Bewezenverklaarde feiten
De rechtbank acht alle overige ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen
Parketnummer 18/233826-23
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 september 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 september 2023, opgenomen op pagina 8 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 14 september 2023, inhoudend de verklaring van [aangever 1] .
Parketnummer 18/045518-23
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 september 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 30 november 2023, opgenomen op pagina 98 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] (onderzoek Polen) d.d. 9 februari 2023, inhoudend de verklaring van [aangever 2] .
Parketnummer 18/002315-23
De rechtbank acht feit 1, feit 2 en feit 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 september 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 20 maart 2020, opgenomen op pagina 19 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 16 juni 2021, inhoudend de verklaring van [getuige 1] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 24 augustus 2021, opgenomen als aanvullend proces-verbaal bij voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant 1] .
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 juni 2021, opgenomen op pagina 23 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [aangever 3] .
Met de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat op basis van het dossier onvoldoende vastgesteld kan worden op welke manier verdachte precies het hoofdletsel bij aangeefster veroorzaakt heeft. Op basis van het dossier en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting kan echter wel worden vastgesteld dat het letsel is veroorzaakt door of een vuistslag van verdachte of doordat verdachte aangeefster een duw gaf waardoor aangeefster vervolgens haar hoofd bezeerde. Daarmee is het hoofdletsel van aangeefster in ieder geval veroorzaakt door het handelen van verdachte. Derhalve acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster op 14 maart 2020 mishandeld heeft.
Parketnummer 18/096286-23
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 september 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 januari 2023, opgenomen op pagina 10 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 2 maart 2023, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant 2] .
Parketnummer 18/101337-23
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 september 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 april 2023, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 1 juni 2023, inhoudend de verklaring van [aangever 4] .
Parketnummer 18/243158-23
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 september 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 september 2023, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 30 november 2023, inhoudend het relaas van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] .
Parketnummer 18/088447-23
De rechtbank acht feit 1 en feit 2 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de
rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 september 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 25 september 2022, opgenomen op pagina 12 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 23 februari 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 5] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 mei 2022, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 7] .