ECLI:NL:RBNNE:2025:3990

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 oktober 2025
Publicatiedatum
2 oktober 2025
Zaaknummer
18.263725.22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vrouw voor medeplegen van handel in harddrugs met een voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 2 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een 36-jarige vrouw, die werd beschuldigd van het medeplegen van handel in harddrugs. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast is er een betalingsverplichting opgelegd van € 181.091,39 ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak kwam ter terechtzitting na een onderzoek dat begon op 4 september 2025. De verdachte was aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, mr. B. Hartman, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk verkopen, afleveren en vervoeren van grote hoeveelheden cocaïne, amfetamine, MDMA en 2CB in de periode van 1 januari 2022 tot en met 20 september 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een ondersteunende rol had in de drugshandel, waarbij zij de administratie bijhield en contact had met afnemers. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor het primair ten laste gelegde feit, maar de rechtbank oordeelde dat de bijdrage van de verdachte voldoende gewicht had om te spreken van medeplegen.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar rol als moeder van twee jonge kinderen en haar psychische problemen. De rechtbank heeft besloten om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf, om de verdachte een kans te geven om haar leven weer op de rails te krijgen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.263725.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 4 september 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B. Hartman, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T. H . Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 20 september 2022, te Groningen, (althans) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA (XTC-pillen) en/of 2CB, zijnde cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA en/of 2CB, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) ander(en) in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 20 september 2022, te Groningen, (althans) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA (XTC-pillen) en/of 2CB, zijnde cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA en/of 2CB, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 20 september 2022 te Groningen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, immers
heeft zij, verdachte:
  • ( de) administratie omtrent openstaande drugsschulden bijgehouden en/of
  • de zogeheten dealtelefoon beheerd en/of contact met afnemers voor het kopen van drugs onderhouden;
2.
zij op of omstreeks 20 september 2022 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres] , 666,15 gram cocaïne en/of 11.217,40 gram MDMA en/of 7,05 gram amfetamine en/of 23.901 gram (bevroren) amfetamine en/of 887,43 gram 2CB, zijnde amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA en/of 2CB (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder feit 1 primair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de rol van verdachte vooral ondersteunend van aard en meer op de achtergrond lijkt was, waardoor haar handelen van onvoldoende gewicht is geweest om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder feit 1 subsidiair en feit 2 ten laste gelegde. Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de stashlocatie aan de [adres] te Groningen. Dit blijkt uit een tapgesprek tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 4 juli 2022, waarin wordt gesproken over bier
fixen. Daarnaast lagen de sleutels van deze stashlocatie in de auto die op naam stond van verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van feit 1 primair heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen actieve bijdrage heeft geleverd die getuigt van een nauwe en bewuste samenwerking. Bovendien is de rol van verdachte niet inwisselbaar met die van de medeverdachten.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat voor zover een bijdrage aan een strafbare gedraging kan worden vastgesteld, deze bijdrage onvoldoende effectief is om als medeplichtigheid te kunnen kwalificeren. Verdachte heeft niet de intentie gehad om enige bijdrage te leveren aan een strafbare gedraging, maar slechts om de dagelijkse lasten voor haar partner (zijnde medeverdachte [medeverdachte 2] ) te verlichten. Hij kampte destijds namelijk met psychische problemen.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman een voorwaardelijk verzoek gedaan om medeverdachte [medeverdachte 5] te horen als getuige, indien de rechtbank van oordeel is dat het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2
De rechtbank acht feit 2 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit het dossier weliswaar kan worden afgeleid dat verdachte wetenschap had van de stashlocatie aan de [adres] te Groningen, maar dat niet kan worden vastgesteld dat zij toegang had tot deze locatie of concrete zeggenschap had over de aldaar aangetroffen drugs. Daardoor kan niet vastgesteld worden dat de drugs zich in haar machtssfeer hebben bevonden. Uit de gegevens van de tapgesprekken, observaties en bakens blijkt geenszins dat verdachte op de stashlocatie aan de [adres] (dan wel enig andere stashlocatie in het onderzoek Bieslook) is geweest. Het feit dat de sleutel van deze stashlocatie is aangetroffen in een auto die op naam stond van verdachte wijst naar het oordeel van de rechtbank niet op beschikkingsmacht van verdachte. Uit het onderzoek van de politie is namelijk gebleken dat de betreffende auto grotendeels in gebruik was bij medeverdachte [medeverdachte 2] , de partner van verdachte, welke blijkens het dossier wel regelmatig bij de [adres] te Groningen (binnen) is geweest.
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van feit 2 komt, wijst de rechtbank het voorwaardelijke verzoek van de raadsman om medeverdachte [medeverdachte 5] te horen als getuige af.
Bewezenverklaring feit 1, primair
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 september 2022, opgenomen op pagina 1105 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ] d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 4] :
A: Een grote bier is een grote snuif, coke dus. ik heb veel met [medeverdachte 1] gewerkt. Hij zei wat ik moest doen als het ging om die werkzaamheden.
V: En met die werkzaamheden bedoel jij drugs bezorgen?
A: Ja.
V: Wat wordt bedoeld met snelle? A: Speed.
V: Wat wordt bedoeld met 4 kleine blikjes? A: Daar wordt de kleine snuifmee bedoeld.
V: Wat wordt er bedoeld met 3k?
A: daar wordt ketamine mee bedoeld. En 3K is dan 3 gram ketamine.
V: Welke drugs bezorg jij?
A: Voornamelijk dat eerste, Coke. Klein en groot. Op festivals wordt er vooral iets anders genuttigd. Bijvoorbeeld speed of XTC, van die partydrugs. Ook Ketamine trouwens
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2022, opgenomen op pagina 1120 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ] d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 4] :
V: Wat is de koeling
A: De koeling is gewoon de dealtelefoon
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 oktober 2022, opgenomen op pagina 264 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ]
d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisant:
Ik bekeek de data van de telefoon, een Apple Iphone 11 die, op dinsdag 20 september 2022, aan [adres] in Groningen, op de eettafel werd aangetroffen. Ik zag dat op de applicatie WhatsApp in de periode, van 21 september 2020 tot en met 5 februari 2022, 1375 chatbestanden zichtbaar waren die, bijna allemaal verwijderd waren. Hiervan waren sommige dubbel of bestanden waar geen tekst in stond, maar de meerderheid van deze chats ging over de handel in harddrugs. Ik zag dat vanaf 5 februari 2022 op berichten gereageerd werd met de mededeling dat er een ander nummer was en dat de afzender hier straks door geappt zou worden.
Sessienummer; [nummer ] /3154, 30-06-2022 08:41:02 [medeverdachte 2] SH WGD [verdachte] [medeverdachte 2] = [medeverdachte 2]
[verdachte] = [verdachte]
[medeverdachte 2] : kan je zometeen oude koeling even doen? [verdachte] : ik ga zo eerst werken babe
[medeverdachte 2] : nee...ik ik. alleen opwaarderen [verdachte] : jahaa doe ik zo!
Ik zag dat op 30 juni 2022 om 08:40:55 uur, door [medeverdachte 2] aan [verdachte] , een afbeelding werd gestuurd. Ik herkende dit als een opwaardeervoucher van provider Lebara.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 november 2022, opgenomen op pagina 207 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:
Ik bekeek de data, die was veiliggesteld van de telefoon in gebruik bij [medeverdachte 4]
Ik zag dat het een telefoon betrof van het merk Apple, type Iphone 12, MSISDN: [telefoonnummer 1] . Ik zag dat in de applicatie WhatsApp een gesprek zichtbaar was tussen het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Uit het onderzoek bleek dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik was bij verdachte [verdachte]
en dit verklaarde zij ook in haar verhoor op 22 september 2022. In dit proces-verbaal zullen een aantal berichtensessies tussen [medeverdachte 4] en [verdachte] worden weergegeven.
AUDIOBERICHTEN
Ik zag dat in het gesprek ook diverse audiofragmenten verstuurd werden tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] . Ik herkende in de berichten verstuurd door telefoonnummer [telefoonnummer 2] de stem van
[verdachte] . Ik herkende haar stem omdat ik vele tapgesprekkken van haar heb beluisterd en hier een proces-verbaal van stemherkenning van heb opgemaakt. Ik heb haar tevens verhoord op 22 september 2022.
Uit bovenstaande gesprek blijkt dat [verdachte] tegen [medeverdachte 4] zegt dat zij teveel poffen. Vervolgens wordt door [verdachte] onderstaande afbeelding gestuurd van een hand, met roze kleurige nagellak op nagels, die de een op de dealtelefoon gelijkende telefoon vasthoudt. In het gesprek op de foto wordt gezegd dat de persoon nog 50 euro open staat.
In bovenstaande gesprek wordt onderstaande foto van een hand, met roze nagellak op de nagels, die een op de dealtelefoon gelijkende telefoon vasthoudt, gestuurd door [verdachte] aan [medeverdachte 4] . Het gesprek op het screenshot gaat over een openslaande schuld van 30 euro en [medeverdachte 4] zegt dat hij niet meer op de lijst staat.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 november 2022, opgenomen op pagina 257 en verder voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisanten:
Door mij, verbalisant, werden de veiliggestelde gegevens, van de zogenaamde dealtelefoon aangetroffen bij het pand van verdachte [medeverdachte 1] aan [adres] te Groningen, bekeken.
Gegevens van het toestel:
IPhone 12 mini [nummer ] Imei 1: [nummer ]
Imei 2: [nummer ]
Door mij, verbalisant, werd in de notities van het toestel onderstaande “NOTES” aangetroffen. Titel: Zwarte lijst
Aanmaakdatum 23-03-2022 05.17 uur
Datum laatst aangepast 10-08-2022 21.18 uur
Al de genoemde namen in de Zwarte Lijst zijn opgezocht in het toestel en de meesten
komen naar voren in de chats met de mededeling dat ze nog geld moeten betalen voor de eerdere bestelde verdovende middelen.
Titel: Openstaand
Aanmaakdatum 01-01-2022 17.25 uur
Datum laatst aangepast 19-09-2022 19.55 uur
Op dit betreffende toestel werden de genoemde namen opgezocht en kon blijken dat nagenoeg alle namen in het toestel stonden en kon blijken dat de chats gingen over openstaande
schulden en eerdere chats van bestellingen van verdovende middelen van de hierboven genoemde personen.
Voorts werden in de chats op het toestel, in totaal meer dan 1000, diverse berichten bekeken, waaronder die tussen de hierboven genoemde personen en de gebruiker van het toestel in de
hierboven genoemde lijsten. In al deze gesprekken wordt er gesproken over het bestellen van onder andere:
SOS/MDMA/BIER/KETA
Door mij, verbalisant, werd met de zoekvraag “lijst” een chat aangetroffen op het toestel. Het gaat hierbij om een gesprek tussen [verdachte] met het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2] en het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 3] . [verdachte] is geïdentificeerd als verdachte [verdachte] en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] is gelinkt aan verdachte [medeverdachte 1] . In deze chat worden de hierboven weergegeven lijsten genoemd, de zogenaamde poflijsten. Dit betreffen personen die nog niet betaald hebben voor de geleverde producten, de verdovende middelen.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdenking d.d. 6 september 2022, opgenomen op pagina 1578 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:
De bevindingen in dit proces-verbaal zijn gedaan aan de hand van, onder andere, opgenomen gesprekken van verdachten.
TAPLIJN (TA)
IMEI
TELEFOONNUMMER
GEBRUIKER
[nummer ]
[nummer ]
[telefoonnummer 3]
[medeverdachte 1]
[nummer ]
[telefoonnummer 4]
[medeverdachte 2]
Uit onderzoek is gebleken dat door verdachten in versluierde taal c.q. codetaal wordt gesproken over harddrugs, in dit proces-verbaal zal de daadwerkelijke betekenis van de versluierde taal tussen haakjes () geplaatst worden.
OPGENOMEN GESPREKKEN
Sessienummer: [nummer ] , 16-05-2022 19:51:27
[telefoonnummer 3] BUM [telefoonnummer 4]
[telefoonnummer 3] : zeg tegen je vrouw dat als er op de naam van die mensen een cijfer en een streepje staat, dan is het cijfer het huisnummer en na die streep is het bedrag (geld). Daarom had je voor iemand 145 open gezegd, terwijl er 50 openstond voor hem, hij woont op nummer [huisnummer] , snap je?
Sessienummer: [nummer ] , 28-05-2022 12:36:56
[telefoonnummer 4] BUM [telefoonnummer 3]
: Wat gaan we nu doen? Jij zegt geven, geven, geven maar je vrouw zegt: niet geven niet geven niet geven. Wat gaan we dan doen?
[telefoonnummer 4] : ja, kijk, ik wil niet aan die studentenhuis geven, "trong" 'mrong" weet ik niet. [telefoonnummer 3] : maar je vrouw zegt: "aan niemand geven".
[telefoonnummer 4] : Nee. dat zegt zij niet. Zij zegt dat we zelf mensen kennen aan wie wij moeten geven.
[telefoonnummer 3] : Zeg tegen je vrouw dat als ze iedereen NTV maakt, zullen allemaal bang worden. Zeg tegen je vrouw dat ik de bovenste persoon in de lijst, die 900 moet, zal ik afrekenen.
Sessienummer: [nummer ] /4744. 02-07-2022 14:37:00 [medeverdachte 2] SH WGD/BUM [verdachte] SH
[medeverdachte 2] : Alles is gewoon weer op, ook die wat wij hadden laatst gemaakt samen [medeverdachte 2] : ga je dit geloven? Er is HELEMAAL niets meer..
[verdachte] : oh my god
[medeverdachte 2] : NTV chaos weer... zegt ie., en en en., die... een week geleden had ik aan die kk kleine ( [medeverdachte 3] ) wat gevraagd toch? Om te doen., had die twintig (20) derttig (30) stuks van die eh..
[verdachte] , ja maar dat wil ie ook niet., hij heeft er helemaal geen zin in
Fl: ik bel hem net, ik zeg ben je nou serieus., daar is helemaal niks meer daarvan., "och ik ben vergeten".. Ik zei: jij zei daarna nog. die dag datum ik ga fixen..
[verdachte] : weetje watje doet? Maak voor vandaag beetje, maandag vraag ik [naam] en we gaan HELEMAAL doorknallen.
[medeverdachte 2] : maar dit is toch gewoon vieze actie? Ook die bier (cocaïne) enzo.. Ook die [naam] ( [medeverdachte 4] ) niks gezegd enzo
[verdachte] : ja maar dat vind ik wel heel raar hoor
[medeverdachte 2] : ik zeg: hoe kan dat? Zoveel bierie (cocaïne) gewoon geklapt zijn al [verdachte] : Ongelooflijk, echt waar.
[medeverdachte 2] : eh.. snoepgoed enzo,.. voor de kinderen., enzo.. ook allemaal., allemaal, moet gefixed worden.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Uit voorgaande bewijsmiddelen blijkt dat de rol van verdachte in deze organisatie voornamelijk bestond uit kort gezegd het bijhouden van de administratie van de drugshandel. Verdachte had de dealtelefoon regelmatig onder zich. Daarop hield zij de zogenoemde poflijsten bij, nam contact op met afnemers van drugs die nog een schuld open hadden staan, controleerde dit bij medeverdachte [medeverdachte 4] en werkte vervolgens de poflijsten bij.
Anders dan de raadsman heeft aangevoerd acht de rechtbank niet van belang dat de rol van verdachte niet inwisselbaar zou zijn geweest met die van medeverdachten. Voor een bewezenverklaring van medeplegen van de handel in harddrugs is niet vereist is dat verdachte een daadwerkelijke uitvoerder is geweest of alle handelingen van het strafbare feit zelf heeft verricht. Wel moet de bijdrage van voldoende gewicht zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is daar aan het onderhavige geval aan voldaan. Door de bijdrage van verdachte waren de geldstromen van de drugshandel namelijk inzichtelijk, iets wat uiteindelijk de kern is van een dergelijke organisatie die draait om zo veel mogelijk geld verdienen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
zij in de periode van 1 januari 2022 tot en met 20 september 2022, te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd en vervoerd, grote hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, amfetamine, MDMA (XTC-pillen) en 2CB, zijnde cocaïne, amfetamine, MDMA en 2CB, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1.
primairmedeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 subsidiair en feit 2 wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft indien de rechtbank de door hem bepleitte vrijspraak niet volgt gepleit voor de oplegging van een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van de in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd. Een langere gevangenisstraf zal leiden tot onoverkomelijke problemen op meerdere leefgebieden.
Verdachte heeft namelijk samen met medeverdachte [medeverdachte 2] twee jonge kinderen, is eigenaresse van een ontharingskliniek en kampt(e) met een depressie.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering d.d. 14 juli 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 3 juli 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een periode van ruim 8 maanden schuldig gemaakt aan het verkopen en afleveren van verschillende soorten harddrugs, zoals cocaïne, MDMA, amfetamine en 2-CB.. Dit feit is door verdachte samen met anderen gepleegd, waarbij de rol van verdachte voornamelijk bestond uit het bijhouden van de administratie van de drugshandel en het in contact staan met de afnemers en bezorgers van de drugs. Door zo te handelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van drugshandel in Nederland en kan zij medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs zeer verslavend zijn en schadelijk voor de gezondheid. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee.
Verdachte heeft kennelijk louter gehandeld vanuit financiële motieven en zich niet om de gevolgen voor de maatschappij bekommerd. Bovendien heeft zij geen enkele verantwoordelijkheid genomen. De rechtbank rekent verdachte dit alles aan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij de strafbepaling naast de ernst van de feiten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daartoe heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclassering opgemaakte rapportage. Daaruit volgt dat op vrijwel alle leefgebieden sprake is van stabiliteit. De reclassering adviseert negatief over het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De partner van verdachte is medeverdachte in deze zaak en als zij beiden in detentie zouden komen te zitten, kunnen zij de zorg voor hun kinderen niet meer dragen. Daarnaast is het onduidelijk of verdachte haar huis en bedrijfspand kan behouden in het geval van detentie. De oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou de risicos verhogen en heeft impact op de kinderen.
Gelet op de proceshouding van verdachte kan het risico op recidive niet worden ingeschat. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Strafoplegging
Op grond van de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting wordt voor bijna 9 maanden dealen in harddrugs als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden gehanteerd. Gelet op de ernst van het feit en de oriëntatiepunten zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel op zijn plaats zijn. Echter weegt de rechtbank bij de strafbepaling zeer zwaar mee dat verdachte twee jonge kinderen heeft, waarvan de vader medeverdachte [medeverdachte 2] in de onderhavige zaak een langdurige, onvoorwaardelijke gevangenisstraf krijgt opgelegd. De rechtbank stelt daarom het belang van de kinderen voorop en zal aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Voorts houdt de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening met het feit dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van minder dan een jaar, wat op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad leidt tot een strafvermindering van 10%.
Alles afwegend zal de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren opleggen. Met het voorwaardelijke strafdeel wil de rechtbank verdachte een forse stok achter de deur geven om te voorkomen dat verdachte wederom (soortgelijke) strafbare feiten pleegt.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 47 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 4 maanden zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter, mr. H. van der Werff en mr. A. Nieuwenhuis, rechters, bijgestaan door mr. F.C.A. Fierstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 oktober 2025.