dwangsom opgelegd, waarbij zij de carport moet verwijderen, anders verbeurt zij een dwangsom van € 10.000,- per maand. Eiseres verzoekt om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter wijst dit verzoek af en doet ook uitspraak in de bodemzaak.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het algemeen belang van handhaving zwaarder weegt dan de belangen van eiseres bij het behoud van de carport, ondanks haar argument dat zij zonnepanelen nodig heeft voor haar energievoorziening. De voorzieningenrechter constateert dat de carport niet voldoet aan de eisen voor vergunningvrij bouwen, omdat de nokhoogte van de carport hoger is dan de toegestane 5 meter en de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken de 150 m² overschrijdt. Bovendien is er geen concreet zicht op legalisatie, aangezien het college niet bereid is om een omgevingsvergunning te verlenen.
De voorzieningenrechter past de onduidelijke termijn in de last onder dwangsom aan, maar laat de last zelf in stand. Het beroep van eiseres wordt gegrond verklaard voor wat betreft de termijn, maar de overige beroepsgronden worden afgewezen. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht terug, maar er zijn geen proceskosten toegewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van handhaving in het omgevingsrecht en de voorwaarden waaronder een bouwwerk gelegaliseerd kan worden.