In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 juni 2025 een beschikking gegeven over de adoptie van een meerderjarige, [naam meerderjarig kind], door haar stiefvader. De rechter heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor adoptie, zoals opgenomen in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan, met uitzondering van de voorwaarde dat het kind op de dag van indiening van het verzoekschrift minderjarig moet zijn. De rechter overweegt echter dat het weigeren van de adoptie onder zeer bijzondere omstandigheden een ongeoorloofde inbreuk kan maken op het gezinsleven, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). In dit geval zijn er zeer bijzondere omstandigheden die maken dat het verzoek tot adoptie moet worden toegewezen. De rechter heeft geconstateerd dat [naam meerderjarig kind] en haar stiefvader een hechte band hebben en dat de adoptie van groot belang is voor de mentale gezondheid en identiteitsontwikkeling van [naam meerderjarig kind]. De rechter heeft daarom besloten de adoptie uit te spreken, ondanks dat [naam meerderjarig kind] meerderjarig is.