Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde]
Procesverloop
Standpunten
Bewijsmiddelen
- Slachtoffer [slachtoffer 1] : 10% van het gepinde bedrag van 1.000,- 100,-
- Slachtoffer [slachtoffer 2] : veroordeelde zegt te hebben verdiend 200,-
- Slachtoffer [slachtoffer 3] : veroordeelde zegt te hebben verdiend 400,-
- Slachtoffer [slachtoffer 4] : veroordeelde zegt te hebben verdiend 50,-
- Slachtoffer [slachtoffer 4] : 10% van 2.400,- aan VVV-bonnen 240,-
- Slachtoffer [slachtoffer 5] : 10% van het gepinde bedrag van 800,- 80,-
- Slachtoffer [slachtoffer 5] : 10% van 3.750,- aan VVV-bonnen 375,-
- Slachtoffer [slachtoffer 6] : veroordeelde zegt te hebben verdiend 20,-
- Slachtoffer [slachtoffer 7] : veroordeelde zegt te hebben verdiend 750,-
Toepassing van de wetsartikelen
Beslissing
2.215,-
[veroordeelde] ,voornoemd, de verplichting op tot betaling van een geldbedrag van 2.215,- (zegge: tweeduizendtweehonderdvijftien euro) aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.