Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben vrijspraak gevorderd van feit 2 primair en veroordeling voor de feiten 1, 2 subsidiair, 3 en 4. Ten aanzien van de feiten 2 subsidiair en 3, de beschieting van het [bedrijf 1] in Winschoten, hebben de officieren van justitie aangevoerd dat de dader van de beschieting van het [bedrijf 1] dezelfde persoon betreft als degene die een ontploffing teweeg heeft gebracht bij de [bedrijf 2] in Groningen, namelijk verdachte. Er zijn aanwijzingen gevonden dat sporen in het in Groningen aangetroffen patroon zijn veroorzaakt door hetzelfde vuurwapen als de sporen in de in Winschoten aangetroffen hulzen. Daarnaast past het scenario dat de delicten door dezelfde dader zijn gepleegd in het tijdspad en droeg de dader bij beide delicten donkere kleding. Ten slotte blijkt uit camerabeelden dat de schoenen van de persoon die op het [bedrijf 1] heeft geschoten overeenkomen met de schoenen van degene die het explosief bij de [bedrijf 2] heeft geplaatst. Volgens de officieren van justitie kan niet worden bewezen dat verdachte in vereniging geweld heeft gepleegd, daarom moet vrijspraak volgen van feit 2 primair.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de feiten 1, 2 primair en subsidiair en 3. Feit 4 kan, gelet op de bekennende verklaring van verdachte, wel worden bewezen. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte degene is geweest die de ontploffing teweeg heeft gebracht. Van het filmpje is niet bekend hoe het, een dag na het incident, op de telefoon van verdachte is gekomen. Daarom kan niet worden gesteld dat verdachte het filmpje heeft gemaakt. Daarnaast is het DNA-spoor op de dop van de fles niet zonder meer een daderspoor. Het DNA kan op de dop terecht zijn gekomen omdat verdachte de fles heeft opengedraaid om er uit te drinken. Er kan niet worden vastgesteld dat het DNA op de dop valt te herleiden tot een uitvoeringshandeling van verdachte.
Oordeel van de rechtbank Vrijspraak feiten 2 en 3
De rechtbank acht feiten 2 primair en subsidiair en 3 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. Hoewel het dossier enkele aanwijzingen bevat dat verdachte betrokken is geweest bij de beschieting van het [bedrijf 1] in Winschoten, is er naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen. Dat er aanwijzingen zijn dat een aangetroffen patroon op de plaats delict in Groningen is verschoten met hetzelfde wapen als waarmee die nacht in Winschoten is geschoten, in combinatie met de redelijk algemene overeenkomsten in de kleding van de plegers van beide feiten (namelijk donkere kleding en donkere schoenen met een witte zool), is daarvoor onvoldoende. De rechtbank zal verdachte daarom integraal vrijspreken van de feiten 2 en 3.
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 17 september 2024, opgenomen op pagina 492 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] (Zomereik) d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Van wie is of was het telefoonnummer [telefoonnummer] ? A: Ik denk dat dat mijn oude nummer is.
V: Van wie is het emailadres [account] ? A: Van mij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2023, opgenomen op pagina 358 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op donderdag 12 juli 2023 heb ik camerabeelden bekeken welke afkomstig waren van een bedrijf [bedrijf 3] genaamd, gevestigd aan de [adres] te Groningen. Ik zie dat er op de camerabeelden, rechtsboven de datum en het tijdstip vermeld worden. De datum staat op 12 juli 2023.
03:21:06 uur. De persoon gaat stil staan bij het pand, alwaar later de explosie plaats zou vinden. 03:21:18 uur. De persoon gaat door zijn knieën ter hoogte van genoemde pand.
03:21:24 uur. In beeld is te zien dat er bij de persoon wat oplicht. 03:21:25 uur. Datgene wat oplicht wordt feller.
03:21:27 uur. De persoon komt omhoog en rent weg in de richting van het Hereplein.
03:21:30 uur. De persoon verdwijnt uit beeld. Daar waar de persoon door zijn knieën ging, is een feller licht te zien. Tevens is er rook te zien.
03:21:33 uur. Het eerdergenoemde fel licht blijkt vuur te zijn. Het vuur wordt groter en begint te sputteren.
03:21:41 uur. Een zeer fel licht is te zien waardoor het camerabeeld geheel verlicht wordt. Als de flits wegtrekt zie ik dat er overal vuur is op de straat. Tevens is te zien dat er ook vuur in de richting van het pand alwaar de camera hangt gaat. Dit reikt tot aan de stoeprand, van het pand, alwaar de camera hangt.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek bedrijf ( [adres] Groningen) van 13 juli 2023, opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op woensdag 12 juli 2023 om 04:45 uur kwam ik voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] Groningen.
Het bedrijf [bedrijf 4] zit gevestigd in het pand aan de [adres] te Groningen. Het pand bestaat uit 4 verdiepingen. Het bedrijf [bedrijf 4] is op de begane grond gevestigd. De drie woonlagen er boven worden verhuurd als woonruimte, en werden ten tijde van de brand bewoond. Het pand is gelegen in een rij panden. Op de begane grond van deze panden zijn bedrijven gevestigd, boven deze bedrijven zijn woningen gevestigd.
Ik zag dat de ruiten van het pand aan de [adres] te Groningen zwart geblakerd waren. Ik zag dat het glas van de rechter toegangsdeur versplinterd was (foto 2). Ik zag dat het versplinterde glas van deze toegangsdeur voornamelijk binnen in het pand lag. Ik zag dat een glazen scheidingswand in het pand versplinterd was.
Voor het pand stonden meerdere pionnen met sporendragers er onder. Bij markering 2 zag ik een deel van een anderhalve liter petfles liggen (foto 6), ik rook aan deze fles een sterke geur die gelijkend was op de geur van benzine. Ik zag aan deze fles restanten van grijs duct-tape. Bij markering 6 zag ik een plastic dop liggen, afkomstig van een fles (foto 10). Deze dop was aangestraald door hitte. Ik heb deze dop veiliggesteld voor verder onderzoek. Ongeveer één (1) meter voor markering 2, kijkend richting perceel 97, zag ik een snipper papier liggen (foto 11). Ik herkende deze snipper als het papier afkomstig van vuurwerk. Ik heb deze snipper veiliggesteld. Over de rijbaan, tegenover perceel 97, zag ik een donkere roet kleurige verkleuring (foto 12). Aan het einde van deze donkere streep zag ik een stuk versmolten plastic liggen. Deze rook sterk naar een op benzine gelijkende geur. Ik heb dit stuk plastic veiliggesteld voor brandonderzoek vluchtige stoffen.
Ten tijde van de explosie en de brand lagen er op de verdiepingen boven [bedrijf 4] mensen te slapen. Ook in de omliggende panden lagen mensen te slapen.
Overzicht veiliggesteld spoor en sporendragersSpoornummer: [nummer]
SIN: [nummer] Spooromschrijving: Brandrest
Goednummer: [nummer] SIN: [nummer]
Bijzonderheden: Dop van een petfles
4. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van 14 juli 2023, opgemaakt door dr. P.A. Maaskant - van Wijk, opgenomen op pagina 202 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Onderstaand materiaal is ontvangen van de politie. SIN: [nummer]
De dop is geheel bemonsterd en als [nummer] veiliggesteld voor DNA-onderzoek.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van waarneming en afname celmateriaal d.d. 11 juli 2024, opgenomen op pagina 490 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In aanwezigheid van mij, [verbalisant 1] , werd op woensdag 10 juli 2024 om 13:10 uur, door mij, [verbalisant 2] , (niet betrokken bij het onderhavige opsporingsonderzoek), op de locatie [adres] van de verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2004, wangslijmvlies afgenomen.
Het afgenomen celmateriaal is door [verbalisant 2] in beslag genomen. Het celmateriaal is op de voorgeschreven wijze verpakt en voorzien van een identiteitszegel. Op dit identiteitszegel is de naam en geboortedatum van de verdachte aangebracht.
Het celmateriaal wordt zo spoedig mogelijk overgebracht naar het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag.
6. Een deskundigenrapport DNA-onderzoek afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van 6 september 2024, opgemaakt door drs. T.A. Hopman, opgenomen op pagina 328 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Onderstaand referentiemateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek.
SIN: [nummer]
Naam: referentiemateriaal wangslijmvlies verdachte [verdachte] [nummer] dop
DNA kan afkomstig zijn van minimaal drie personen:
- verdachte [verdachte] (bewijskracht ongeveer 1 miljard)
- minimaal twee onbekende personen
DNA-mengprofiel [nummer] is ongeveer 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van drie willekeurige onbekende personen.
7. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van 23 augustus 2023, opgemaakt door ing. J. Dogger, opgenomen op pagina 213 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Te onderzoeken materiaal SIN: [nummer]
In het monster zijn vluchtige stoffen aangetoond die afkomstig zijn van motorbenzine.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk met bijlagen van 17 juli 2023, opgenomen op pagina 176 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit bovenstaande feiten blijkt dat de op de plaats delict aangetroffen snipper en donkerblauw dopje afkomstig zijn van een stuk professioneel knalvuurwerk Tuono Gold 30, voorzien van categorie F4 50 gram NEM(flitspoeder). Ingedeeld conform de lijst Strafvordering van vuurwerkdelicten in lijst III, zwaar professioneel vuurwerk. Met de gevaarzetting 1.1, massa explosief.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 april 2024, opgenomen op pagina 251 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Onderzoek historische verkeersgegevens [telefoonnummer]
Ik zag dat dit telefoonnummer zich op 11 juli 2023 s avonds verplaatste van [woonplaats] , woonplaats van [verdachte] , naar Groningen. Op 12 juli 2023 te 3:17 uur werd een contact geregistreerd met een cell-id welke is gevestigd op de [adres] te Groningen. Vervolgens zag ik dat het telefoonnummer na het tijdstip van de aanslag weer cell-ids registreerde die weer terug bewogen richting [woonplaats] .
Onderzoek telefoon [verdachte]
Uit bovenstaande blijkt onder andere dat in deze telefoon het telefoonnummer [telefoonnummer] heeft gezeten. Tevens blijkt het Apple-ID te zijn gekoppeld aan het mailadres [account] . Naast het feit dat het Apple-ID is gekoppeld aan een mailadres waarin de naam van de verdachte is te lezen en de telefoon op de verdachte [verdachte] is aangetroffen tijdens zijn aanhouding in België op 1 november 2023, zag ik tevens een notitie in de telefoon waar een curriculum vitae was weergegeven. Gezien het bovenstaande is het zeer aannemelijk dat de onderzochte telefoon in gebruik is bij [verdachte] .
Ik zag dat op 12 juli 2023 te 00:17:58 uur (UTC+2) er verbinding werd gemaakt middels bluetooth met een device met de naam “ [naam] ” en het MAC-adres [nummer] . Uit onderzoek op open bronnen kan het blijken dat het hier gaan om een media-navigatieapparaat van een voertuig van het merk LG.
Ik zag dat op de telefoon van [verdachte] een video was opgeslagen met de bestandsnaam [bestandsnaam] Ik zag dat deze video was opgeslagen in een map die behoorde bij de applicatie Snapchat met de tijdstempel “created” op 12 juli 2023 te 20:35:17 (UTC+2). Ik zag dat op deze video te zien was hoe er uitvoering werd gegeven aan het plegen van de aanslag op 12 juli 2023 bij het bedrijf de [bedrijf 2] , gevestigd aan de [adres] te Groningen.
Op de video is duidelijk te zien dat er wordt gefilmd in de richting van de [adres] te Groningen.
Onderstaande screenshot laat zien dat er gebruik is gemaakt van drie flessen met een brandbare vloeistof en daarnaast drie stuks professioneel knalvuurwerk.
In onderstaand screenshot is een deel van de hand van de dader te zien. Tevens is te zien dat er een roze/paarse aansteker wordt gebruikt met aan de bovenkant een soort logo of merknaam.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2024, opgenomen op pagina 335 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Het filmpje op de telefoon van verdachte [verdachte] toont dat een explosief voor de pui van The [bedrijf 2] wordt geplaatst, wordt aangestoken en tot ontploffing komt. Het explosief bestond uit drie stuks vuurwerk met drie flessen in een witte plastic tas. De flessen hebben een witte dop met een lip. Van de dop waarop het DNA-profiel van verdachte [verdachte] werd aangetroffen, is een foto opgenomen in het NFI-rapport. De dop komt overeen met de doppen op de flessen van het explosief.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2024, opgenomen op pagina 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit de transactiegegevens van de rekeningen van [verdachte] kon het volgende blijken.
Op 12 juli 2023, om 01:22 uur is er een transactie vanaf het rekeningnummer van [verdachte] naar de [bedrijf 5] .
Bewijsoverweging
Uit het voorgaande volgt dat op 12 juli 2023 om 03:21 uur een ontploffing plaatsvond bij het pand aan de [adres] in Groningen. De rechtbank moet beoordelen of verdachte betrokken is geweest bij die ontploffing. De rechtbank overweegt daarover het volgende.
Uit de historische gegevens van de telefoon van verdachte volgt dat het toestel in de nacht van 12 juli 2023 verplaatste van [woonplaats] , de woonplaats van verdachte, naar Groningen. Uit het dossier blijkt verder dat de telefoon van verdachte om 00:17 uur verbinding maakte met een navigatieapparaat. Om 01:22 uur vond er een pintransactie plaats met het rekeningnummer van verdachte bij de [bedrijf 5] in Zuidwolde. Deze plek ligt op de route van [woonplaats] naar Groningen. Vervolgens straalde de telefoon om 03:17 uur een mast in de buurt van de [adres] in Groningen aan. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de telefoon van verdachte een reisbeweging naar Groningen heeft gemaakt in de nacht van 12 juli 2023 en zich om 03:17 uur in de buurt van de [adres] bevond.
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij zijn telefoon die nacht heeft uitgeleend aan een persoon van wie hij de naam niet wil noemen. De rechtbank acht die verklaring volstrekt ongeloofwaardig. Uit onderzoek in de telefoon van verdachte1 blijkt namelijk dat het telefoongebruik van die nacht precies past bij het normale telefoongebruik van verdachte. Zo vond er een appgesprek plaats met het broertje van verdachte, waarin door het broertje wordt geschreven: “je bent je Airpods vergeten, heb op keukentafel gelegd”. In reactie daarop appte de gebruiker van de telefoon dat de AirPods boven op zijn kussen moeten
worden gelegd. Verder was er een inkomend en uitgaand telefoongesprek met de zus van verdachte, namelijk om 01:52 uur en 05:15 uur. De rechtbank stelt vast dat verdachte zijn telefoon dus zelf in gebruik had in de nacht van 12 juli 2023 en dat hij op het moment van de ontploffing in Groningen was.
De rechtbank concludeert voorts dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat DNA-materiaal van verdachte is aangetroffen op een dop van een petfles, die gebruikt is om een de explosie te veroorzaken. Dat levert een zeer sterke aanwijzing op dat verdachte degene is geweest die het explosief tot ontploffing heeft gebracht. Dat geldt te meer nu in de telefoon van verdachte een filmpje is aangetroffen waarop de ontploffing vanuit daderperspectief is te zien. De rechtbank kan niet vaststellen hoe het filmpje op de telefoon van verdachte terecht is gekomen, maar het staat wel vast dat het filmpje is aangetroffen op een bestandlocatie die hoort bij het Snapchat-account van verdachte.
Voormelde feiten en omstandigheden acht de rechtbank redengevend voor het bewijs van het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing. Verdachte heeft geen verifieerbare, ontzenuwende verklaring gegeven voor deze feiten en omstandigheden, die nadrukkelijk wijzen op zijn betrokkenheid bij de ontploffing. Dat verdachte zijn telefoon had uitgeleend wordt, zoals hierboven uiteen gezet, weersproken door de informatie uit het dossier. In aanvulling daarop overweegt de rechtbank dat het scenario van verdachte dat hij tijdens de ontploffing thuis was, niet verifieerbaar is gebleken. Zijn broer en zus, die als getuigen zijn gehoord, hebben daarover slechts verklaard dat zij verdachte op bepaalde momenten in de avond van 11 juli 2023 hebben gezien en dat zij hem s nachts niet hebben gezien. Dat verdachte ten tijde van de ontploffing thuis was is op basis van deze verklaringen niet vast te stellen.
Op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, concludeert de rechtbank dat het niet anders kan dan dat verdachte op 12 juli 2023 de ontploffing bij de [bedrijf 2] in Groningen teweeg heeft gebracht.
Medeplegen
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte het feit tezamen en in vereniging heeft gepleegd, omdat uit het dossier niet blijkt dat verdachte met een ander nauw en bewust heeft samengewerkt. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Gemeen gevaar voor goederen/levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
De rechtbank acht bewezen dat door de ontploffing gevaar voor goederen, levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was. Op camerabeelden is een flinke explosie te zien en vervolgens meerdere brandhaarden. De brandweer heeft de brand geblust. Door de explosie is schade ontstaan aan het pand. Op het moment van de ontploffing waren personen aanwezig in de woonlagen boven het bedrijf waar de ontploffing plaatsvond. Ook in de omliggende panden lagen mensen te slapen. Het explosief is bovendien aangestoken op een openbare plek. De Herestraat is een drukke straat in het centrum van Groningen, waar ook in de nachtelijke uren mensen plegen langs te komen. Dat was in de momenten rondom de explosie ook zo, zoals blijkt uit de verklaring van een getuige die op straat liep en de ontploffing heeft gezien2 en uit het buurtonderzoek waaruit blijkt dat enkele minuten na de ontploffing een taxi door de straat reed.3 Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van deze feiten en omstandigheden vast dat het handelen van verdachte een situatie heeft opgeleverd waarin naar algemene ervaringsregels niet alleen gevaar voor goederen te duchten was, maar ook levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen.
Feit 4
De rechtbank acht feit 4 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 20 juni 2024, opgenomen op pagina 289 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] (Zomereik) d.d. 28 oktober 2024, inhoudend het relaas van verbalisant;
een kennisgeving van inbeslagneming van 19 juni 2024, opgenomen op pagina 819 e.v. van voornoemd dossier;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen van 8 juli 2024, opgenomen op pagina 316 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant.