ECLI:NL:RBNNE:2025:4234

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 oktober 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
18.230815.24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor productie en bezit van amfetamine, vuurwerk en wapens

Op 17 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van de productie van amfetamine en het bezit van illegaal vuurwerk en wapens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de vervaardiging van amfetamine in een drugslaboratorium in Emmen, waar hij samen met medeverdachten handelingen verrichtte die gericht waren op de productie van deze harddrug. De verdachte werd ook beschuldigd van het bezit van een AK-47 en andere wapens, evenals professioneel vuurwerk. Tijdens de zittingen op 27 mei en 19 september 2025 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.P. Eujen, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S. Broekstra. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voldoende betrokkenheid had bij de productie van amfetamine en de voorbereidingshandelingen, en dat hij ook verantwoordelijk was voor het bezit van de wapens en het vuurwerk. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 72 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in het geheel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere ten laste gelegde feiten, waaronder het bezit van een specifiek wapen, omdat er onvoldoende bewijs was.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.230815.24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 mei 2025, 19 september 2025 en 17 oktober 2025 (sluiting).
Verdachte is op de zittingen van 27 mei 2025 en 19 september 2025 verschenen, bijgestaan door mr. E.P. Eujen, advocaat te Hoogeveen.
Het openbaar ministerie is bij de inhoudelijke behandeling op 19 september 2025 ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S. Broekstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, (in en/of vanuit een of meerdere pand(en)/gebouw(en) gelegen
aan of bij [adres] , aldaar), in elk geval in de gemeente Emmen, en/of elders in Nederland, meermalen, althans
eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd (telkens)
  • (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende metamfetamine (crystal meth) en/of
  • (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine en/of
zijnde metamfetamine (crystal meth) en/of amfetamine(telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, (in en/of vanuit een of meerdere pand(en)/gebouw(en) gelegen
aan of bij [adres] , aldaar), in elk geval in de gemeente Emmen, en/of elders in Nederland, meermalen, althans
eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd (telkens)
  • een (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende metamfetamine (crystal meth) en/of
  • een (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine en/of
zijnde metamfetamine (crystal meth) en/of amfetamine (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 25
juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door
- het regelen/organiseren van en/of bijdragen aan en/of het aansturen ten behoeve de vervaardiging van de drugs en/of transport van (materialen voor) de
vervaardigde drugs dan wel het veelvuldig contact te hebben met die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) heeft verschaft;
2
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, in een pand gelegen aan of bij de [adres]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor
te bereiden en/of te bevorderen, te weten
  • het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
  • het opzettelijk vervaardigen van een materiaal (telkens) bevattende metamfetamine (Crystal Meth), in elk geval
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, een groot
aantal stoffen en/of materialen en/of goederen welke gebruikt worden bij de vervaardiging van metamfetamine, althansde vervaardiging van harddrugs, te weten (onder meer)
  • 18 jerrycans gevuld met een groenkleurige en zure vloeistof "Industrial Acid PA85, vermoedelijk omzettingsafval" en/of
  • 15 jerrycans met neutrale vloeistof met Carbamaldehyde en/of
  • 3 jerrycans met etiket Carbamalhyde, alle gevuld met een basische vloeistof en/of
  • 5 maatbekers van 5 liter (met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie) en/of
  • 1 RVS destillatieketel inhoud 200 liter en/of
  • zwarte speciekuip met 15 x gasbrander met gasslang en een aantal waterslangen en/of
  • 285 kilogram Cuastic Soda en/of
  • zwarte speciekuip 65 liter en/of
  • 2 x klemdekselvaten a 200 liter met etiket Sodium Carbonate Peroxyhydrate
  • 2 x Intermediate Bulk container a 1000 liter en/of
  • 1 x kartonnen doos met inhoud 25 kg wit poeder (Methylester van Benzylmetylketon-glycidezuur en/of
  • 6 witte kunststofvaten a 60 liter per stuk met restant neutrale vloeistof en/of
  • 20 liter methanol en/of
  • 2 losse slakkenhuizen en/of
  • 80 liter fosforzuur en/of 150 liter mierenzuur en/of
  • 310 liter formamide en/of
  • 4,35 kilo witte brokken/poeder MAPA
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen
van dat/die feit(en);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, in een pand gelegen aan of bij de [adres]
tezamen en in vereniging, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
  • het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
  • het opzettelijk vervaardigen van een materiaal (telkens) bevattende metamfetamine (Crystal Meth), in elk geval
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, een groot
aantal stoffen en/of materialen en/of goederen welke gebruikt worden bij de vervaardiging van metamfetamine, althans
de vervaardiging van harddrugs, te weten (onder meer)
  • 18 jerrycans gevuld met een groenkleurige en zure vloeistof "Industrial Acid PA85, vermoedelijk omzettingsafval" en/of
  • 15 jerrycans met neutrale vloeistof met Carbamaldehyde en/of
  • 3 jerrycans met etiket Carbamalhyde, alle gevuld met een basische vloeistof en/of
  • 5 maatbekers van 5 liter (met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie) en/of
  • 1 RVS destillatieketel inhoud 200 liter en/of
  • zwarte speciekuip met 15 x gasbrander met gasslang en een aantal waterslangen en/of
  • 285 kilogram Caustic Soda en/of
  • zwarte speciekuip 65 liter en/of
  • 2 x klemdekselvaten a 200 liter met etiket Sodium Carbonate Peroxyhydrate
  • 2 x Intermediate Bulk container a 1000 liter en/of
  • 1 x kartonnen doos met inhoud 25 kg wit poeder (Methylester van Benzylmetylketon-glycidezuur en/of
  • 6 witte kunststofvaten a 60 liter per stuk met restant neutrale vloeistof en/of
  • 20 liter methanol en/of
  • 2 losse slakkenhuizen en/of
  • 80 liter fosforzuur en/of 150 liter mierenzuur en/of
  • 310 liter formamide en/of
  • 4,35 kilo witte brokken/poeder MAPA
voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het
plegen van dat/die feit(en) Tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode 25 juni 2024 toten met 10 juli 2024 te Emmen, althans in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het regelen/organiseren van en/of bijdragen aan en/of het aansturen ten behoeve de vervaardiging van de drugs en/of transport van (materialen voor) de
vervaardigde drugs dan wel het veelvuldig contact te hebben met die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) heeft verschaft;
3
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Emmen, te weten aan het adres [adres] te Emmen,
  • een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een aanvalsgeweer model AK en/of
  • munitie van categorie III onder artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en munitie, te weten: centraalvuur kogelpatronen, model AK van het kaliber 7,62 x 39 mm en/of
  • een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een semi-automatisch pistool, van het merk CZ, type model 75, kaliber 9x19 mm
en/of bijbehorende munitie van categorie III onder artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en munitie, te weten centraalvuur kogelpatronen, model AK van het kaliber 9x19 mm
voorhanden heeft gehad;
4
Hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Emmen, te weten aan het adres [adres] te Emmen,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een dubbelloops hagelgeweer, kaliber 12
en/of bijbehorende munitie van categorie III onder artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en munitie, te weten: twee hagelpatronen, van het kaliber 12
- een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een twee pistoolmitrailleurs, model MP38/40 en/of MP41, kaliber 9x19 mm
en/of twee bijbehorende patroonmagazijnen model MP38/40 en/of MP41 met bijbehorende munitie van
categorie III, artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en
munitie, te weten: centraalvuur kogelpatronen, van het kaliber 9x19 mm voorhanden heeft gehad;
5
hij op of omstreeks 1 oktober 2024, te Emmen, opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • (in totaal) 69 stuks knalvuurwerk lijst III (bangers/flashbangers met de naam “Super Cobra 6" en/of "Black Thunder”) en/of
  • (in totaal) 24 stuks overig professioneel vuurwerk lijst III (pyropatroon met de naam "Demon eyes brokat" en/of "lichtspur Knallpatrone") en/of
  • (in totaal) 18 stuks knalvuurwerk lijst IIB (bangers/flashbangers met de naam “Powerful Bulldog”) (in een woning aan het [adres] aldaar) en/of
  • 9 stuks signaalraket en/of lawinepijl lijst III (vuurpijlen met de naam "Signarakete") (in een woning aan het [adres] aldaar) en/of
  • (in totaal) 25.72 kg knalvuurwerk lijst IIA (banger/flashbangers met de naam "Sishing" en/of vuurpijl met de naam "crackling flash")
(in een woning aan het [adres] en in een woning aan het [adres] ) voorhanden heeft gehad;
6
Hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Emmen, te weten aan het adres [adres] te Emmen, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten
een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen leek dat deze voor
bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een nabootsing van een pistool dat voor wat betreft de vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertonen met vuurwapens of met voor
ontploffing bestemde voorwerpen, namelijk een pistool van het merk Taurus, model PT 24/7, voorhanden gehad.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1, 2 en 6 ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte niet de gebruiker is geweest van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] en dat hij dus ook niet degene is geweest die via die telefoon medeverdachte [medeverdachte 2] heeft aangestuurd en instructies heeft gegeven voor het produceren van (meth)amfetamine. Voor het overige bevat het dossier geen (forensisch) bewijs van enige betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten, zodat de verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen onder 1 en 2 primair en subsidiair ten laste is gelegd.
Met betrekking tot het onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte hierover niet is gehoord en dat hem ook geen foto is voorgehouden van dit wapen. Het dossier bevat daarmee onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte het onder 6 ten laste gelegde heeft begaan.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder feit 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 27 mei 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, opgenomen op pagina 364 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] ( [nummer] , onderzoek [nummer] ), d.d. 18 november 2024, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen, d.d. 3 december 2024, opgenomen op pagina 400 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 februari 2025, als afzonderlijk proces-verbaal aan voornoemd dossier toegevoegd, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 november 2024, opgenomen op pagina 418 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, d.d. 8 november 2024, opgenomen op pagina 421 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
Ten aanzien van het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde
Feiten en omstandigheden1
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. Op 10 juli 2024 ontving de politie een melding van een verbalisant van de districtsrecherche Nijmegen dat medeverdachte [medeverdachte 2] zou verblijven op een adres aan [adres] in Emmen. In verband met een ander strafrechtelijk onderzoek naar de betrokkenheid van [medeverdachte 2] bij een schietincident in Nijmegen heeft de districtsrecherche Nijmegen telecommunicatie van hem opgenomen en uit die communicatie rees de verdenking dat er sprake zou zijn van een in werking zijnd drugslab op voornoemd adres. Op 10 juli 2024 is het pand aan [adres] in Emmen betreden door de Dienst Speciale Interventies en in dat pand werd [medeverdachte 2] aangetroffen en aangehouden. Daarbij werd door de politie een in werking zijnd drugslaboratorium aangetroffen.2
Het drugslab
De politie heeft onderzoek ingesteld aan de drugsproductielocatie die was aangetroffen in de loods aan [adres] in Emmen. De loods waarin het drugslab is aangetroffen was ingericht als productieruimte voor synthetische drugs en precursoren. De loods bestaat uit één laag en deze is te betreden via een sectionaaldeur aan de rechterzijde of een loopdeur aan de linkerzijde van de voorgevel. De loods bestaat uit meerdere ruimten waaronder een keukentje en een toiletruimte. In de achterste ruimte van de loods was met behulp van isolatiepanelen een ruimte in de ruimte gebouwd. Hierin bevond zich de drugsproductielocatie.3
Na binnentreden van de loods via de sectionaaldeur is sprake van een lege langgerekte ruimte. Aan het einde van deze ruimte bevonden zich twee openslaande deuren naar de
achterste ruimte. Op het moment dat verbalisanten deze ruimte wilden betreden werd door hen een zeer sterke ammoniakgeur geroken en op de gasdetectiemeters werd gezien dat de concentratie ammoniak in de lucht opliep. In de achterste ruimte stonden jerrycans opgestapeld, twee Intermediate Bulk Containers (IBCs), klemdekselvaten, een rvs-ketel, gasbranders met gasslang, lege zakken van een pre-precursor, een volle doos pre-precursor en onder een afdekzeil hennep gerelateerde goederen. Ook was hier met behulp van isolatiepanelen een ruimte in de ruimte gecreëerd. In deze gecreëerde ruimte werd door de politie onder andere een rvs-reactieketel, waarvan de reflux door middel van een slang gekoppeld was aan een IBC die fungeerde als gaswasser, een destillatieketel, een stoomgenerator ten behoeve van de destillatieketel en jerrycans gevuld met chemicaliën gevonden. Vanuit de opslagruimte was er een doorgang naar een ruimte aan de voorzijde van het pand. In deze ruimte lagen meerdere stapels met dozen waarvan de meeste leeg bleken te zijn. Tussen de dozen in trof de politie een opgeblazen luchtbed met dekens op de grond aan.
Naast de loopdeur aan de voorzijde van het pand bevond zich nog een toiletruimte en een klein keukentje. De waterafvoerslang liep vanaf de koelbuis/reflux van de reactieketel naar de toiletruimte en vervolgens ging deze de toiletpot in.4
Blijkens onderzoek van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) zijn er in de loods onder meer 18 jerrycans gevuld met vermoedelijk omzettingsafval aangetroffen, 15 jerrycans met een neutrale vloeistof, 3 jerrycans gevuld met een basische vloeistof, 5 maatbekers met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie, 1 RVS-destillatieketel met een inhoud van 200 liter, 1 zwarte speciekuip met 15 gasbranders met gasslang en een aantal waterslangen, 285 kilo caustische soda (caustic soda), 1 zwarte speciekuip van 65 liter, 2 klemdekselvaten van 200 liter met het etiket “Sodium Carbonate peroxyhydrate, UN 3378”, 2 IBCs van 1000 liter, een kartonnen doos met daarin een plastic zak met 25 kilogram wit poeder (methylester van Benzylmetylketon (BMK)-glycidezuur), 6 witte kunststofvaten van 60 liter met
daarin een restant neutrale vloeistof, een jerrycan met 20 liter methanol , 2 losse slakkenhuizen, 80 liter fosforzuur, 310 liter formamide en 4,35 kilogram witte brokken/poeder MAPA.5
Door verbalisanten is geconstateerd dat de drugsproductielocatie was ingericht voor de grootschalige productie van BMK en amfetamine. Aan de hand van de hoge concentratie ammoniak konden de verbalisanten eveneens afleiden dat op het moment van aantreffen van de productielocatie in de reactieketel de tweede kookstap van de productie van amfetamine gaande was, dan wel kort daarvoor voltooid was.6
Door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) zijn de aangetroffen materialen en stoffen onderzocht. Uit dit onderzoek volgt dat in het onderzoeksmateriaal amfetamine is aangetoond.
Amfetamine staat vermeld op lijst I van de Opiumwet. Daarnaast zijn in het onderzoeksmateriaal diverse stoffen en chemicaliën aangetroffen die gebruikt kunnen worden bij de productie van amfetamine en/of drugsprecursoren.7
Camerabeelden en telefoongesprekken
Door de politie werd in verband met het onderzoek naar een schietincident in Nijmegen waarbij [medeverdachte 2] mogelijk betrokken is geweest, de telecommunicatie opgenomen van telefoonnummers die medeverdachte [medeverdachte 2] in gebruik had. Hierbij ging het om de telefoonnummers + [telefoonnummer 1] en + [telefoonnummer 2] .8 Omdat [medeverdachte 2] veelvuldig contact had met het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] is ook van dit nummer de telecommunicatie opgenomen. Uit de opgenomen telecommunicatie van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] kwam naar voren dat [medeverdachte 2] van telefoonnummer was gewisseld en vanaf 8 juli 2024 gebruik maakte van het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] .9
Op 8 juli 2024 omstreeks 08:51 uur heeft er een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] en [medeverdachte 2] . In dit gesprek werd door de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] gesproken over het feit dat ze op zoek zijn naar [medeverdachte 2] en dat de politie de dag daarvoor bij hem in huis was naar aanleiding van een melding over een ruzie waarbij gegil was gehoord. Uit de politiesystemen blijkt dat de politie op 7 juli 2024, naar aanleiding van een melding over ruzie in een woning, langs is geweest op het adres [adres] in Emmen . Ter plaatse bleek dat verdachte in de woning verbleef met zijn vriendin.10
Op 8 juli 2024 omstreeks 11:26 uur vond er een gesprek plaats tussen de gebruiker van telefoonnummer
+ [telefoonnummer verdachte] en [medeverdachte 2] , waarbij door [medeverdachte 2] werd aangegeven dat hij in kamer [nummer] verbleef. De gebruiker van telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] heeft vervolgens aangegeven dat [medeverdachte 2] achter bij [bedrijf 1] moet komen en dat hij [medeverdachte 2] bij de tussendoorgang van oud naar nieuw zou komen ophalen.11 Onderzoek heeft uitgewezen dat [medeverdachte 2] in kamer [nummer] van het [bedrijf 2] in Emmen verbleef.12
Door [bedrijf 2] werden camerabeelden verstrekt en de politie heeft deze beelden bekeken. Hierop is te zien dat verdachte omstreeks 11:29 uur [medeverdachte 2] heeft ontmoet en dat zij samen het hotel hebben verlaten. Op de camerabeelden is verder te zien dat verdachte zich samen met een andere man heeft gemeld bij de balie van het hotel.13 Deze man is door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] herkend als medeverdachte [medeverdachte 1] .14 Nadat verdachte en [medeverdachte 2] het hotel hebben verlaten zijn zij in een Volkswagen Passat gestapt met het kenteken [kenteken] . Na controle in het politiesysteem BVI-IB bleek dat dit voertuig op naam stond van verdachte.15
Aan de woning van [adres] en aan de loods op nummer [nummer] hingen meerdere cameras die zicht hadden op het pand aan [adres] . Door de bewoner van het pand aan [adres] werden opnames aangeleverd over de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024. Op deze camerabeelden is gedurende de gehele periode op meerdere momenten medeverdachte [medeverdachte 1] te zien die bij de loods komt.16 Op de camerabeelden van
1 juli 2024 om 20:54 uur is te zien dat twee personen uit de loods kwamen. Deze personen worden door verbalisant [verbalisant] herkend als [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .17
Op de camerabeelden van de loods op 8 juli 2024, omstreeks 13:08 uur, is te zien dat [medeverdachte 1] aankomt bij de loods in een witte bedrijfsauto van [bedrijf 3] . Op het moment dat [medeverdachte 1] aankomt bij de loods is op de camerabeelden te zien dat er een persoon als bijrijder naast hem zit. Aan de hand van de kleding wordt deze bijrijder door verbalisant [verbalisant] herkend als medeverdachte [medeverdachte 2] . Op het moment dat [medeverdachte 1] de loods weer verlaat is te zien dat er geen bijrijder meer in het voertuig zit.18
In een telefoongesprek op 8 juli 2024, omstreeks 15:51 uur, tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] geeft [medeverdachte 2] aan dat hij geen aansteker heeft, dat hij de installatie heeft gedaan maar het niet kan aansteken.19 Vervolgens heeft er omstreeks 16:09 uur opnieuw een telefoongesprek plaatsgevonden waarbij de gebruiker van + [telefoonnummer verdachte] heeft aangegeven dat iemand onderweg is, maar dat de sleutel later wordt gebracht omdat de sleutel in zijn Passat ligt en deze auto niet gezien mag worden. Ook wordt gezegd dat degene die boodschappen komt brengen eerst de auto van zijn moeder moet ophalen.20
Op de camerabeelden van 8 juli 2024 omstreeks 16:31 uur is te zien dat [medeverdachte 1] bij de loods komt in een witte Citroën C4 Cactus die op naam staat van de moeder van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] is daarop met een tas de loods binnengegaan, waarbij hij de deur heeft geopend met een sleutel. Een minuut later is hij teruggekomen, heeft hij de roldeur gesloten en is hij weer weggereden.21 Later die dag, rond 18:37 uur, heeft de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] gezegd dat hij met zijn zoontje gaat eten en dat hij zijn zoontje daarna weer naar huis brengt. Ook zegt hij dat hij nog bij [medeverdachte 2] langs gaat rijden om te kijken of alles rustig is.22 Uit het reclasseringsrapport van de reclassering van VNN van 18 november 2024 blijkt dat verdachte twee zoons heeft.23
In telefoongesprekken op 9 juli 2024 tussen de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] en [medeverdachte 2] , zegt [medeverdachte 2] : “Ik ga zo aftappen en ik ga caustic er op gooien en morgenvroeg gaat hij hier zijn en die dingen voor mij regelen en dan moet ik 's avonds beginnen met stomen.”. In ditzelfde gesprek vraagt [medeverdachte 2] naar de auto van [naam 1] , waarop de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] aangeeft dat [naam 1] heeft geïnformeerd maar dat hij zijn auto nog niet terug heeft.24 Later die dag geeft [medeverdachte 2] in een gesprek aan dat deze ronde vrijdag klaar is, dat hij zaterdag en zondag gaat uitrusten in een hotel en dat ze dan maandag aan een nieuwe gaan beginnen.25 Door de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] wordt op 9 juli 2024 omstreeks 22:13 uur tegen [medeverdachte 2] gezegd dat hij op dat moment de caustic soda erbij kan gooien, omdat op het op dat moment erg slecht weer is. [medeverdachte 2] heeft hierop geantwoord dat hij hem bijna klaar heeft en dat hij hem zo gaat aanzetten.26 Diezelfde avond omstreeks 22:36 uur geeft [medeverdachte 2] in een telefoongesprek aan dat die caustic erg stinkt en wordt er gesproken over het slechte weer waardoor niemand iets zal ruiken (omdat omwonenden dan binnen blijven, zo begrijpt de rechtbank de redenering).
Uit de opgenomen telecommunicatie van telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] blijkt dat dit nummer ook contact heeft gehad met de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer 4] en dat in een gesprek tussen deze twee gebruikers op 9 juli 2024 wordt gesproken over [naam 2] en dat hij in de avond de caustic erbij gaat gooien.27
Op 10 juli 2024 omstreeks 10:14 uur wordt er tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] gesproken over [naam 1] die onderweg is naar verdachte met gas en dat verdachte aan [naam 1] moet doorgeven welke boodschappen hij allemaal nodig heeft. [medeverdachte 2] geeft in dat gesprek aan dat [naam 1] ook vieze jerrycans van 60 liter moet ophalen en nieuwe jerrycans moet brengen. Door een persoon op achtergrond wordt op dat moment gezegd dat de nieuwe in de auto zitten.28
Op de camerabeelden van 10 juli 2024 omstreeks 10:46 uur is te zien dat [medeverdachte 1] bij de loods aankomt. Om 10:55 uur is [medeverdachte 1] de loods weer uitgereden, waarna hij de roldeur heeft gesloten. Direct daarna heeft er een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] waarin door [medeverdachte 2] wordt bevestigd dat hij geweest is. Die dag omstreeks 12:32 uur is [medeverdachte 2] aangehouden in het drugslab.29
Telefoongegevens
Verdachte is op 1 oktober 2024 door de politie aangehouden. Onder hem is dezelfde dag een iPhone 12 mini in beslag genomen. In deze telefoon werden verschillende contacten aangetroffen, waaronder [naam 1] met het telefoonnummer + [telefoonnummer 5] , [medeverdachte 1] met het telefoonnummer + [telefoonnummer 6] en [naam 3] met het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] . Op deze telefoon zijn daarnaast verschillende chatgesprekken, zoekopdrachten, afbeeldingen en videos aangetroffen met betrekking tot wapens, vuurwerk en/of het vervaardigen van en de handel in verdovende middelen.30
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer + [telefoonnummer 5] .31 Uit de door de politie verkregen historische verkeersgegevens blijkt dat [medeverdachte 1] met dit nummer op 7 juli 2024 contact heeft gehad met het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] dat in gebruik was bij [medeverdachte 2] . Ook blijkt uit de verkeersgegevens dat [medeverdachte 1] in de ten laste gelegde periode meerdere keren contact heeft gehad met het telefoonnummer + [telefoonnummer 7] dat in gebruik was bij verdachte.32 Onder [medeverdachte 1] is op 1 oktober 2024 ook een iPhone 12 mini in beslag genomen. In deze telefoon stonden meerdere contacten vermeld, waaronder [verdachte] die werd aangeduid als [bijnaam] ” en [naam 3] ( [bijnaam] ) met het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] .33
Onder medeverdachte [medeverdachte 2] is een mobiele telefoon van het merk Nokia in beslag genomen. In deze telefoon stonden drie contacten vermeld, te weten [naam 1] met het telefoonnummer + [telefoonnummer 6] , [naam 4] met het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] en [naam 5] met het telefoonnummer + [telefoonnummer 4] .34
Oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde

Gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte]
Door de verdediging is betwist dat verdachte de gebruiker is geweest van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] . Met betrekking tot de vraag of kan worden vastgesteld of verdachte de gebruiker is geweest van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] , overweegt de rechtbank als volgt.
In gesprekken met medeverdachte [medeverdachte 2] zijn door de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] meerdere opmerkingen gemaakt die betrekking hebben op verdachte of die tot hem te herleiden zijn. Zo wordt in het telefoongesprek met [medeverdachte 2] op 8 juli 2025 gesproken over een bezoek van de politie naar aanleiding van een melding over een ruzie. Uit de politiesystemen is gebleken dat de politie de dag daarvoor ook daadwerkelijk bij verdachte langs is geweest naar aanleiding van een dergelijke melding. Diezelfde dag heeft ook het telefoongesprek plaatsgevonden waarin door de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] nadrukkelijk wordt aangegeven dat hij [medeverdachte 2] gaat ophalen bij het [bedrijf 2] in [plaats] .
Enkele minuten later is het verdachte die, samen met medeverdachte [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] ophaalt op de afgesproken locatie. Gelet ook op het korte tijdsverloop tussen het telefoongesprek en het moment waarop [medeverdachte 2] en verdachte elkaar ontmoeten is de rechtbank van oordeel dat het zeer onaannemelijk is dat iemand anders dan verdachte het telefoongesprek heeft gevoerd met [medeverdachte 2] .
Vervolgens hebben er meerdere telefoongesprekken plaatsgevonden waarin zaken worden benoemd die betrekking hebben op verdachte. De rechtbank wijst daarbij op het gesprek van 8 juli 2024 waarin door de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] onder meer wordt gezegd dat hij met zijn zoontje aan het eten is, en op het gesprek op 9 juli 2024 waarin door hem wordt aangegeven dat de sleutel in zijn Passat ligt en deze auto niet gezien mag worden bij de loods. De rechtbank stelt vast dat verdachte twee zoons heeft en dat hij een Volkswagen Passat op zijn naam heeft staan.
Verder wordt in de gesprekken met [medeverdachte 2] gesproken over [naam 1] waarbij [naam 1] degene is die spullen komt brengen die [medeverdachte 2] nodig heeft. In de telefoon die in beslag is genomen onder verdachte staat als contact [naam 1] met daarbij het telefoonnummer + [telefoonnummer 5] .
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat dit zijn telefoonnummer is en het is dan ook medeverdachte [medeverdachte 1] geweest die in de ten laste gelegde periode bijna dagelijks langs is geweest bij de loods aan [adres] in Emmen. Wat de rechtbank betreft staat dan ook vast dat met [naam 1] medeverdachte [medeverdachte 1] en niet verdachte wordt bedoeld.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is geweest van het telefoonnummer + [telefoonnummer verdachte] .
Rol van verdachte
Gelet op de inhoud van de gesprekken komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte een aansturende rol heeft gehad ten aanzien van het aangetroffen drugslab. Dit blijkt uit het feit dat verdachte [medeverdachte 2] heeft opgehaald uit het [bedrijf 2] in [plaats] , waarna [medeverdachte 2] door medeverdachte [medeverdachte 1] naar de loods aan [adres] is gebracht, waarna [medeverdachte 2] als
kok aan het werk is gegaan in een ruimte die was ingericht voor de grootschalige productie van BMK en amfetamine. Het is vervolgens verdachte geweest die het directe aanspreekpunt was voor [medeverdachte 2] . Verdachte gaf instructies aan [medeverdachte 2] met betrekking tot het productieproces, over de momenten waarop caustic soda moest worden toegevoegd en over praktische zaken zoals het uitschakelen van de airconditioning. Wanneer [medeverdachte 2] om benodigdheden vroeg voor het drugslab, zorgde verdachte ervoor dat die benodigdheden door medeverdachte [medeverdachte 1] werden gebracht.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] is komen vast te staan. Hoewel geen sprake is van een gezamenlijke uitvoering, is de bijdrage van verdachte aan het tenlastegelegde naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Daarmee acht de rechtbank het onder feit 1 primair en onder feit 2 primair ten laste gelegde medeplegen bewezen.
Eendaadse samenloop
De onder feit 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde gedragingen leveren in die mate een samenhangend, zich in dezelfde periode en op dezelfde plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteenloopt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot die ten laste gelegde feiten sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

Ten aanzien van het onder feit 6 ten laste gelegde

De rechtbank is van oordeel dat weliswaar kan worden vastgesteld dat dit wapen is aangetroffen in de keuken van het adres waar verdachte is aangehouden en dat verdachte met betrekking tot de overige wapens die in die woning zijn aangetroffen een bekennende verklaring heeft afgelegd, maar dat aan verdachte geen foto is getoond van dit specifieke wapen en dat hij hierover ook niet is ondervraagd. De rechtbank is gelet daarop van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het onder feit 6 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte daarom van dit feit vrijspreken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4, en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij in de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen,
in een pand gelegen aan [adres] , aldaar tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft vervaardigd en bereid en bewerkt en verwerkt
- een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, in een pand gelegen aan [adres] nummer [nummer] tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, te weten
  • het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en
  • het opzettelijk vervaardigen van amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
  • een groot aantal stoffen en goederen welke gebruikt worden bij de vervaardiging van amfetamine, te weten
  • 18 jerrycans gevuld met een groenkleurige en zure vloeistof "Industrial Acid PA85, vermoedelijk omzettingsafval" en
  • 15 jerrycans met neutrale vloeistof met Carbamaldehyde en
  • 3 jerrycans met etiket Carbamaldehyde, alle gevuld met een basische vloeistof en
  • 5 maatbekers van 5 liter (met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie) en
  • 1 RVS destillatieketel inhoud 200 liter en
  • zwarte speciekuip met 15 x gasbrander met gasslang en een aantal waterslangen en
  • 285 kilogram Caustic Soda en
  • zwarte speciekuip 65 liter en
  • 2 x klemdekselvaten a 200 liter met etiket Sodium Carbonate Peroxyhydrate en
  • 2 x Intermediate Bulk container a 1000 liter en
  • 1 x kartonnen doos met inhoud 25 kg wit poeder (Methylester van Benzylmetylketon-glycidezuur en
  • 6 witte kunststofvaten a 60 liter per stuk met restant neutrale vloeistof en
  • 20 liter methanol en
  • 2 losse slakkenhuizen en
  • 80 liter fosforzuur en/of 150 liter mierenzuur en
  • 310 liter formamide en
  • 4,35 kilo witte brokken/poeder MAPA voorhanden heeft gehad,
waarvan hij, verdachte en zijn mededader, wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit.
3
hij op 1 oktober 2024 te Emmen aan het adres [adres] ,
  • een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een aanvalsgeweer model AK en
  • munitie van categorie III onder artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en munitie, te weten: centraalvuur kogelpatronen, model AK van het kaliber 7,62 x 39 mm en
  • een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een semi-automatisch pistool, van het merk CZ, type model 75, kaliber 9x19 mm
en bijbehorende munitie van categorie III onder artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en munitie, te weten centraalvuur kogelpatronen, model AK van het kaliber 9x19 mm
voorhanden heeft gehad;
4
hij op 1 oktober 2024 te Emmen, te weten aan het adres [adres] te Emmen,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een dubbelloops hagelgeweer, kaliber 12
en bijbehorende munitie van categorie III onder artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en munitie, te weten: twee hagelpatronen, van het kaliber 12 en
- een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een twee pistoolmitrailleurs, model MP38/40 en/of MP41, kaliber 9x19 mm
en twee bijbehorende patroonmagazijnen model MP38/40 en/of MP41 met bijbehorende munitie van categorie III, artikel 2 lid 2 van de Wet wapens en
munitie, te weten: centraalvuur kogelpatronen, van het kaliber 9x19 mm voorhanden heeft gehad;
5
hij op 1 oktober 2024, te Emmen, opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • 69 stuks knalvuurwerk lijst III (bangers/flashbangers met de naam “Super Cobra 6" en/of "Black Thunder”) en
  • 24 stuks overig professioneel vuurwerk lijst III (pyropatroon met de naam "Demon eyes brokat" en/of "lichtspur Knallpatrone") en
  • 18 stuks knalvuurwerk lijst IIB (bangers/flashbangers met de naam “Powerful Bulldog”) in een woning aan het [adres] aldaar en
  • 9 stuks signaalraket en/of lawinepijl lijst III (vuurpijlen met de naam "Signarakete")(in een woning aan het [adres] aldaar en
  • 25.72 kg knalvuurwerk lijst IIA (banger/flashbangers met de naam "Sishing" en/of vuurpijl met de naam "crackling flash") in een woning aan het [adres] en in een woning aan het [adres] voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair) en 2 (primair).
de eendaadse samenloop van medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod
en;
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden, door voorwerpen/stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
3. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, met uitzondering van onderdeel 2º of onderdeel 7º, en munitie van categorie III;
4. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, met uitzondering van onderdeel 2º of onderdeel 7º, en munitie van categorie III;
5. overtreding van artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een deels voorwaardelijke straf met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, aangezien een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf alle lopende (hulp)trajecten zou doorkruisen en mogelijk tot verlies van woonruimte en contact met zijn kinderen zou leiden. De raadsman heeft verzocht om geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering van VNN d.d. 18 november 2024 en het voortgangsverslag van 21 augustus 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d.
6 september 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, samen met een ander, schuldig gemaakt aan de productie van amfetamine en aan het verrichten van voorbereidingshandelingen daartoe. Amfetamine is een harddrug die zeer verslavend en schadelijk is voor de volksgezondheid. Daar komt bij dat het productieproces van synthetische drugs veel veiligheidsrisicos met zich meebrengt. In de eerste plaats voor degene die de amfetamine produceert, maar ook de omgeving van het drugslaboratorium loopt gevaar vanwege eventueel brand- en ontploffingsgevaar. Het feit dat het aangetroffen drugslaboratorium gevestigd was midden in een woonwijk is dan ook extra kwalijk. De rechtbank overweegt verder dat de productie van verdovende middelen vaak gepaard gaat met ernstige nevencriminaliteit en milieuschade. Verdachte heeft kennelijk enkel gedacht aan eigen financieel gewin en heeft zich op geen enkele manier bekommerd om de risicos voor omwonenden of de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor de maatschappij en het milieu. De rechtbank rekent verdachte dit alles dan ook zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte illegaal vuurwerk en een aantal wapens voorhanden gehad, waaronder een semi-automatisch aanvalsgeweer (AK-47). Het ongecontroleerd bezit van illegaal vuurwerk en met name (vuur)wapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en leidt tot grote
onveiligheid in de maatschappij. De verdachte heeft meegewerkt aan het in stand houden van deze onveiligheid. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij de AK-47 en bijbehorende munitie voor iemand anders in bewaring had genomen, maar hij heeft niet willen verklaren voor wie hij dit heeft gedaan. De verklaring van verdachte kan daarmee ook niet geverifieerd worden. Wel stelt de rechtbank vast dat verdachte zich kennelijk in een milieu bevond waarin het bezit, en daarmee ook het gebruik, van dergelijk zware aanvalswapens niet wordt geschuwd. De rechtbank acht dit zeer zorgwekkend.
Persoon van de verdachte
Uit voornoemd reclasseringsrapport en voortgangsrapportage van de reclassering van VNN en de justitiële documentatie van verdachte volgt dat hij eerder is veroordeeld vanwege wapenbezit en geweldsdelicten. Verdachte heeft een belastende jeugd gehad en heeft een gebrek aan zelfvertrouwen. Hij probeert mensen tevreden te stellen en kan impulsief handelen. Door de reclassering wordt ook opgemerkt dat bij verdachte mogelijk sprake is van een cognitieve beperking. Verdachte staat sinds december 2024 in contact met de reclassering in het kader van een voorwaardelijke veroordeling en de onderhavige schorsing van de voorlopige hechtenis. Verdachte houdt zich aan de opgelegde afspraken en bijzondere voorwaarden en lijkt daar baat bij te hebben. Ook volgt verdachte naar aanleiding van verdiepingsdiagnostiek vanaf juni 2025 een behandeling bij [instelling 1] en ontvangt hij begeleiding van [instelling 2] in [plaats] . De reclassering merkt daarbij op dat verdachte gemotiveerd is om zijn leven een positieve wending te geven en verdachte heeft dat ter terechtzitting ook bevestigd. Het recidiverisico wordt door de reclassering ingeschat op gemiddeld. De reclassering heeft geadviseerd om bij een veroordeling een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden op te leggen.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten en het strafblad van verdachte niet kan worden volstaan met een andere sanctie dan een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken. Daarbij heeft de rechtbank verder in aanmerking genomen dat de feiten en 1 en 2 een professioneel en operationeel drugslab betrof, dat bedoeld was om grote hoeveelheden amfetamine te produceren. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de organiserende en bepalende rol die verdachte heeft gespeeld en het feit dat verdachte een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk en wapens voorhanden heeft gehad, waaronder een semi-automatisch vuurwapen.
Alles afwegende acht de rechtbank daarom een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 72 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden.
Gelet op de duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf bestaat er op basis van artikel 14a van het Wetboek van Strafrecht geen mogelijkheid om de straf deels voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf volledig moet plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 55, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer en artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 6 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 72 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. A.S. Venema-Dietvorst en mr. A. van den Oever, rechters, bijgestaan door mr. E.E. de Vries, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 oktober 2025.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt tenzij anders vermeld bedoeld een
ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpaginas, betreft dit tenzij anders vermeld de paginas van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] ( [nummer] , onderzoek [nummer] ), d.d. 18 november 2024.
2 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2024, p. 31 e.v.
3 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 46.
4 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 47.
5 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 48-52
6 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 53
7 NFI-rapport Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 10 juli 2024 op de locatie [adres] te
Emmen , onderzoeknummer [nummer] , ing. A.G.A. Sprong , d.d. 10 oktober 2024.
8 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2024, p. 168 e.v.
9 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2024, p. 169.
10 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2024, p. 161 e.v.
11 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2024, p. 161 e.v.
12 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2024, p. 214.
13 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juli 2024, p. 223 e.v.
14 Processen-verbaal herkenning door opsporingsambtenaar, d.d. 24 juli 2024, p. 229 e.v. en 235 e.v.
15 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2024, p. 215.
16 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2024, p. 267 e.v.
17 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2024, p. 281 e.v.
18 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 487-488.
19 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 179.
20 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 181.
21 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 489.
22 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 183.
23 Reclasseringsrapport VNN, d.d. 18 november 2024, p. 7.
24 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 191.
25 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 197.
26 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 199.
27 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 185.
28 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 203.
29 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 491-493.
30 Proces-verbaal van bevindingen d.d. december 2024, p. 322 e.v.
31 Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , d.d. 1 oktober 2024, p. 28 van het
persoonsdossier van [medeverdachte 1] .
32 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 september 2024, p. 558 e.v.
33 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 november 2024, p. 313 e.v.
34 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 155 e.v.