Op 19 maart 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, een mondelinge uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak. Betrokkene had bezwaar aangetekend tegen een opgelegde boete van € 459,00 voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig, dat op 15 juni 2023 was vastgesteld. Betrokkene voerde aan dat het voertuig, dat in de schuur stond en niet gebruikt werd, wel verzekerd was, maar dat het kenteken niet was doorgegeven aan de verzekeraar. Hij had bewijs in de vorm van een kopie van de groene kaart overgelegd.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie pleitte voor een matiging van de sanctie met 50%. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene aannemelijk had gemaakt dat het voertuig op de peildatum verzekerd was en dat hij het voertuig kort na kennisname van de overtreding had geschorst. Gezien deze omstandigheden besloot de kantonrechter de sanctie te matigen tot € 109,00, inclusief administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en de inleidende beschikking werd gewijzigd. Betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling terug.
De kantonrechter wees erop dat als betrokkene het niet eens was met de beslissing, hij binnen zes weken hoger beroep kon instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, met vermelding van het zaaknummer.