Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 juni 2025 in de zaak tussen
[verzoekers], uit [woonplaats], verzoekers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo.
Samenvatting
Procesverloop
N. Schipper met F.J. Slieker. Ook derde-partij, bijgestaan door [naam] en [naam], heeft deelgenomen.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
- een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan,
- een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of
- een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.
Met betrekking tot de opgelegde last voeren zij aan dat de begunstigingstermijn te kort is om te voldoen. Het college handelt onzorgvuldig door geen rekening te houden met het feit dat zij ook bezwaar hebben gemaakt tegen de afwijzing van hun aanvraag om een omgevingsvergunning.
Verzoekers stellen zich op het standpunt dat de aanleiding voor de aanleg van de grond was dat de houtwal op het perceel [adres 2] grotendeels is verwijderd waardoor verzoekers zich genoodzaakt voelden langs de perceelgrens een grondwal aan te laten leggen. De grondwal zal worden begroeid met gras en met opgaande beplanting waarmee een natuurlijke beschutting en schaduw komt voor de dieren. Ook zal de zicht-, licht- en geluidsoverlast afkomstig van de woonwijk worden beperkt. Volgens verzoekers houden zij schapen met een zo natuurlijk en biologisch mogelijke beweiding, met aandacht voor natuur en omgeving volgens het zogenaamde Natuurinclusief boeren principe. Onderdeel daarvan is het beweiden op goed ontwikkelde kruiden- en faunarijke graslanden met veel structuurvariatie en idealiter ook struwelen, solitaire bomen, knotbomenrijen, houtwallen, geleidelijke overgangen van graslanden naar bos(jes) en dergelijke.
Op de zitting heeft het college aangegeven dat het feit dat er nieuwe bewoners aan de [adres 2] zijn komen te wonen, aanleiding is geweest om het handhavingstraject voort te zetten. Op de zitting zijn ook de belangen van de bewoners van het naastgelegen perceel besproken. Zij voeren aan dat zij door de grondwal worden belemmerd in hun uitzicht.