ECLI:NL:RBNNE:2025:2458

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
11266354 BU VERZ 24-1931
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeersboete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

In deze zaak gaat het om een verkeersboete die is opgelegd aan de betrokkene op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De overtreding betreft het parkeren van een voertuig in een parkeerverbodszone op 29 oktober 2023, om 17:34 uur, op de Brinkstraat in Assen. De opgelegde boete bedraagt € 119,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De kantonrechter heeft de zaak op 28 mei 2025 behandeld, waarbij de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. K. Kattick, aanwezig was. De gemachtigde van betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach, voerde aan dat er geen E1-bord was gepasseerd en dat er geen toereikend schouwrapport in het dossier aanwezig was. De kantonrechter heeft echter geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en de gegevens in het zaakoverzicht. De kantonrechter concludeert dat de verbalisant ter plaatse was en de bebording heeft gecontroleerd, waardoor de gedraging kan worden vastgesteld. De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding om de boete te matigen of te vernietigen. De proceskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 262410942
zaaknummer: 11266354 BU VERZ 24-1931

uitspraak van de kantonrechter van 12 juni 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
(gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl).

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))’, verricht op 29 oktober 2023, om 17:34 uur, op de Brinkstraat in Assen, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 28 mei 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig: de vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. K. Kattick.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Gemachtigde voert aan dat betrokkene geen E1-bord is gepasseerd. Uit het dossier is niet gebleken van een toereikend schouwrapport. De rijroute van betrokkene was als volgt. Betrokkene reed vanaf de Overcingellaan via de Stationsstraat, de Oostersingel en de Noordersingel de Brinkstraat in. Daarnaast is Artikel 13a lid 2 Wahv in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.
Overwegingen
4. De kantonrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en de gegevens in het zaakoverzicht. In dit geval was de verbalisant ter plaatse aanwezig. Vervolgens is relevant hoe groot de parkeerverbodszone is en waar de pleeglocatie is gelegen ten opzichte van de bebording. [1] In dit geval gaat het om een relatief kleine parkeerverbodszone, waarbij de betreffende bebording op de Noordersingel was geplaatst, dicht bij de pleeglocatie. Gelet hierop mag worden aangenomen dat de verbalisant de bebording heeft gecontroleerd. De gedraging kan daarom worden vastgesteld. Verder ziet de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen of te vernietigen. De proceskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2025.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:1575.