In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 26 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en Tamoil Nederland B.V. over de opzegging van een huurovereenkomst met betrekking tot een onbemand tankstation. [X] heeft de huurovereenkomst opgezegd en vordert ontruiming van het tankstation, terwijl Tamoil zich verzet tegen deze vordering en stelt dat de opzegging nietig is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst is gesloten voor een bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7:290 BW, wat betekent dat de opzegging aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. De kantonrechter oordeelt dat de opzeggingsbrief van [X] geen gronden vermeldt, waardoor de opzegging nietig is. Hierdoor worden de vorderingen van [X] afgewezen en wordt [X] veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een correcte opzegging in overeenstemming met de wettelijke vereisten voor huurovereenkomsten van bedrijfsruimten.