ECLI:NL:RBNNE:2024:755
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering en berekening van de draagkracht
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor de kosten van bewindvoering en bankkosten. De aanvraag werd afgewezen door het dagelijks bestuur van Werkplein Drentsche Aa, met het besluit van 6 februari 2023, en het bestreden besluit van 3 mei 2023 bevestigde deze afwijzing. Eiser, die een voltijd Mbo-opleiding volgt en studiefinanciering ontvangt, had verzocht om bijzondere bijstand voor de maandelijkse kosten van bewindvoering en bankkosten, maar het dagelijks bestuur stelde dat zijn draagkracht voldoende was om deze kosten te dekken.
De rechtbank heeft op 17 november 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van het dagelijks bestuur aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het dagelijks bestuur de rentedragende lening als inkomen mocht meenemen bij de berekening van de draagkracht. Eiser had aangevoerd dat de kosten voor bewindvoering niet konden worden voldaan uit zijn draagkracht, maar de rechtbank oordeelt dat de wetgever bewust heeft gekozen om het inkomen uit studiefinanciering mee te rekenen, ongeacht of dit als lening is verstrekt.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, omdat eiser over voldoende draagkracht beschikt om de kosten te dekken. De rechtbank ziet geen aanleiding om artikel 33, tweede lid, van de PW buiten toepassing te laten, en concludeert dat de afwijzing van de aanvraag door het dagelijks bestuur op goede gronden is gedaan. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, en is openbaar uitgesproken op 6 maart 2024.