Uitspraak
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken van
2.september 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- gemeen gevaar voor dat fornuis, het naastgelegen keukenblok en/of inboedel van die woning en/of de inboedel van de woningen gelegen in dat flatgebouw, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar voor de bewoner te weten [slachtoffer] , doordat er schadelijke rookgassen zijn vrijgekomen en/of de (slaap)kamer waar voornoemde [slachtoffer] is aangetroffen vol rook stond en/of voor bewoners van de woningen in dat flatgebouw gelegen aan de [adres] , in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, en/of
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de bewoner te weten [slachtoffer] , doordat er schadelijke rookgassen zijn vrijgekomen en/of de (slaap)kamer waar voornoemde [slachtoffer] is aangetroffen vol rook stond en/of voor bewoners van de woningen in dat flatgebouw gelegen aan de [adres] , in elk geval zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
Beoordeling van het bewijs
- gemeen gevaar voor dat fornuis, het naastgelegen keukenblok en inboedel van die woning en
- levensgevaar voor de bewoner te weten [slachtoffer] , doordat er schadelijke rookgassen zijn vrijgekomen en de slaapkamer waar voornoemde [slachtoffer] is aangetroffen vol rook stond en
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de bewoner te weten [slachtoffer] , doordat er schadelijke rookgassen zijn vrijgekomen en de slaapkamer waar voornoemde [slachtoffer] is aangetroffen vol rook stond, te duchten was.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
- 500,--, ( mishandeling) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2024;
- 4.000,-- ( brandstichting) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 september 2024.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.
een gedeelte, groot 12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaar, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- het bedrag van 4.672,-- zegge: vierduizendzeshonderdtweeënzeventig euro;
- de wettelijke rente over de onderstaande bedragen tot de dag van algehele voldoening: