In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de intrekking van een subsidie door de minister van Economische Zaken, die verleend was op basis van de Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen. De intrekking vond plaats omdat eiser onjuiste informatie had verstrekt over de opleverdatum van zijn woning. De rechtbank constateert dat de subsidie was verleend als voorschot en dat eiser had moeten weten dat de aanvraag niet voldeed aan de voorwaarden, aangezien zijn woning na de gestelde datum was opgeleverd. Eiser had zijn aanvraag ingediend op 10 augustus 2022, maar de minister trok de subsidie in op 9 mei 2023, na controle van de gegevens. Eiser stelde dat hij ongelijk werd behandeld ten opzichte van buurtbewoners die onder dezelfde omstandigheden subsidie hadden ontvangen, maar de rechtbank oordeelt dat er geen strijd is met het gelijkheidsbeginsel, omdat ook deze buren mogelijk terugvorderingen moeten doen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar bepaalt dat de minister het griffierecht aan eiser moet vergoeden, omdat de minister pas na de zitting zijn standpunt definitief heeft onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de minister bevoegd was om de subsidie terug te vorderen en dat dit in redelijkheid is gebeurd.