In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van een subsidieaanvraag voor verduurzaming van een gebouw in het aardbevingsgebied Groningen. Eiser had een subsidie van € 10.000,- aangevraagd op basis van de Subsidieregeling, maar zijn aanvraag werd afgewezen omdat er eerder al een subsidie voor hetzelfde adres was verleend. De rechtbank heeft het beroep op 25 juli 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
De rechtbank oordeelt dat verweerder de voorwaarden van de subsidieregeling onjuist heeft toegepast. Eiser stelde dat de voorwaarden afzonderlijk beoordeeld moesten worden, terwijl verweerder een samenhang tussen de voorwaarden veronderstelde. De rechtbank concludeert dat de uitleg van de subsidievoorwaarden niet correct was, omdat de woonbestemming niet aan een specifieke datum was gekoppeld. Hierdoor heeft de rechtbank het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het griffierecht van € 184,- en een proceskostenvergoeding van € 1.750,- aan eiser moet betalen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2024.