ECLI:NL:RBNNE:2025:1559
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Kinderbeschermingsmaatregelen ten aanzien van een persoon met onduidelijke leeftijd
In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 april 2025 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er twijfel bestaat over de leeftijd van [naam kind], die deel uitmaakt van een gezin dat asiel heeft gezocht in Nederland. De kinderrechter baseert zijn oordeel op jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), die stelt dat bij twijfel over de leeftijd van een persoon, de hoogste mate van bescherming moet worden geboden. Dit betekent dat, zolang de minderjarigheid niet overtuigend is weerlegd, [naam kind] als minderjarig moet worden behandeld. De kinderrechter heeft op 18 maart 2025 al een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die geldig zijn tot 29 april 2025. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 18 maart 2026 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 18 september 2025. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van [naam kind] ernstig wordt bedreigd door de ontwrichte gezinssituatie en haar eigen keuzes, en heeft daarom de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing verlengd. De kinderrechter heeft ook overwogen om een bijzondere curator te benoemen, maar heeft dit afgewezen omdat er geen voldoende bewijs was van een belangenconflict. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan.