ECLI:NL:RBNNE:2025:2363

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
17 juni 2025
Zaaknummer
11415070 BU VERZ 24-2747
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van een boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het niet afsluiten van een verzekering voor een motorrijtuig

Op 12 juni 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak waarin aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 409,00 was opgelegd omdat de betrokkene op 22 mei 2023 geen verzekering had afgesloten voor zijn motorrijtuig, dat op dat moment niet APK-gekeurd was en in onderhoud was bij de garage. De betrokkene had beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting voerde de betrokkene aan dat hij geen vertrouwen had in een eerlijke behandeling van de zaak, omdat de stukken van het OM niet aan hem waren overhandigd. Hij stelde ook dat zijn voertuig niet in gebruik was en daarom geen verzekering nodig had. De vertegenwoordiger van het OM betoogde echter dat het voertuig niet geschorst was en dat het mogelijk was om een voertuig zonder geldige APK te verzekeren. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging vaststond en dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de sanctie te matigen of te vernietigen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 259050326
zaaknummer: 11415070 BU VERZ 24-2747

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van12 juni 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats].

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De gedraging waarvoor de boete is opgelegd is: ‘voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’, verricht op 22 mei 2023, om 17:02 uur, vastgesteld door middel van een registercontrole door de RDW in Veendam, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde boete bedraagt € 409,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op de zitting van 12 juni 2025 behandeld. Daarbij was aanwezig: de vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. S. Bayram.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

1. Betrokkene geeft aan dat hij weinig vertrouwen heeft dat deze zaak eerlijk wordt behandeld. De stukken die het OM heeft, zijn niet aan hem overhandigd. Daarnaast moet betrokkene binnen zes weken een verweer voeren, terwijl het OM meer dan een jaar heeft om het verweer te beoordelen.
1.1.
Verder voert betrokkene aan dat het voertuig op 22 mei 2023, bij de garage voor onderhoud stond. Tijdens deze periode was het voertuig niet in gebruik, daarom had betrokkene geen reden om aan te nemen dat het voertuig een verzekering nodig had. Verder kon het voertuig ook niet verzekerd worden, omdat deze niet APK-gekeurd was. Volgens de verzekeringsvoorwaarden is het voertuig bij een verlopen apk niet verzekerd en is het slechts een schijnverzekering. Bovendien is het voertuig bekeurd door een computer die geen opsporingsbevoegdheid heeft.
2. De vertegenwoordiger is van mening dat het beroep ongegrond moet worden verklaard. Het voertuig was tot 13 april 2023 en pas op 12 februari 2024 is het voertuig opnieuw geschorst. Verder is het wel mogelijk een voertuig zonder geldige APK te verzekeren, hoewel dit niet bij alle verzekeraars mogelijk zal zijn. Daarnaast heeft de RDW de bevoegdheid om boetes op te leggen op grond van artikel 45a Wegenverkeerswet 1994.
Overwegingen
3. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan ter verklaring. Daarmee is de gedraging komen vast te staan. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de sanctie.
4. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de sanctie te matigen of te vernietigen. Hierbij is van belang dat het voertuig gedurende tien maanden niet verzekerd of geschorst was. Verder volgt uit het zaakoverzicht dat de oplegging van de sanctie kan worden toegerekend aan de ambtenaar van de RDW met nummer [100019]. Gegevens over deze verbalisant zijn ingevolge het Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 26 april 2016, strekkende tot openbaarmaking van documenten betreffende de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de RDW (Stcrt. 22374, 2 mei 2016) te vinden op opendata.rdw.nl. [1]

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
W.B. Jongsma, griffier mr. H.J. Bastin, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 20 november 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10084.