ECLI:NL:RBNNE:2025:2458
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeersboete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
In deze zaak gaat het om een verkeersboete die is opgelegd aan de betrokkene op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De overtreding betreft het parkeren van een voertuig in een parkeerverbodszone op 29 oktober 2023, om 17:34 uur, op de Brinkstraat in Assen. De opgelegde boete bedraagt € 119,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De kantonrechter heeft de zaak op 28 mei 2025 behandeld, waarbij de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. K. Kattick, aanwezig was. De gemachtigde van betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach, voerde aan dat er geen E1-bord was gepasseerd en dat er geen toereikend schouwrapport in het dossier aanwezig was. De kantonrechter heeft echter geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en de gegevens in het zaakoverzicht. De kantonrechter concludeert dat de verbalisant ter plaatse was en de bebording heeft gecontroleerd, waardoor de gedraging kan worden vastgesteld. De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding om de boete te matigen of te vernietigen. De proceskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.