Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het primair ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte inderdaad naar Winschoten is gereden, maar dat hij niet wist waarom. Het enkel van Amsterdam naar Winschoten rijden, op straat zijn op het moment dat een ontploffing plaatsvindt, het schuilen na een knal en het van kleding moeten wisselen is onvoldoende om medeplegen te kunnen bewijzen. Ook kan de medeplichtigheid niet worden bewezen, nu het dossier te weinig aanknopingspunten bevat om te kunnen concluderen dat verdachte wist of de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn medeverdachten een ontploffing teweeg wilden brengen. Het enige wat verdachte moest doen was op de uitkijk staan of er mensen aan zouden komen in een doodstille buurt. Dat verdachte in de auto zat, dat zijn telefoon is gebruikt voor de navigatie en dat hij naderhand heeft gezocht naar wat er in Winschoten is gebeurd, is niet voldoende om te concluderen dat verdachte die wetenschap wel had.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 26 augustus 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik ben die nacht in Winschoten geweest. We gingen heen met de auto en terug met de trein.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 september 2023, opgenomen op pagina 25 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 22 augustus 2024, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
A: We lagen gewoon te slapen. Om half drie in de nacht, iets eerder dan dat, hoorden we een enorme knal. Mijn vader en ik renden naar beneden. En we hoorden het brandalarm afgaan in de hal beneden. De deur was kapot en alle ramen waren er uit. Er lag glas op de grond. Mijn zusjes die lagen nog binnen.
V: Wie waren er allemaal thuis?
A: Mijn vader, moeder, twee zusjes en ik.
V: Wat was de schade precies?
A: De voordeur is helemaal kapot. Dus de deur, het raam en het kozijn ook. Het kozijn van de bergingsdeur was ook kapot. Ook het raam van de bergingsdeur lag er uit. De deur van de berging zit naast de voordeur. Aan de voorkant van de woning lagen er nog twee ramen uit. Dat waren de ramen aan de voorzijde van de woning op de begane grond. Een raam van de auto van mijn vader is ook kapot. De voorruit van de auto, de binnenspiegel en de achterbumper zijn kapot door de explosie. In de achterbumper zitten parkeersensoren die het ook niet meer doen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres] Winschoten) d.d. 21 oktober 2023, opgenomen op pagina 133 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Wij zagen dat de ruiten van de schuurdeur, voordeur en een gedeelte van de raampartij van de woonkamer kapot waren (foto 5). Wij zagen op de oprit glasscherven met daartussen restanten passend bij vuurwerk (blauw plastic en kartonnen snippers). Wij zagen dat de onderzijde van de voordeur kapot was, de onderste plank van de deur lag tussen de glasscherven (foto 6). Wij zagen dat de deur ontzet was, het kozijn was kapot. Wij zagen binnen enkele glasscherven op de deurmat. Wij zagen dat een lat aan de binnenkant van de deur los was gekomen. Wij zagen een auto op de rechterzijde van de oprit staan. Wij zagen een ster in de voorruit. Wij zagen een blauw restant op het paravaan (foto 7). Wij zagen dat de rechterachterzijde van het voertuig beschadigd was. Wij zagen op de parkeerplaats, schuin tegenover het perceel, meerdere restanten passend bij vuurwerk.
Uitslag onderzoek
Uit onderzoek kon blijken dat de aangetroffen en in beslag genomen fragmenten kennelijk hebben toebehoord aan een flashbanger (knalvuurwerk) dat bekend is onder de naam Super Cobra 6.
Oorzaak
Op basis van de uitkomsten van het forensisch onderzoek kan worden gesteld dat de explosie was veroorzaakt door het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing met behulp van een pyrotechnisch voorwerp, passend bij vuurwerk. Dit vuurwerk werd geïdentificeerd als een Super Cobra 6, zijnde professioneel vuurwerk. Gelet op het schadebeeld was het vuurwerk tegen, of althans in de directe omgeving van de voordeur van de woning geplaatst, waarna op enig moment na ontsteking, een explosie plaatsvond.
De schade van de explosie had geleid tot ruitschade aan diverse deuren en ramen van de woning en een nabij staande geparkeerde personenauto. Daarnaast was structurele schade aan de buitendeur en kozijn ontstaan.
Gevaarzetting
Door de ontploffing was er gemeen gevaar voor goederen te duchten geweest. Afhankelijk van de positie van personen in of in de buitenomgeving van de personen zou er sprake geweest kunnen zijn van gevaar voor zwaar lichamelijk letsel.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2023, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Het nummer [telefoonnummer 1] komt over de bevraagde periode slechts één keer voor op zendmasten in Winschoten en dat is op 20 september 2023. Uit de door Odido aangeleverde gegevens blijkt dat het de GSM met nummer [telefoonnummer 1] op 19 september 2023 om 22:11 uur gebruikt maakt van een zendmast bij het Centraal Station in Amsterdam. Vervolgens wordt er gebruikt gemaakt van een zendmast in [plaatsnaam] , gelegen nabij de snelweg A7 in de richting van Groningen. Op 20 september wordt in het
tijdsblok startend om 00:52 gebruik gemaakt van zendmast gelegen aan de [adres] in Winschoten. Op 20 september 2023 vinden er drieënveertig uitgaande gesprekken plaats met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Uit de bevraagde zendmastgegevens rondom het plaats delict [adres] te Winschoten blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] op 20 september 2023 tussen 01.39 en 03.00 uur gebruikt heeft gemaakt KPN zendmast, [adres] .
De cellids van zendmasten die het vaakst worden gebruikt zijn:
[adres]
Uit de bevraagde historische printgegevens blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (en bijbehorend imeinummer) alleen op 20 september 2023 gebruik heeft gemaakt van zendmasten in de provincie Groningen.
Op het moment dat telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruik maakt van zendmasten in Winschoten heeft het meerdere malen, over en weer, contact met [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ).
Gezien bovenstaande is het aannemelijk dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] met de auto naar Winschoten is gereisd en dat hij op de terugweg gebruik heeft gemaakt van de trein.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2024, opgenomen op pagina 128 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op dinsdag 6 februari 2024 is onder verdachte [verdachte] een mobiele telefoon van het merk Apple, type iPhone 13 Pro inbeslaggenomen. In de uitgelezen telefoon zijn de volgende technische gegevens weergegeven: (..) “Last used MSISDN: + [telefoonnummer 1]
Apple ID: [accountnaam] ”.
Op 19 september 2023 om 21:18:01 (UTC+0)2 uur is er in applicatie Apple Maps gezocht op [adres] ( [coördinaten] ). De weergegeven coördinaten komen overeen met het adres [adres] te Winschoten.
Chats met [telefoonnummer 2]
Op 20 september 2023 worden via de applicatie iMessage berichten verstuurd tussen de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] .
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] is in de telefoon opgeslagen onder de naam [medeverdachte] Uit de bevraagde historische printgegevens van [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 1] is vastgesteld dat beide telefoonnummers ten tijde van onderstaande berichten gebruik hebben gemaakt van zendmasten in Winschoten.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2024, opgenomen op pagina 154 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op dinsdag 6 februari 2024 is onder verdachte [verdachte] een mobiele telefoon van het merk Apple, type iPhone 13 Pro in beslag genomen.
Er zijn diverse aanwijzingen dat het toestel door [verdachte] werd gebruikt, nu volgt een niet limitatieve opsomming.
- [verdachte] weet de code van het toestel
- Diverse user ID's verwijzen naar zijn naam.
Apple ID: [accountnaam]
Snapchat: [accountnaam]
[accountnaam]
- Op 20-9-2023 07:39:32 krijgt [verdachte] een bericht van [telefoonnummer 3] met de naam Mama: “Goedemorgen [verdachte] waar ben jij". Dit nummer is in gebruik bij de moeder van [verdachte] .
23:18 (19 september 2023)
Gezocht door middel van Apple Maps op [adres] ( [coördinaten] ) De weergegeven coördinaten komen overeen met het adres [adres] te Winschoten. Dit is het adres waar later die nacht de ontploffing is.
00:03 (vanaf hier steeds 20 september 2023) ingevoerde routes in Apple maps
Er werd een route gemaakt op 19 september 2023 vanaf de coördinaten [coördinaten] naar de coördinaten [coördinaten] . De punten op de route zijn de [adres] en een punt naast de A6 bij Rustplaats de Abt, naast het daar gelegen Esso tankstation.
Opgemerkt wordt dat volgens een berekening met de routeplanner van Apple de snelste route met de auto via de A6 en de A7 ongeveer 1 uur en 33 minuten duurt. De verwachte aankomsttijd vanaf 00:03 uur is dan 01:36 uur
01:44
Start met contact via IMessage tussen het nummer in gebruik bij [verdachte] ( [telefoonnummer 1] ) en het nummer [telefoonnummer 2] (hierna [telefoonnummer 2] ).
01:46
Gezocht middels Apple Maps op [adres]
02:23
[telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] ) stuurt “bel me” naar [telefoonnummer 1] ( [verdachte] )
02:37
Explosie bij de [adres]
02:41
[telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) stuurt wbj (de rechtbank begrijpt: waar ben je) naar [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] )
02:43
[telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] ) stuurt: gelukt? en ik timer (straattaal voor wachten) op ze naar [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) Hierna wordt er gecommuniceerd dat ze kennelijk opgehaald moeten
02:52
[telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) stuurt Jo [medeverdachte] ( [medeverdachte] kan een afkorting zijn voor [medeverdachte] ) wbj naar [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] )
02:52
[telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] ) stuurt: Ga laag, en om 02:53 Lig laag ergens naar [telefoonnummer 1] ( [verdachte] )
02:53 ( [medeverdachte] ) stuurt: Heb je kino (de rechtbank begrijpt: beelden)
02:53
[telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) stuurt Noh ik was al weg aan het lopen, maar hoorde noem, boem naar [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] )
02:54
[telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) start met het delen van zijn locatie via IMessage.
02:55
[telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) stuurt heb je het? Naar [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] ) [telefoonnummer 2] ( [medeverdachte] ) stuurt No
Hierna wordt er onder meer gesproken over dat [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) zijn broek en jas uit moet doen en in een tas stoppen. En dat ze dan ergens gaan timeren (wachten).
03:40
Er wordt een locatie gedeeld met het telefoonnummer [telefoonnummer 4] (opgeslagen onder contact naam papa'). De coördinaten bevinden zich aan de [adres] te Winschoten.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2024, opgenomen op pagina 121 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
De doorzoeking vond plaats in de slaapkamer van de verdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum] 2005. Op een bed in deze slaapkamer werd een brief aangetroffen van BOS-incasso gericht aan [medeverdachte] . Deze brief betreft een factuur van 116,30 naar aanleiding van de kosten van een treinreis Groningen naar Lelystad Centrum op 20 september 2023.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2024, opgenomen op pagina 91 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op vordering is het volgende verstrekt door Thuisbezorgd: Naam: [naam] en [naam]
Telefoonnummer: [telefoonnummer 2] E-mailadres: [accountnaam]
Adres: [adres]
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 februari 2024, opgenomen op pagina 296 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
V: Je staat ingeschreven op de [adres] . Hoe vaak verblijf je daar? A: Ik ben daar elke dag
V: Wij hebben gegevens opgevraagd van thuisbezorgd.nl Hieruit blijkt dat er op 4 en 7 mei onder de naam “ [naam] van de [adres] eten is besteld bij Halal Fried Chicken. Wat kan jij je hierover herinneren?
A: Dat is gewoon voor bezorgen, ik wou [naam] intoetsen. Ik zet gewoon zomaar een naam. Ik kan me wel herinneren dat ik [naam] / [naam] als naam heb gekozen. Ik weet ook nog dat ik bij Halal Fried Chicken heb besteld.
V: Wie maakte nog meer gebruik van deze telefoon?
A: Er maakte niemand anders gebruik van het toestel dat ik gebruikte. V: Van wie is het mailadres [accountnaam] ?
A: Dat is mijn emailadres
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte
toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling en vordering tot bewaring door de rechter-commissaris d.d. 9 februari 2024, los bijgevoegd bij voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
U houdt mij voor waarvan ik word verdacht en vraagt wat mijn betrokkenheid is. Ik werd gevraagd om mee te gaan, ik zei dat het goed was. Iemand belde mij. We gingen met de auto, we zijn lang onderweg geweest toen we aankwamen stapten we uit, we waren in Winschoten. Ja, ik ben naar het Centraal station gegaan. Ik werd daar opgehaald door jongens. U vraagt of [medeverdachte] daarbij was. Ja. U vraagt of ik ooit eerder in Winschoten was geweest. Nee. [medeverdachte] en ik stapten uit, de andere twee bleven in de auto. U houdt mij voor dat uit mijn telefoon blijkt dat er in de avond is gezocht op Google Maps naar het adres [adres] Winschoten. Ja, ik was de enige die internet had. Ik heb mijn telefoon aan de bestuurder gegeven. U vraagt wat wij moesten doen toen we uitstapten. Nee, we moesten blijven staan. Op een gegeven moment hoorde we een hele harde knal, toen ben ik weggerend. U vraagt of [medeverdachte] ook is blijven staan. Nee, hij liep weg en toen hoorde ik een harde knal. Ik ben weggerend, ik was bang. U vraagt waarom ik niet terug ben gegaan naar de auto. Ik wist niet waar ze waren. Het klopt dat ik tegen mijn vader heb gezegd dat ik achtergelaten was en dat de auto weg was. Ik heb de hele tijd met [medeverdachte] gebeld, maar hij hing steeds op. Hij heeft uiteindelijk zijn locatie gedeeld en toen waren we weer samen. U vraagt hoe we terug zijn gegaan naar Amsterdam. Met de trein. U vraagt of ik een kaartje heb gekocht. Nee. U vraagt of ik iets zou krijgen om mee te gaan. Dat was nog niet besproken. Ik zou op de uitkijk staan. U vraagt wat ik had gedaan als er iemand langs was komen lopen. Ik had dan [medeverdachte] moeten bellen om te zeggen dat er iemand aankwam. U vraag of ik dan niet wist wat [medeverdachte] ging doen als ik op de uitkijk moest staan. Nee, hij zei dat ik daar moest blijven staan.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen overweegt de rechtbank het volgende.
Aanwezigheid in Winschoten
De rechtbank stelt vast dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zich in de nacht van 20 september 2023 in Winschoten bevonden. Deze vaststelling vindt zijn grondslag in de eerste plaats in de verklaring van verdachte op dit punt en blijkt ook uit het onderzoek naar de historische verkeersgegevens van de telefoons van beide verdachten. De telefoons hebben voorafgaand, op en kort na het moment waarop het feit is gepleegd, een of meer zendmasten in Winschoten en omgeving aangestraald. Daarnaast blijkt uit de verklaring van verdachte in combinatie met de in de woning van medeverdachte aangetroffen brief van BOS incasso, dat beide verdachten in de ochtend van 20 september 2023 samen zijn teruggereisd met de trein van Winschoten/Groningen naar Amsterdam. Verdachte heeft over zijn aanwezigheid in Winschoten verklaard dat hij daarheen is gereden met een aantal jongens, waaronder [medeverdachte] en dat hij niet wist wat ze daar gingen doen.
Telefoonnummer medeverdachte
De rechtbank stelt vast dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in verband kan worden gebracht met medeverdachte [medeverdachte] . Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat het toestel waarin dit nummer werd gebruikt veelvuldig een mast dichtbij de woning van [medeverdachte] aanstraalde. De verdere bevestiging dat het om het nummer gaat dat door [medeverdachte] werd gebruikt, vindt de rechtbank in de onderzoeksgegevens van Thuisbezorgd.nl. Er werden bestellingen gedaan met dit telefoonnummer, op het adres waar medeverdachte stond ingeschreven, met het e-mailadres [accountnaam] . Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie gezegd dat hij zich herinnerde dat hij inderdaad via Thuisbezorgd eten heeft besteld en dat [accountnaam] zijn e-mailadres is. De rechtbank concludeert dan ook dat medeverdachte [medeverdachte] degene is geweest die op 19 en 20 september 2023 gebruik maakte van (een telefoon met) het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Betrokkenheid bij de ontploffing
Uit het chatgesprek dat tussen verdachte en zijn medeverdachte kort na de explosie is gevoerd, blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte betrokken is geweest bij de explosie aan de [adres] . In dat gesprek wordt onder meer gesproken over boem, hetgeen de rechtbank begrijpt als een knal na een explosie. Daarnaast proberen beide verdachten gezien de verstuurde chatberichten elkaars locatie in Winschoten te vinden, hetgeen er op duidt dat één van hen tijdens de explosie elders verbleef terwijl de ander zich bezighield met het plaatsen en aansteken van het vuurwerk. De rechtbank is van oordeel dat verdachte degene is geweest die de Cobra heeft geplaatst en ontstoken. De rechtbank leidt dit af uit de vraag van medeverdachte [medeverdachte] aan verdachte of het is “gelukt”(chat 02:43 uur) en uit de vraag aan verdachte “heb je kino” (02:53 uur), hetgeen op weinig anders kan duiden dan op een door verdachte te maken opname van de explosie of in elk geval van het geplaatste explosief. Verder wordt er door de verdachten gesproken over het wisselen van kleding door verdachte, hetgeen er op duidt dat verdachte de sporen die een explosie had achterlaten of een mogelijk signalement moest verhullen. Er wordt daarnaast gesproken over “laag liggen”, wat er op duidt dat men zich wilde verschuilen. Deze berichten bevestigen naar het oordeel van de rechtbank de betrokkenheid van beide verdachten bij de explosie. Zij zijn hierbij evident samen opgetrokken, zijn naar Winschoten gereisd en hebben daar zowel vlak voor als vlak na de explosie uitgebreid met elkaar gecommuniceerd.
De rechtbank is van oordeel dat deze feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, redelijkerwijs niet anders kunnen worden geduid dan dat verdachte en zijn medeverdachte nauw en bewust hebben samengewerkt bij het veroorzaken van de explosie aan de [adres] , zodat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
De rechtbank is tevens van oordeel dat er door de ontploffing gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was. Door de explosieve kracht is er veel schade aangericht aan de woning. Uit het
dossier blijkt bovendien dat er een gezin aanwezig was in de woning waar de ontploffing plaatsvond. Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van deze feiten en omstandigheden vast dat het handelen van verdachte een situatie heeft opgeleverd waarin gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de personen die aanwezig waren in de woning ten tijde van het ontsteken van de Cobra naar algemene ervaringsregels redelijkerwijze voorzienbaar was.