ECLI:NL:RBNNE:2025:3284

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
11346168 BU VERZ 24-2434
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 22 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die aan betrokkene was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 139,00 was opgelegd voor het gebruik van de autosnelweg met een voertuig dat niet voldeed aan de snelheidsnormen. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep aangetekend, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 9 juli 2025 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. H. Veldman, aangevoerd dat betrokkene op het moment van de vermeende overtreding niet op de Europaweg was, maar in Midwolde om een verjaardag te vieren. De kantonrechter heeft de argumenten van de gemachtigde in overweging genomen, evenals het feit dat er geen aanvullend proces-verbaal beschikbaar was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de gedraging vast te stellen en heeft het beroep gegrond verklaard. Tevens is de officier van justitie veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die zijn vastgesteld op € 907,00. De kantonrechter heeft de extra wegingsfactor uit artikel 13a, tweede lid, Wahv buiten toepassing gelaten, omdat er sprake was van bijzondere omstandigheden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en biedt een belangrijke overweging voor toekomstige zaken met betrekking tot de Wahv.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 257646937
zaaknummer: 11346168 BU VERZ 24-2434

uitspraak van de kantonrechter van 22 juli 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
gemachtigde: mr. H. Veldman, Het Raethuys Advocatuur.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘autosnelweg gebruiken anders dan met motorvoertuig dat sneller kan/mag dan 60 km/h’, verricht op 7 mei 2023, om 18:14 uur, op de Europaweg in Groningen, in persoon. De opgelegde boete bedraagt € 139,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 9 juli 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene, zijn gemachtigde en als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. F. Hashimi.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Gemachtigde voert aan dat betrokkene op de in de beschikking genoemde datum en tijd niet te voet de Europaweg is overgestoken. Betrokkene was toen in Midwolde om de verjaardag van zijn schoonzus te vieren. De beschikking bevat kennelijk een onjuiste vermelding van de datum en tijd. Betrokkene is supporter van FC Groningen en was op vrijdagavond 7 april 2023 aanwezig bij de wedstrijd tussen FC Groningen en FC Utrecht. Deze wedstrijd begon om 20:00 uur en is wegens onregelmatigheden gestaakt rond 21:38 uur. Betrokkene ging altijd met de auto naar de wedstrijden en parkeerde deze dan in de Rouaanstraat bij de Euroborg. Hij loopt dan via de Duinkerkenstraat en de Antwerpenstraat over het onverharde schouwpad van het Waterschap onderaan de Europaweg naar de Euroborg. Dit is een sluiproute die veel supporters bewandelen. Toen de wedstrijd werd gestaakt heeft betrokkene eerst, in verband met de onrust, een tijd gewacht bij de bioscoop Kinepolis aan de Boumaboulevard nummer 53. Daarna is betrokkene teruggelopen naar zijn auto en toen hij op het onverlichte schouwpad onder en naast de Europaweg liep, kwam vanuit de tegenovergestelde richting een grote groep supporters aangerend. Nadat de supporters gepasseerd waren zag betrokkene na enkele minuten, eveneens vanuit tegenovergestelde richting, een groep agenten met wapenstok naderen. Van afstand werd betrokkene door de agenten gesommeerd dat hij zich om moest draaien en de andere kant op moest lopen. Betrokkene liet nog weten dat hij onderweg was naar zijn auto, maar met geheven wapenstok en een por in de rug werd hij gesommeerd door te lopen. Op het moment dat ze bij de tunnel kwamen moest betrokkene zich identificeren. Betrokkene liet vervolgens zijn rijbewijs zien, waarvan een foto werd gemaakt. Nadat de foto werd genomen kreeg de desbetreffende agent via zijn oortje een commando, waarna hij iets riep naar zijn collega’s, die vervolgens zonder iets te zeggen richting de Europaweg renden en betrokkene alleen achterlieten. Uit het bijgevoegde nieuwsbericht, dat is gepubliceerd op www.politie.nl, volgt dat op 7 april 2023 rond 22:45 uur door de politie een grote groep voetbalsupporters lopend op en nabij de Europaweg is aangetroffen, waarvan er 27 staande zijn gehouden en bekeurd. Volgens betrokkene is er bij de administratieve afhandeling iets misgegaan. Waarschijnlijk verkeerde de politie in de veronderstelling dat betrokkene tot de groep behoorde, als bedoeld in bijgevoegd nieuwsbericht. Verder voert gemachtigde aan dat zich bij de stukken geen aanvullend proces-verbaal bevindt, terwijl hier wel om is verzocht. Vervolgens wordt in de toelichting door de verbalisant aangegeven dat betrokkene geen verklaring heeft afgelegd. Dat komt, omdat betrokkene niet is gevraagd om een verklaring af te leggen. De cautie is ook niet gegeven. Het hele voorval is als zeer intimiderend ervaren en heeft dusdanige indruk op hem gemaakt dat hij de wedstrijden van FC Groningen niet langer bezoekt.
3. Verder verzoekt de gemachtigde om een proceskostenvergoeding. Hij verzoekt om de extra wegingsfactor als bedoeld in artikel 13a, tweede lid, Wahv buiten toepassing te laten, omdat deze is bedoeld voor
no cure no pay-bureaus. Bovendien heeft de gemachtigde inspanningen verricht en gronden aangevoerd die specifiek op deze zaak betrekking hebben.
4. De vertegenwoordigster is van mening dat het beroep gegrond moet worden verklaard. Er is een aanvullend proces-verbaal opgevraagd in administratief beroep, maar deze is niet binnengekomen. Hierdoor kan de gedraging niet worden vastgesteld.
Overwegingen
5. De gronden slagen. De kantonrechter ziet aanleiding om te twijfelen of de gedraging is verricht. Omdat de kantonrechter op basis van de voorhanden zijnde informatie niet met zekerheid kan vaststellen dat de gedraging is verricht, kan de inleidende beschikking niet in stand blijven. De kantonrechter zal het beroep daarom gegrond verklaren.
6. Omdat de kantonrechter het beroep gegrond zal verklaren, zal zij de officier van justitie veroordelen in de proceskosten van betrokkene. Zij zal de extra wegingsfactor uit artikel 13a, tweede lid, onder a, Wahv buiten toepassing laten, nu sprake is van bijzondere omstandigheden. De gemachtigde is een advocaat die optreedt namens een regulier advocatenkantoor dat niet alleen gericht is op Wahv-zaken. Het gaat hier dus niet om een
no cure no pay-bureau. Ook heeft de advocaat uitgebreide, op de zaak toegespitste, gronden aangevoerd. [1] De kantonrechter zal één punt toekennen met een waarde van € 907,00 voor het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter en één punt voor het bijwonen van de zitting bij de kantonrechter met een waarde van € 907,00. Gelet op de aard van de zaak past de kantonrechter de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toe.
7. De berekening is als volgt: 2 (procespunten) x € 907,00 (tarief) x 0,5 (wegingsfactor, licht) = € 907,00. Zij zal de officier van justitie veroordelen in de kosten van € 907,00.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
  • vernietigt die inleidende beschikking;
  • bepaalt dat betrokkene het bedrag van de zekerheidstelling terugkrijgt;
  • veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten van betrokkene van € 907,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2025.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Vgl. Hoge Raad, 24 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:985, r.o. 5.2. en 5.3.