ECLI:NL:RBNNE:2025:2247

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 juni 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
C/18/245017 / JE RK 25-329
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met suïcidaliteit

Op 6 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor een vijftienjarig meisje, hierna te noemen [naam kind]. Het College van burgemeester en wethouders van de Gemeente het Hogeland heeft het verzoek ingediend, omdat [naam kind] kampt met ernstige verslavingsproblematiek en meerdere suïcidepogingen heeft ondernomen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat eerdere behandelingen niet het gewenste effect hebben gehad en dat [naam kind] een gevaar voor zichzelf vormt. De kinderrechter heeft in overleg met het College en de gedragswetenschapper besloten dat afwijzing van de machtiging tot een acute noodsituatie zou leiden, wat niet verantwoord is. Daarom is de machtiging verleend voor gesloten jeugdzorg, met de voorwaarde dat [naam kind] direct wordt geplaatst in een geschikte accommodatie. De kinderrechter heeft ook bepaald dat er een mondelinge behandeling zal plaatsvinden op 17 juni 2025, waarbij de belanghebbenden hun zienswijze kunnen geven. De beschikking is openbaar uitgesproken op 6 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Groningen
Zaaknummer: C/18/245017 / JE RK 25-329

Beschikking van 6 juni 2025 over een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

het College van burgemeester en wethouders van de Gemeente het Hogeland,

dat zetelt in Uithuizen,
hierna te noemen: het College,
die betrekking heeft op

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de moeder,

[naam vader] ,

wonende in [woonplaats]
hierna te noemen: de vader.

Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke verzoek van de gemeente met bijlagen, ontvangen op 6 juni 2025;
- telefonisch gesprek tussen de kinderrechter en de vertegenwoordiger van het College en de onafhankelijke gedragswetenschapper.

De feiten

De kinderrechter kan bij de beoordeling van het verzoek uitgaan van de volgende feiten.
[naam kind] is een nu vijftien jaar oud meisje dat kampt met zware verslavingsproblematiek en in de afgelopen weken tot driemaal toe een suïcide poging heeft ondernomen door middel van het nemen van een overdosis, het snijden in haar polsen en een poging tot verhanging. Psychiatrische interventies zijn vergeefs ingezet en [naam kind] is uiteindelijk geplaatst in een crisisgroep van de hulpverlenende instantie Elker. Deze hulpverlenende instantie heeft haar plaatsing beëindigd, omdat ten tijde van de behandeling het harddrugsgebruik van [naam kind] is toegenomen en zij zich niet houdt aan afspraken met de hulpverlening, in het bijzonder de voor haar noodzakelijke ambulante begeleiding door Verslavingszorg Noord-Nederland. De behandelgroep ervaart dat [naam kind] een gevaar voor zichzelf oplevert, maar ook onveiligheid met zich brengt voor andere jongeren op de behandelgroep door haar enorme drugsgebruik. De behandelgroep wijst erop dat [naam kind] op 31 mei jongstleden in de avond op straat bewusteloos door omstanders is aangetroffen en vervolgens naar het ziekenhuis is afgevoerd, vanwege een tweede, al dan niet opzettelijke, overdosis.

De beoordeling

De kinderrechter verleent de verzochte machtiging. Hij legt hierna uit waarom hij dat doet.
Het verzoekschrift en de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper geven blijk van onmacht om het daarheen te kunnen leiden dat [naam kind] de behandeling en begeleiding krijgt die zij nodig heeft. Steeds opnieuw wordt [naam kind] geplaatst in instellingen die gelet op hun specifieke doelstelling zijn aangewezen om haar hulp te verlenen (Accare en Elker), maar die uit handelingsverlegenheid of om andere niet goed begrijpelijke redenen haar plaatsing voortijdig beëindigen. het College en de onafhankelijke gedragswetenschapper kunnen om levensbedreigende situaties te voorkomen niet anders meer dan een machtiging gesloten jeugdhulp verzoeken. Zowel het College, de onafhankelijke gedragswetenschapper als de kinderrechter hebben twijfel of in de gegeven omstandigheden [naam kind] zich wel onttrekt aan de jeugdhulp, terwijl niet kan blijken dat zij door anderen daaraan wordt onttrokken. Strikt genomen zou hierop de verzochte machtiging afstuiten. De kinderrechter zie echter met het College en de gedragswetenschapper dat afwijzing van de machtiging tot een acute noodsituatie leidt die er mogelijk toe kan leiden dat [naam kind] opnieuw een poging onderneemt om zichzelf van het leven te beroven. De verantwoordelijkheid voor dat risico kan het College, de gedragswetenschapper en de kinderrechter niet nemen, hoewel de overtuiging bestaat dat genoemd gevaar zou moeten worden afgewend met een crisismaatregel op grond van de Wvggz.
De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging te verlenen,
onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat [naam kind] direct wordt geplaatst in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De kinderrechter laat het daarmee geheel en al rekening en risico komen van de betrokken jeugdzorginstellingen wanneer die plaatsing niet mogelijk wordt gemaakt en voormeld gevaar zich verwezenlijkt.
Omdat de machtiging is verleend zonder dat [naam kind] en haar ouders als belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld om op het verzoek te worden gehoord, zal de kinderrechter hierna een datum en tijdstip bepalen waarop de zaak mondeling moet worden behandeld. De belanghebbenden worden dan in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. Tijdens die mondelinge behandeling zal verder worden beoordeeld of de machtiging moet worden verleend voor de resterende verzochte duur
De kinderrechter neemt de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent onder de hiervoor gestelde voorwaarden een spoedmachtiging om [naam kind] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdzorg met ingang van 6 juni 2025 tot 4 juli 2025;
bepaalt dat het verzoek mondeling wordt behandeld door mr. K.R. Bosker op 17 juni 2025 om 11:10 uur in het gerechtsgebouw van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, aan Guyotplein 1 in Groningen;
wijst [naam kind] , haar advocaat, de ouders en het College dat deze beschikking geldt als oproep voor de mondelinge behandeling op 17 juni 2025 en dat zij voor deze mondelinge behandeling geen nadere oproep zullen ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.R. Tromp, kinderrechter, bijgestaan door M.C. Boskma LLM, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2025.
Als u het niet eens met de beslissingen die de rechter heeft genomen, kunt u in hoger beroep. Maar let op! Hoger beroep kunt u niet zelf instellen. U moet daarvoor naar een advocaat. Een advocaat kan voor u hoger beroep instellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Belangrijk is dat u snel naar een advocaat gaat. Hoger beroep moet bijna altijd binnen drie maanden na de dag van de uitspraak worden ingesteld.