ECLI:NL:RBNNE:2023:4748

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
AWB 23/3441
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet betalen griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 27 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekering (Uwv) behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50 niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan worden verontschuldigd als er een goede reden voor is, wat in dit geval niet is aangetoond.

De griffier had eiser op 24 augustus 2023 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen twee weken voldaan moest worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brief op 26 augustus 2023 is bezorgd en dat eiser het griffierecht niet heeft betaald. Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft.

De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van M. Kroes, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Eiser heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 23/3441

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 september 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekering (Uwv), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit van verweerder.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eiser bij aangetekend verzonden brief van 24 augustus 2023 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen twee weken moet zijn voldaan. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brief op 26 augustus 2023 om 15:29 uur is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
5. Eiser heeft het griffierecht niet betaald.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, in aanwezigheid van M. Kroes, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 september 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.