ECLI:NL:RBNNE:2025:1826
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake administratief beroep tegen boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
In deze zaak is betrokkene geconfronteerd met een boete van € 359,00 wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 20 februari 2023. Betrokkene heeft tegen deze boete administratief beroep ingesteld, maar de officier van justitie heeft dit beroep op 9 november 2023 niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Betrokkene heeft op 21 december 2023 beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 17 maart 2025 heeft behandeld. Tijdens de zitting waren betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier, mr. R. van der Velde, aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep niet tijdig was ingesteld, omdat de termijn voor het indienen van het administratief beroep op 12 april 2023 eindigde en het beroepschrift pas op 4 mei 2023 was ontvangen. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij eerder administratief beroep had ingesteld, maar de kantonrechter oordeelde dat zijn brieven niet voldeden aan de eisen van de Awb. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, maar heeft wel vastgesteld dat de redelijke termijn van berechting is overschreden. De uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma op 27 maart 2025.