ECLI:NL:RBNNE:2023:2741
Rechtbank Noord-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten van rechtsbijstand in klaagschriftprocedure ex art. 552a Sv
Op 26 mei 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een verzoek tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand, ingediend door een verzoekster die als belanghebbende een klaagschrift had ingediend op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoek was ingediend op 14 maart 2022 en betrof een schadevergoeding van € 1.524,60 voor gemaakte kosten in een eerdere procedure, alsook een standaardvergoeding van € 340,- voor het indienen van het verzoekschrift. De rechtbank heeft het verzoek behandeld in een openbare zitting, waarbij de advocaat van verzoekster, mr. H.L.P. Fauser, en de officier van justitie, mr. H.J. Veen, zijn gehoord. Verzoekster was niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen.
De officier van justitie heeft zich in raadkamer op het standpunt gesteld dat verzoekster ontvankelijk is in haar verzoek en dat het verzoek kan worden toegewezen. Dit werd onderbouwd met de stelling dat de schadevergoedingsprocedure van artikel 529, vijfde lid, Sv ook van toepassing is op klaagschriftprocedures zoals bedoeld in artikel 552a Sv. De advocaat van verzoekster heeft dit standpunt verder onderbouwd met jurisprudentie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster geen verdachte is, maar een belanghebbende in de klaagschriftprocedure. De rechtbank oordeelde dat de wetgever de schadevergoedingsregeling ook openstelt voor belanghebbenden, niet alleen voor gewezen verdachten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om een vergoeding toe te kennen, aangezien verzoekster geen betrokkenheid had bij de verdenking tegen haar broer. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om verzoekster een totale vergoeding van € 2.544,60 toe te kennen, bestaande uit de kosten van rechtsbijstand en de standaardvergoeding voor het indienen van het verzoekschrift en de mondelinge behandelingen.