Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Benadeelde partij
Standpunt van de officier van justitie
Rechtbank Noord-Nederland
In de zaak van de verdachte, geboren in 1987, die beschuldigd werd van verkrachting, heeft de rechtbank op 26 september 2023 uitspraak gedaan. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond tussen 3 en 4 april 2020 in de gemeente Oldambt, waarbij de verdachte zou hebben geprobeerd het slachtoffer, [slachtoffer], te dwingen tot seksuele handelingen door middel van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en de verdachte zorgvuldig gewogen. De aangeefster stelde dat de verdachte haar had verkracht, waarbij hij haar keel dichtdrukte en haar met tiewraps en ducttape vastbond. De verdachte ontkende deze beschuldigingen en stelde dat de aangeefster het incident in scène had gezet. De rechtbank constateerde dat de verklaringen van de aangeefster op verschillende punten inconsistent waren, terwijl de verdachte een consistente verklaring gaf. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De aangetroffen sporen, zoals tiewraps en ducttape, gaven enige ondersteuning aan de verklaring van de aangeefster, maar pasten ook in het scenario van de verdachte. Het forensisch onderzoek bood geen uitsluitsel over de waarheid van de verklaringen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
Daarnaast had de aangeefster zich als benadeelde partij gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van in totaal € 15.471,00. De rechtbank verklaarde deze vordering niet-ontvankelijk, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De rechtbank bepaalde dat de benadeelde partij haar eigen proceskosten moest dragen. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, met mr. J.V. Nolta als voorzitter, en de rechters mr. R. Tesfai en mr. E.P. van Sloten, bijgestaan door griffier mr. A. Dijkstra.