Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafmotivering
Benadeelde partijen
Beslag
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.
een gedeelte, groot 18 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1]te betalen:
- het bedrag van 650,00 (zegge: zeshonderdvijftig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 januari 2025 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 1]aan de Staat te betalen een bedrag 650,00 (zegge: zeshonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2025 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
13 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 4]te betalen:
- het bedrag van 190,00 (zegge: honderdnegentig euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 januari 2025 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 4]voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 4]aan de Staat te betalen een bedrag 190,00 (zegge: honderdnegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 januari 2025 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
3 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen
- 1 PR schoenen (beige, merk: Gentiluomo Sneaker, [nummer] )
- 1 STK jas (blauw, merk: Petrol, [nummer] )
- 1 STK jas (zwart, merk: Stone Island, [nummer] )
- 1 STK jas (zwart, merk: Emporio Armani, [nummer] )
- 1 PR schoenen (Australian, [nummer] )
- 1 STK broek (blauw, merk: Livergy, [nummer] )
- 1 STK gsm ( [nummer] )