2.5.Sindsdien probeert [eiser] de precieze oorzaak van het overlijden van [zoon van eiser] te achterhalen.
2.5.1.Op 25 mei 2021 heeft [eiser] een gesprek gehad met chirurg [chirurg] , verder te noemen [chirurg] , die [zoon van eiser] had geopereerd. [chirurg] vertelde [eiser] dat bij de operatie over het hoofd was gezien dat [zoon van eiser] drie kransslagaders had in plaats van twee.
2.5.2.Op 26 mei 2021 heeft [eiser] het UMCG om een kopie van het patiëntendossier van [zoon van eiser] verzocht. Daarop ontving hij op 21 juli 2021 afschriften van medische gegevens omtrent [zoon van eiser] . Op 23 juli 2021 heeft [eiser] het UMCG per e-mail bericht dat de gestuurde gegevens niet compleet zijn en verzocht om de complete opnamedocumentatie met ingang van 28 april 2021, operatieverslagen van 4, 5 en 10 mei 2021 en de complete opnamedocumentatie met ingang van 4 mei 2021 van de afdeling intensive care volwassenen.
2.5.3.Nadat partijen nog een aantal keren over de kwestie hadden gesproken, heeft het UMCG op 17 augustus 2021 [eiser] nieuwe medische gegevens over [zoon van eiser] gestuurd in de vorm van een afschrift van het digitaal gegenereerde “vrijgaverapport”. Op 18 augustus 2021 ontving [eiser] een papieren afschrift van dat rapport.
2.5.4.Bij e-mail van 19 augustus 2021 heeft [eiser] het UMCG bericht dat het afgegeven medisch dossier nog steeds niet compleet is, dat hij elektronische inzage en een elektronisch afschrift wil van het complete medisch dossier en een elektronisch afschrift van “de logging” met daarin een overzicht van degenen die bepaalde informatie beschikbaar hebben gesteld en degenen die informatie hebben ingezien of opgevraagd en op welke datum.
2.5.5.Op 27 augustus 2021 heeft [eiser] gezamenlijk met [naam] , verbonden aan het UMCG, verder te noemen [naam] , in het UMCG het elektronisch patiëntendossier van [zoon van eiser] ingezien. Toen is afgesproken dat [eiser] op een beveiligde USB-stick een integraal afschrift zou ontvangen van het medisch dossier over de periode van [geboortedatum] 1998 tot 30 augustus 2021. In antwoord op een e-mail van [eiser] heeft [naam] hem op 2 september 2021 per mail bevestigd dat zij op 27 augustus 2021 met hem heeft geconstateerd dat het tot dan toe aangeleverde dossier niet compleet is.
2.5.6.Op 6 september 2021 heeft [eiser] een gesprek gehad met de aan het UMCG verbonden intensive care arts [arts] , verder te noemen [arts] . Zij had de lijkschouwing bij [zoon van eiser] gedaan en gerapporteerd dat sprake was van een natuurlijke dood. [eiser] heeft haar laten weten het niet eens te zijn met die conclusie en heeft zich op het standpunt gesteld dat de gemeentelijk lijkschouwer had moeten worden ingeschakeld om een onafhankelijk onderzoek naar de doodsoorzaak te doen. [arts] heeft hem gewezen op de mogelijkheid om de inspectie te vragen onderzoek te doen.
2.5.7.Op 8, 9 en 14 september 2021 heeft [eiser] gesprekken gevoerd met [chirurg] . In vervolg op het laatste gesprek heeft [chirurg] [eiser] bij brief van 30 september 2021 geschreven dat bij de vervanging van de pacemaker bij [zoon van eiser] in 2020 geen antibiotica zijn toegediend terwijl dat wel had gemoeten en dat daarvan inmiddels een DIM-melding is gemaakt. Daarbij benadrukte [chirurg] dat hij tijdens de klepoperatie en het kleponderzoek geen tekenen heeft gezien van een (sluimerende) infectie, waardoor hij geen verband vermoedt tussen de wondinfectie en de snelle achteruitgang van de klepfunctie.
2.5.8.Op 9 september 2021 heeft [eiser] van het UMCG een USB-stick gekregen die volgens [naam] het volledige medisch dossier zou bevatten. Nadat [eiser] het UMCG had laten weten dat ook dit dossier niet volledig was, heeft [eiser] op 1 oktober 2021 het UMCG bezocht en met [naam] het digitale medisch dossier ingezien. [naam] heeft toen (gegevens uit) het medisch dossier op een USB-stick van [eiser] gekopieerd. Anders dan [eiser] daarover vervolgens het UMCG had meegedeeld, stelde het UMCG bij brief van 5 oktober 2021 dat dat het volledige medisch dossier van [zoon van eiser] betrof.
2.5.9.Nadat [eiser] het UMCG weer om afschrift van en inzage in het gehele medische dossier had verzocht en de loggegevens van de periode 1 januari 2020 tot en met 14 oktober 2021, heeft hij op 1 november 2021 een bespreking gehad met [chirurg] en [bedrijfsjurist] , bedrijfsjurist bij het UMCG. Toen was er wegens tijdgebrek geen mogelijkheid voor [eiser] om ontbrekende gegevens in geprinte versie mee te nemen.
2.5.10.Op 11 november 2021 heeft [eiser] het UMCG verzocht om inzage in het medisch dossier waarbij hij zelf de beschikking zou krijgen over de computermuis en zelf bestanden zou kunnen openen en printen. Bij brief van 17 november 2021 heeft het UMCG dat voorstel afgewezen en [eiser] meegedeeld dat de volledige loggegevens niet aan hem zullen worden verstrekt, kort gezegd, gelet op de privacy van de grote groep betrokken medewerkers en “
De combinatie van omvang en de complexiteit door technische beantwoording van geregistreerde acties maakt het bovendien moeilijk bruikbaar voor u als cliënt”.
2.5.11.Naar aanleiding van een brief van de advocaat van [eiser] heeft het UMCG op 23 maart 2022 toegezegd de toegangslogging over de periode 1 januari 2020 tot 14 oktober 2021 beschikbaar te stellen op een USB-stick. Bij brief van 19 april 2022 heeft [eiser] via zijn advocaten het UMCG meegedeeld dat de inmiddels toegestuurde gegevens diverse onregelmatigheden bevatten. Daarop heeft het UMCG bij brief van 26 april 2022 aangeboden een analyse te laten maken naar aanleiding van de gestelde onregelmatigheden als [eiser] toestemming zou geven om het dossier voor dat doel te openen. Bij brief van 4 mei 2022 hebben de advocaten van [eiser] het UMCG laten weten dat [eiser] daarvoor niet voelt, het UMCG verzocht om uiterlijk 9 mei 2022 een nieuwe rapportage te genereren en het brondocument in XLXS- of CSV-formaat naar [eiser] te sturen en meegedeeld dat [eiser] aan niemand toestemming verleent om het medisch dossier van [zoon van eiser] in te zien, te wijzigen of te verwerken, anders dan aan de persoon die de nieuwe rapportage van de logginggegevens zal genereren.
2.5.12.Op 9 mei 2022 heeft het UMCG [eiser] een loggingrapport in excelformaat gestuurd. Daarna hebben partijen diverse malen gecorrespondeerd om tot een oplossing te komen.
2.5.13.Bij brief van 1 november 2022 heeft [eiser] het UMCG, kort gezegd, voorgesteld om een deskundige in te schakelen, te weten [deskundige] , verder te noemen [deskundige] , aan wie in aanwezigheid van [eiser] en zijn advocaten toegang wordt verleend tot het volledige patiëntendossier en de daarop betrekking hebbende loggegevens, die dat dossier en die gegevens, zonder tussenkomst van een medewerker van het UMCG, overzet op een USB-stick van [eiser] en zo nodig hard copy prints kan maken. Bij brief van 21 december 2022 heeft het UMCG het verzoek afgewezen. Daarbij stelt hij het aan derden rechtstreeks geven van toegang tot zijn elektronisch patiëntendossier disproportioneel te achten en dat hij al heeft voldaan aan zijn verplichtingen tegenover [eiser] . Het UMCG verklaart zich wel bereid om een medewerker op aanwijzing van [deskundige] het gehele dossier inclusief de logginggegevens van het dossier op een USB-stick te zetten. Bij brief van 9 januari 2023 heeft [eiser] afwijzend op dat voorstel gereageerd en voorgesteld, kort gezegd, dat hij en zijn advocaten aanwezig zijn bij het door [deskundige] genereren van loggevens en het overzetten op een USB-stick, dat [eiser] en zijn advocaten tijdens dat bezoek inzage krijgen in het patiëntendossier en dat [eiser] vervolgens de mogelijkheid krijgt om ontbrekende delen te printen. Bij brief van 2 februari 2023 heeft het UMCG laten weten niet bereid te zijn om mee te werken aan een onderzoek waarbij [eiser] en zijn advocaten aanwezig zijn. Het UMCG heeft daarbij aangegeven dat het recht van [eiser] op een kopie van het dossier niet zo ver strekt dat [eiser] (of iemand namens hem) de kopie van het dossier en de logginggegevens zelf mag genereren. Verdere correspondentie heeft niet tot een oplossing geleid.