Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 19 september 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft eiser, wonende te Groningen, een kort geding aangespannen tegen de ontbonden besloten vennootschap Onroerendgoed Ontwikkeling Groningen B.V. (OOG) met als doel de hypothecaire inschrijving van 23 november 2018 op zijn onroerende zaak waardeloos te verklaren. Eiser heeft een lening van € 30.000,00 ontvangen van OOG, waarvoor een hypotheekrecht is gevestigd. De lening is volledig afgelost, maar de hypothecaire inschrijving staat nog steeds geregistreerd bij het Kadaster. OOG is op 30 december 2023 ontbonden en heeft sindsdien geen baten meer, waardoor het niet meer bestaat als rechtspersoon.
Eiser vordert in deze procedure dat de hypothecaire inschrijving waardeloos wordt verklaard, omdat hij de onroerende zaak vrij van hypotheekrechten moet kunnen leveren. De voorzieningenrechter overweegt dat, hoewel in kort geding in beginsel geen declaratoir vonnis kan worden gewezen, er in dit geval een uitzondering gemaakt kan worden. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser voldoende spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, aangezien de hypothecaire inschrijving de verkoop van de onroerende zaak belemmert.
De voorzieningenrechter verklaart dat de hypothecaire inschrijving waardeloos is, omdat de lening is afgelost en OOG niet meer bestaat. Eiser wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tegen OOG, maar wordt wel aangemerkt als onmiddellijk belanghebbende. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard en gaat per direct in kracht van gewijsde, omdat eiser heeft verklaard af te zien van het recht op hoger beroep. Eiser dient zijn eigen proceskosten te dragen.