ECLI:NL:RBNNE:2025:4238

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 oktober 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
18.259757.24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan de productie van amfetamine en voorbereidingshandelingen

Op 17 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan de productie van amfetamine en voorbereidingshandelingen daartoe. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 meerdere keren aanwezig is geweest in een loods in Emmen, waar een drugslaboratorium werd aangetroffen. De verdachte heeft op verschillende momenten spullen en boodschappen naar de medeverdachte [medeverdachte 2] gebracht, die als kok in het drugslab aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen, maar dat er wel sprake was van medeplichtigheid. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, gezien de schadelijke gevolgen van de productie van amfetamine voor de volksgezondheid en de risico's voor de omgeving. De verdachte had een actieve rol in het faciliteren van de productie, ondanks zijn ontkenning dat hij op de hoogte was van de drugslaboratoriumactiviteiten. De rechtbank weegt de frequentie van de bezoeken van de verdachte aan de loods en de aangetroffen sporen van amfetamine op zijn schoenen zwaar mee in de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.259757.24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
ter terechtzitting opgegeven adres [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 mei 2025, 19 september 2025 en 17 oktober 2025 (sluiting).
Verdachte is op de zittingen van 27 mei 2025 en 19 september 2025 verschenen, bijgestaan door mr. J.L. L'Homme, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is bij de inhoudelijke behandeling op 19 september 2025 ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S. Broekstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, (in en/of vanuit een of meerdere pand(en)/gebouw(en) gelegen aan of bij de [pleeglocatie] , aldaar), in elk geval in de gemeente Emmen, en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd (telkens)
- ( grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende metamfetamine (crystal meth) en/of
- ( grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine en/of zijnde metamfetamine (crystal meth) en/of amfetamine (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, (in en/of vanuit een of meerdere pand(en)/gebouw(en) gelegen aan of bij de [pleeglocatie] , aldaar), in elk geval in de gemeente Emmen, en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofafgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd (telkens)
- een (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende metamfetamine
(crystal meth) en/of
- een (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine en/of zijnde metamfetamine (crystal meth) en/of amfetamine (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het regelen/organiseren van en/of bijdragen aan en/of het aansturen ten behoeve de daadwerkelijke vervaardiging van de drugs en/of transport van (materialen voor) de vervaardigde drugs dan wel hetveelvuldig contact te hebben met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
, althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) heeft verschaft
2
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, in een pand gelegen aan of bij de [pleeglocatie] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van metamfetamine (Crystal Meth), in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, een groot aantal stoffen en/of goederen welke gebruikt worden bij de vervaardiging van metamfetamine, althans de vervaardiging van harddrugs, te weten (onder meer)
- 18 jerrycans gevuld met een groenkleurige en zure vloeistof "Industrial Acid PA85, vermoedelijk omzettingsafval" en/of
- 15 jerrycans met neutrale vloeistof met Carbamaldehyde en/of
- 3 jerrycans met etiket Carbamalhyde, alle gevuld met een basische vloeistof en/of
- 5 maatbekers van 5 liter (met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie) en/of
- 1 RVS destillatieketel inhoud 200 liter en/of
- zwarte speciekuip met 15 x gasbrander met gasslang en een aantal waterslangen en/of
- 285 kilogram Cuastic Soda en/of
- zwarte speciekuip 65 liter en/of
- 2 x klemdekselvaten a 200 liter met etiket Sodium Carbonate Peroxyhydrate
- 2 x Intermediate Bulk container a 1000 liter en/of
- 1 x kartonnen doos met inhoud 25 kg wit poeder (Methylester van Benzylmetylketon-glycidezuur en/of
- 6 witte kunststofvaten a 60 liter per stuk met restant neutrale vloeistof en/of
- 20 liter methanol en/of
- 2 losse slakkenhuizen en/of
- 80 liter fosforzuur en/of 150 liter mierenzuur en/of
- 310 liter formamide en/of
- 4,35 kilo witte brokken/poeder MAPA
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, in een pand gelegen aan of bij de [pleeglocatie] tezamen en in vereniging, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van een materiaal (telkens) bevattende metamfetamine (Crystal Meth), in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, een groot aantal stoffen en/of materialen en/of goederen welke gebruikt worden bij de vervaardiging van metamfetamine, althans de vervaardiging van harddrugs, te weten (onder meer)
- 18 jerrycans gevuld met een groenkleurige en zure vloeistof "Industrial Acid PA85, vermoedelijk omzettingsafval" en/of
- 15 jerrycans met neutrale vloeistof met Carbamaldehyde en/of – 3 jerrycans met etiket Carbamalhyde, alle gevuld met een basische vloeistof en/of
- 5 maatbekers van 5 liter (met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie) en/of
- 1 RVS destillatieketel inhoud 200 liter en/of
- zwarte speciekuip met 15 x gasbrander met gasslang en een aantal waterslangen en/of
- 285 kilogram Caustic Soda en/of
- zwarte speciekuip 65 liter en/of
- 2 x klemdekselvaten a 200 liter met etiket Sodium Carbonate Peroxyhydrate
- 2 x Intermediate Bulk container a 1000 liter en/of
- 1 x kartonnen doos met inhoud 25 kg wit poeder (Methylester van Benzylmetylketon-glycidezuur en/of
- 6 witte kunststofvaten a 60 liter per stuk met restant neutrale vloeistof en/of
- 20 liter methanol en/of
- 2 losse slakkenhuizen en/of
- 80 liter fosforzuur en/of 150 liter mierenzuur en/of
- 310 liter formamide en/of
- 4,35 kilo witte brokken/poeder MAPA
voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en)
Tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, althans in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het regelen/organiseren van en/of bijdragen aan en/of het aansturen ten behoeve de daadwerkelijke vervaardiging van de drugs en/of transport van (materialen voor) de vervaardigde drugs dan wel het veelvuldig contact te hebben met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) heeft verschaft.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat alleen kan worden vastgesteld dat verdachte op meerdere momenten in de ten laste gelegde periode in het pand aan de [pleeglocatie] in Emmen is geweest, maar dat nergens uit blijkt dat verdachte wist – of had moeten weten – van de aanwezigheid van een drugslab. Verdachte heeft geen uitvoeringshandelingen verricht en er is geen sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking of opzet op het produceren van amfetamine of het voorbereiden daarvan. Het alternatieve scenario dat verdachte in de veronderstelling was dat hij mogelijk behulpzaam is geweest bij een wietkwekerij, wordt bovendien door objectieve sporen ondersteund. Nu wettig en overtuigend bewijs voor medeplegen en medeplichtigheid ontbreekt, dient verdachte te worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank [1]
Feiten en omstandigheden
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. Op 10 juli 2024 ontving de politie een melding van een verbalisant van de districtsrecherche Nijmegen dat medeverdachte [medeverdachte 2] zou verblijven op een adres aan de [pleeglocatie] in Emmen. In verband met een ander strafrechtelijk onderzoek naar een schietincident in Nijmegen waar [medeverdachte 2] mogelijk bij betrokken zou zijn geweest heeft de districtsrecherche Nijmegen telecommunicatie van hem opgenomen en uit die communicatie rees de verdenking dat er sprake zou zijn van een in werking zijnd drugslaboratorium op voornoemd adres. Op 10 juli 2024 is het pand aan de [pleeglocatie] in Emmen betreden door de Dienst Speciale Interventies en in dat pand werd [medeverdachte 2] aangetroffen en aangehouden. Daarbij werd door de politie een in werking zijnd drugslaboratorium aangetroffen. [2]
Het drugslab
De politie heeft onderzoek ingesteld naar de drugsproductielocatie die was aangetroffen in de loods aan de [pleeglocatie] in Emmen. De loods waarin het drugslab is aangetroffen was ingericht als productieruimte voor synthetische drugs en precursoren. De loods bestaat uit één laag en deze is te betreden via een sectionaaldeur aan de rechterzijde of een loopdeur aan de linkerzijde van de voorgevel. De loods bestaat uit meerdere ruimten waaronder een keukentje en een toiletruimte. In de achterste ruimte van de loods was met behulp van isolatiepanelen een ruimte in de ruimte gebouwd. Hierin bevond zich de drugsproductielocatie. [3]
Na binnentreden van de loods via de sectionaaldeur is sprake van een lege langgerekte ruimte. Aan het einde van deze ruimte bevonden zich twee openslaande deuren naar de
achterste ruimte. Op het moment dat verbalisanten deze ruimte wilden betreden werd door hen een zeer sterke ammoniakgeur geroken en op de gasdetectiemeters werd gezien dat de concentratie ammoniak in de lucht opliep. In de achterste ruimte stonden jerrycans opgestapeld, twee Intermediate Bulk Containers (IBC’s), klemdekselvaten, een rvs-ketel, gasbranders met gasslang, lege zakken van een pre-precursor, een volle doos pre-precursor en onder een afdekzeil hennep gerelateerde goederen. Ook was hier met behulp van isolatiepanelen een ruimte in de ruimte gecreëerd. In deze gecreëerde ruimte werd door de politie onder andere een rvs-reactieketel, waarvan de reflux door middel van een slang gekoppeld was aan een IBC die fungeerde als gaswasser, een destillatieketel, een stoomgenerator ten behoeve van de destillatieketel en jerrycans gevuld met chemicaliën gevonden. Vanuit de opslagruimte was er een doorgang naar een ruimte aan de voorzijde van het pand. In deze ruimte lagen meerdere stapels met dozen waarvan de meeste leeg bleken te zijn. Tussen de dozen in trof de politie een opgeblazen luchtbed met dekens op de grond aan.
Naast de loopdeur aan de voorzijde van het pand bevond zich nog een toiletruimte en een klein keukentje. De waterafvoerslang liep vanaf de koelbuis/reflux van de reactieketel naar de toiletruimte en vervolgens ging deze de toiletpot in. [4]
Blijkens onderzoek van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) zijn er in de loods onder meer 18 jerrycans gevuld met vermoedelijk omzettingsafval aangetroffen, 15 jerrycans met een neutrale vloeistof, 3 jerrycans gevuld met een basische vloeistof, 5 maatbekers met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie, 1 RVS-destillatieketel met een inhoud van 200 liter, 1 zwarte speciekuip met 15 gasbranders met gasslang en een aantal waterslangen, 285 kilo caustische soda (caustic soda), 1 zwarte speciekuip van 65 liter, 2 klemdekselvaten van 200 liter met het etiket “Sodium Carbonate peroxyhydrate, UN 3378”, 2 IBC’s van 1000 liter, een kartonnen doos met daarin een plastic zak met 25 kilogram wit poeder (methylester van Benzylmetylketon (BMK)-glycidezuur), 6 witte kunststofvaten van 60 liter met daarin een restant neutrale vloeistof, een jerrycan met 20 liter methanol , 2 losse slakkenhuizen, 80 liter fosforzuur, 310 liter formamide en 4,35 kilogram witte brokken/poeder MAPA. [5]
Door verbalisanten is geconstateerd dat de drugsproductielocatie was ingericht voor de grootschalige productie van BMK en amfetamine. Aan de hand van de hoge concentratie ammoniak konden de verbalisanten eveneens afleiden dat op het moment van aantreffen van de productielocatie in de reactieketel de tweede kookstap van de productie van amfetamine gaande was, dan wel kort daarvoor voltooid was. [6]
Door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) zijn de aangetroffen materialen en stoffen onderzocht. Uit dit onderzoek volgt dat in het onderzoeksmateriaal amfetamine is aangetoond. Amfetamine staat vermeld op lijst I van de Opiumwet. Daarnaast zijn in het onderzoeksmateriaal diverse stoffen en chemicaliën aangetroffen die gebruikt kunnen worden bij de productie van amfetamine en/of drugsprecursoren. [7]
Camerabeelden en telefoongesprekken
Aan de woning van de [adres] en aan de loods op nummer [nummer] hingen meerdere camera’s die zicht hadden op het pand aan de [pleeglocatie] . Door de bewoner van het pand aan de [adres] werden opnames aangeleverd over de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024. Op deze camerabeelden is gedurende de gehele opgenomen periode op verschillende moment één en dezelfde persoon te zien. Deze ene persoon is door verbalisanten herkend als verdachte. Op de camerabeelden van 25 juni 2024 omstreeks 13:25 uur is te zien dat verdachte als bijrijder van een witte bestelbus bij de loods aankomt. Verdachte heeft hierbij de overheaddeur geopend, waarna de bestelbus achteruit de loods binnen is gereden. Vervolgens is verdachte de loods ingelopen en heeft hij de overheaddeur weer gesloten. Omstreeks 13:42 uur is de deur van de loods geopend en is de bestelbus weer uit de loods gereden waarna verdachte de deur heeft gesloten. Diezelfde dag om 14:42 uur heeft dit proces zich herhaald. Op de beelden is te zien dat verdachte vanaf 1 juli 2024 tot en met 6 juli 2024 dagelijks bij de loods komt. In de meeste gevallen verlaat verdachte na enkele (tientallen) minuten de loods op dezelfde manier als hij gekomen is. [8]
Op de camerabeelden van 1 juli 2024, omstreeks 11:10 uur is te zien dat verdachte aankomt bij de loods en dat hij uit de kofferbak van zijn voertuig een rode kabel of slang haalt en deze naar binnen brengt. Een soortgelijke rode slang als die verdachte naar binnen heeft gedragen is in het drugslab aangetroffen. [9] De rechtbank gaat er dus vanuit dat dit de slang is die verdachte daar heeft gebracht. Diezelfde dag omstreeks 19:04 uur en 19:37 uur is verdachte opnieuw bij de loods, waarbij te zien is dat om 19:04 uur een persoon als bijrijder in de auto bij verdachte zat. Om 20:54 uur kwam verdachte samen met een andere persoon uit de loods. Deze persoon stapte als bijrijder in bij verdachte. [10] Door verbalisant [verbalisant 1] is deze persoon herkend als medeverdachte [medeverdachte 2] . [11] Verdachte is de daaropvolgende dagen iedere dag minstens één keer overdag bij de loods aanwezig. [12]
Op de camerabeelden van 6 juli 2024, omstreeks 01:48 uur, is te zien dat een persoon die gelijkenissen vertoont met verdachte bij de loods aankomt en de deur voorzichtig opent en enkele minuten later om 01:54 uur de loods weer verlaat en voorzichtig de deur sluit. Die nacht om 02:10 uur wordt de Range Rover van verdachte de loods ingereden door een persoon die qua houding en kleding lijkt op de eerdergenoemde persoon, waarna de auto om 02:15 uur de loods weer is uitgereden en de betreffende persoon een minuut later terugkomt om de deur te sluiten. Diezelfde nacht om 02:41 uur is nogmaals een persoon, die gelijkenissen vertoont met verdachte, bij de loods aanwezig. Een minuut later is deze persoon lopend weer vertrokken. [13] De rechtbank heeft geen reden om eraan te twijfelen dat het in alle gevallen om verdachte gaat.
Door de politie werd in verband met het onderzoek naar een schietincident in Nijmegen waar [medeverdachte 2] mogelijk bij betrokken zou zijn geweest, de telecommunicatie opgenomen van telefoonnummers die medeverdachte [medeverdachte 2] in gebruik had. Hieruit blijkt dat er op 8 juli 2024 omstreeks 08:51 uur een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . In dit gesprek werd door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] gesproken over het feit dat ‘ze’ op zoek zijn naar [medeverdachte 2] en dat de politie de dag daarvoor bij de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in huis was naar aanleiding van een melding over een ruzie waarbij gegil was gehoord. De politie is op 7 juli 2024 naar aanleiding van een melding over ruzie in een woning langs geweest op het adres [adres] in Emmen. Ter plaatse bleek dat medeverdachte [medeverdachte 1] in de woning verbleef met zijn vriendin en dat er van ruzie geen sprake was. [14]
Op 8 juli 2024 omstreeks 11:26 uur vond er een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 1] , waarbij door [medeverdachte 2] werd aangegeven dat hij in kamer [nummer] verbleef. De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 1] geeft vervolgens aan dat [medeverdachte 2] ‘achter bij [bedrijf] moet komen en dat hij [medeverdachte 2] bij de tussendoorgang van oud naar nieuw komt ophalen. [15] Onderzoek heeft uitgewezen dat [medeverdachte 2] in kamer [nummer] van het [hotel] in Emmen verbleef. [16] Door [hotel] Emmen werden camerabeelden verstrekt en de politie heeft deze beelden bekeken. Hierop is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 1] omstreeks 11:29 uur [medeverdachte 2] ontmoet en dat zij samen het hotel verlaten. Op de camerabeelden is verder te zien dat medeverdachte [medeverdachte 1] zich samen met een andere man heeft gemeld bij de balie van het hotel. [17] Deze man is door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] herkend als verdachte. [18] Nadat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] het hotel hebben verlaten zijn zij in een Volkswagen Passat gestapt met het kenteken [kenteken] . Na controle in het politiesysteem BVI-IB bleek dat dit voertuig op naam stond van
[medeverdachte 1] . [19]
Op de camerabeelden van de loods op 8 juli 2024, omstreeks 13:08 uur, is te zien dat verdachte aankomt bij de loods in een witte bedrijfsauto. Op dat moment kon verdachte geen gebruik meer maken van de Range Rover vanwege het feit dat deze op zondag 7 juli 2024 in beslag werd genomen door de politie in verband met betrokkenheid van dit voertuig bij het schietincident in Nijmegen. Op het moment dat verdachte aankomt bij de loods is op de camerabeelden te zien dat een persoon als bijrijder naast hem zit. Aan de hand van de kleding is deze bijrijder door verbalisant [verbalisant 4] herkend als medeverdachte [medeverdachte 2] . Op het moment dat verdachte de loods weer verlaat is te zien dat er geen bijrijder meer in het voertuig zit. [20]
In een telefoongesprek op 8 juli 2024, omstreeks 15:51 uur, tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] geeft [medeverdachte 2] aan dat hij geen aansteker heeft, dat hij de installatie heeft gedaan maar het niet kan aansteken. [21] Vervolgens heeft er omstreeks 16:09 uur opnieuw een telefoongesprek plaatsgevonden waarbij de gebruiker van [telefoonnummer 1] aangeeft dat iemand onderweg is, maar dat de sleutel later wordt gebracht omdat de sleutel in ‘zijn’ Passat ligt en deze auto er niet gezien mag worden. Ook wordt gezegd dat degene die boodschappen komt brengen eerst de auto van zijn moeder moet ophalen. [22]
Op de camerabeelden van 8 juli 2024 omstreeks 16:31 uur is te zien dat verdachte bij de loods komt in een witte Citroën C4 Cactus die op naam staat van de moeder van verdachte. Verdachte is daarop met een tas de loods binnengegaan, waarbij hij de deur heeft geopend met een sleutel. Een minuut later is hij teruggekomen, heeft hij de roldeur gesloten en is hij weer weggereden. [23]
In telefoongesprekken op 9 juli 2024 tussen de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en [medeverdachte 2] , zegt [medeverdachte 2] : “Ik ga zo aftappen en ik ga caustic er op gooien en morgenvroeg gaat hij hier zijn en die dingen voor mij regelen en dan moet ik 's avonds beginnen met stomen.”. In ditzelfde gesprek vraagt [medeverdachte 2] naar de auto van ‘ [naam 1] ’, waarop de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] aangeeft dat [naam 1] heeft geïnformeerd maar dat hij zijn auto nog niet terug heeft. [24] Later die dag geeft [medeverdachte 2] in een gesprek aan dat deze ronde vrijdag klaar is, dat hij zaterdag en zondag gaat uitrusten in een hotel en dat ze dan maandag aan een ‘nieuwe’ beginnen. [25] Door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] wordt op 9 juli 2024 omstreeks 22:13 uur tegen [medeverdachte 2] gezegd dat hij op dat moment de ‘caustic soda’ erbij kan gooien, omdat op het op dat moment erg slecht weer is. [medeverdachte 2] heeft hierop geantwoord dat hij ‘hem’ bijna klaar heeft en dat hij ‘hem’ zo gaat aanzetten. [26] Diezelfde avond omstreeks 22:36 uur geeft [medeverdachte 2] in een telefoongesprek aan dat die ‘caustic’ erg stinkt en wordt er gesproken over het slechte weer waardoor niemand iets zal ruiken (omdat omwonenden dan binnen blijven, zo begrijpt de rechtbank de redenering). Op 10 juli 2024 omstreeks 10:14 uur wordt er tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] gesproken over ‘ [naam 1] ’ die onderweg is naar verdachte met gas en dat verdachte aan [naam 1] moet doorgeven welke boodschappen hij allemaal nodig heeft. [medeverdachte 2] geeft in dat gesprek aan dat [naam 1] ook vieze jerrycans van 60 liter moet ophalen en nieuwe jerrycans moet brengen. Door een persoon op de achtergrond wordt op dat moment gezegd dat de ‘nieuwe’ in de auto zitten. [27]
Op de camerabeelden van 10 juli 2024 omstreeks 10:46 uur is te zien dat verdachte bij de loods aankomt. Om 10:55 uur is verdachte de loods weer uitgereden, waarna verdachte de roldeur heeft gesloten. Direct daarna heeft er een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 2] en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] waarin door [medeverdachte 2] wordt bevestigd dat ‘hij’ geweest is. Die dag omstreeks 12:32 uur is [medeverdachte 2] aangehouden in het drugslab. [28]
Aangetroffen sporen
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte aan de [adres] in [woonplaats] zijn meerdere schoenen in beslag genomen. Op camerabeelden is te zien dat verdachte regelmatig schoenen draagt die overeenkomen met de schoenen die onder hem in beslag genomen zijn. Dit betreft een paar zwarte Nike Air Max Plus 3 schoenen. Deze schoenen zijn onderzocht door het NFI op sporen van vloeistoffen die in het drugslaboratorium zijn aangetroffen. Uit dit onderzoek volgt dat in de bemonstering van de zool van de linker- en de rechterschoen amfetamine en
N-formylamfetamine is aangetoond en dat in de bemonstering van de bovenzijde van deze schoenen aanwijzingen zijn gevonden voor de aanwezigheid van amfetamine. [29]
Telefoongegevens
Verdachte heeft verklaard dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [30] Uit de door de politie verkregen historische verkeersgegevens blijkt dat verdachte met dit nummer op 7 juli 2024 contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] dat in gebruik was bij [medeverdachte 2] . Ook blijkt uit de verkeersgegevens dat verdachte in de ten laste gelegde periode meerdere keren contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer 4] dat in gebruik was bij medeverdachte [medeverdachte 1] . [31]
Onder verdachte is op 1 oktober 2024 een iPhone 12 mini in beslag genomen. In deze telefoon stonden meerdere contacten vermeld, waaronder [medeverdachte 1] die werd aangeduid als ‘ [medeverdachte 1] ” en ‘ [medeverdachte 2] ’ met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Ook werd op de aangetroffen telefoon op 11 juli 2024 gezocht naar nieuwsberichten over het aangetroffen drugslab in Emmen. [32]
Onder medeverdachte [medeverdachte 1] is op 1 oktober 2024 een iPhone 12 mini in beslag genomen. In deze telefoon werden verschillende contacten aangetroffen, waaronder ‘ [naam 1] ’ met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , ‘ [verdachte] ’ met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] en ‘ [medeverdachte 2] ’ met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Op deze telefoon zijn daarnaast verschillende chatgesprekken, zoekopdrachten, afbeeldingen en video’s aangetroffen met betrekking tot wapens, vuurwerk en/of het vervaardigen van en de handel in verdovende middelen. [33]
Onder medeverdachte [medeverdachte 2] is een mobiele telefoon van het merk Nokia in beslag genomen. In deze telefoon stonden drie contacten vermeld, te weten ‘ [naam 1] ’ met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , ‘ [naam 2] ’ met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en ‘ [naam 3] ’ met het telefoonnummer [telefoonnummer 6] . [34] Uit de opgenomen telecommunicatie van telefoonnummer [telefoonnummer 1] blijkt dat dit nummer ook contact heeft gehad met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 6] en dat in een gesprek tussen deze twee gebruikers op 9 juli 2024 wordt gesproken over ‘ [naam 4] ’ en dat hij in de avond de caustic erbij gaat gooien. [35]
Verklaring van de verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij meerdere keren bij de loods aan de [pleeglocatie] is geweest en dat hij [medeverdachte 2] meerdere keren spullen heeft gebracht ten behoeve van wietkweek. [36]
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van het onder 1 primair en het onder 2 primair ten laste gelegde
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af. Verdachte is in de ten laste gelegde periode meerdere keren langs geweest bij de loods aan de [pleeglocatie] waarin een in werking zijnd drugslaboratorium is aangetroffen, waarbij hij op verschillende momenten spullen en/of boodschappen heeft gebracht naar de aldaar verblijvende medeverdachte [medeverdachte 2] . Op basis van de inhoud van het dossier kan naar het oordeel van de rechtbank echter niet worden vastgesteld dat verdachte ook een actieve bijdrage heeft geleverd aan de productie van amfetamine.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten niet is komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en de bijdrage van verdachte aan het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde is naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde
Vervolgens ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat sprake is van medeplichtigheid, zoals ten laste gelegd onder feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair.
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° of 2º van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict). Bij de bewezenverklaring en kwalificatie van de medeplichtigheid moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook als het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan. Het opzet van de medeplichtige behoeft niet te zijn gericht op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan.
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden vast dat de verdachte in de periode van 25 juni 2024 tot 10 juli 2025 op meerdere momenten aanwezig is geweest in de loods op het adres [pleeglocatie] in Emmen en dat in deze loods een in werking zijnd drugslab is aangetroffen. Daarbij stelt de rechtbank vast dat medeverdachte [medeverdachte 2] als kok aanwezig was in het drugslab en dat hij werd aangestuurd door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Gelet op de inhoud van de gesprekken tussen de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en [medeverdachte 2] stelt de rechtbank vast dat dit nummer in gebruik was bij medeverdachte [medeverdachte 1] , over wie de verdachte heeft verklaard dat dit een goede vriend van hem is. Uit de telefoongegevens blijkt ook dat de verdachte in de ten laste gelegde periode regelmatig contact heeft gehad met [medeverdachte 1] . Uit de inhoud van de telefoongesprekken tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] leidt de rechtbank af dat de verdachte ook ‘ [naam 1] ’ wordt genoemd en dat hij in opdracht of op verzoek van anderen onder meer aanstekers, boodschappen, een tuinslang, gastanks en jerrycans heeft gehaald en gebracht naar de loods aan de [pleeglocatie] .
Verdachte heeft verklaard dat hij vermoedde dat er een wietkwekerij in de loods aanwezig was en dat hij niks wist of heeft gemerkt van een drugslaboratorium in dat pand. De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig. De rechtbank heeft daarbij gelet op de frequentie van de aanwezigheid van de verdachte in de loods, ook in de nachtelijke uren, en de korte duur van zijn bezoeken. Hierbij valt het op dat verdachte regelmatig met zijn auto de loods is ingereden, waarna steevast de roldeur werd afgesloten. Daarnaast is er amfetamine aangetoond op de zolen van de schoenen van verdachte en zijn er aanwijzingen voor amfetamine op de bovenzijde van die schoenen aangetroffen. Ook constateert de rechtbank dat de verdachte aanwezig is geweest in de loods enkele uren voordat de politie een inval heeft gedaan bij het drugslaboratorium, waarbij op dat moment door verbalisanten een zeer sterke ammoniakgeur is geroken. Dit is een geur die rechtstreeks en tamelijk uniek ontstaat bij de productie van synthetische drugs en die naar het oordeel van de rechtbank de verdachte redelijkerwijs niet kan zijn ontgaan. Hierbij merkt de rechtbank nog op dat verdachte kennelijk instructies heeft ontvangen van [medeverdachte 1] , die gelet op de inhoud van de gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , een sturende rol heeft gehad in het opzetten en uitvoeren van het drugslab.
Al deze omstandigheden bij elkaar wijzen zozeer op wetenschap, dat sprake is van medeplichtigheid. Daarmee heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank op zijn minst voorwaardelijk opzet gehad op het faciliteren van (de voorbereiding van) de productie van amfetamine. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde.
Eendaadse samenloop
De onder feit 1 subsidiair en 2 subsidiair bewezenverklaarde gedragingen leveren in die mate een samenhangend, zich in dezelfde periode en op dezelfde plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteenloopt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot die ten laste gelegde feiten sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Voorwaardelijk verzoek tot het horen van een getuige
Door de verdediging is een voorwaardelijk verzoek tot het horen van een getuige gedaan. Wanneer de rechtbank tot een bewezenverklaring zou komen van het onder 1 of 2 ten laste gelegde, zou de rechtbank [getuige] , een vriend van verdachte, moeten horen die kan bevestigen dat verdachte airco’s bracht en haalde uit de loods aan de [pleeglocatie] in Emmen. Daarmee zou deze getuige de lezing van verdachte kunnen ondersteunen.
De rechtbank ziet op basis van de inhoud van het dossier geen noodzaak tot het horen van een getuige met betrekking tot de vraag of verdachte airco’s had opgeslagen in de loods. Op basis van de camerabeelden, de verklaring van verdachte en de inhoud van de diverse aangehaalde telefoongesprekken volgt naar het oordeel buiten redelijke twijfel dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij de productie van synthetische drugs heeft gefaciliteerd. Het alternatieve scenario dat door de verdediging is geschetst wordt weersproken door de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen. Ook in het geval de rechtbank zou aannemen dat verdachte (ook) airco’s bracht en ophaalde uit de loods, sluit dat niet uit dat hij daarnaast ook de productie van synthetische drugs heeft gefaciliteerd. De rechtbank wijst daarom het voorwaardelijke verzoek tot het horen van [getuige] af.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

1 (subsidiair)

[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, in een pand gelegen aan de [pleeglocatie] , aldaar, opzettelijk hebben vervaardigd en bereid en bewerkt en verwerkt
- een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, opzettelijk middelen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het bijdragen aan de daadwerkelijke vervaardiging van de drugs en/of transport van materialen voor de vervaardigde drugs.

2 (subsidiair)

[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de periode van 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, in een pand gelegen aan de [pleeglocatie] tezamen en in vereniging, opzettelijk om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en
- het opzettelijk vervaardigen van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, stoffen en materialen en goederen welke gebruikt worden bij de vervaardiging van amfetamine, te weten
- 18 jerrycans gevuld met een groenkleurige en zure vloeistof "Industrial Acid PA85, vermoedelijk omzettingsafval" en
- 15 jerrycans met neutrale vloeistof met Carbamaldehyde en/of – 3 jerrycans met etiket Carbamaldehyde, alle gevuld met een basische vloeistof en
- 5 maatbekers van 5 liter (met restanten witte basische substantie en/of donkere en neutrale olie) en
- 1 RVS destillatieketel inhoud 200 liter en
- zwarte speciekuip met 15 x gasbrander met gasslang en een aantal waterslangen en/of
- 285 kilogram Caustic Soda en
- zwarte speciekuip 65 liter en
- 2 x klemdekselvaten a 200 liter met etiket Sodium Carbonate Peroxyhydrate en
- 2 x Intermediate Bulk container a 1000 liter en
- 1 x kartonnen doos met inhoud 25 kg wit poeder (Methylester van Benzylmetylketon-glycidezuur en
- 6 witte kunststofvaten a 60 liter per stuk met restant neutrale vloeistof en
- 20 liter methanol en
- 2 losse slakkenhuizen en
- 80 liter fosforzuur en/of 150 liter mierenzuur en
- 310 liter formamide en
- 4,35 kilo witte brokken/poeder MAPA
voorhanden hebben gehad, waarvan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 25 juni 2024 tot en met 10 juli 2024 te Emmen, opzettelijk middelen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het bijdragen aan de daadwerkelijke vervaardiging van de drugs en/of transport van (materialen voor) de vervaardigde drugs.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1 subsidiair en 2 subsidiair:
de eendaadse samenloop van medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod
en;
medeplichtigheid aan een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden, door voorwerpen/stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Bij een veroordeling heeft de raadsman gepleit voor oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van Reclassering Nederland d.d. 14 mei 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 1 oktober 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte is medeplichtig aan de productie van amfetamine en aan het verrichten van voorbereidingshandelingen daartoe. Amfetamine is een harddrug die zeer verslavend en schadelijk is voor de volksgezondheid. Daar komt bij dat het productieproces van synthetische drugs veel veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. In de eerste plaats voor degene die de amfetamine produceert, maar ook de omgeving van het drugslaboratorium loopt gevaar vanwege eventueel brand- en ontploffingsgevaar. Het feit dat het aangetroffen drugslaboratorium gevestigd was midden in een woonwijk is dan ook extra kwalijk. De rechtbank overweegt verder dat de productie van verdovende middelen vaak gepaard gaat met ernstige nevencriminaliteit en milieuschade. Verdachte heeft kennelijk enkel gedacht aan eigen financieel gewin en heeft zich op geen enkele manier bekommerd om de risico’s voor omwonenden of de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor de maatschappij en het milieu. De rechtbank rekent verdachte dit alles dan ook zwaar aan.
Persoon van de verdachte
Uit het reclasseringsrapport van Reclassering Nederland d.d. 14 mei 2025 en het uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte volgt dat hij in het verleden meerdere malen is veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet met betrekking tot softdrugs. Vanaf 1 november 2021 heeft de verdachte de status van veelpleger. Vanwege de ontkennende houding van de verdachte heeft de reclassering geen directe verbanden kunnen leggen tussen het ten laste gelegde en problemen op verschillende leefgebieden. Wel constateert de reclassering dat er nog steeds risico’s bestaan op het gebied van het psychosociaal functioneren, houding en sociaal netwerk. Verdiepingsdiagnostiek van 11 januari 2023 laat zien dat behandeling gericht op zijn persoonlijkheidsstoornis noodzakelijk wordt geacht om het recidiverisico te verlagen, maar dat de verdachte weinig motivatie toont voor een (psychotherapeutische) behandeling, waardoor een behandeling niet zinvol wordt geacht. In een gesprek met de reclassering heeft de verdachte ook aangegeven dat hij geen hulp nodig heeft en dat hij geen meerwaarde ziet in een reclasseringstoezicht met voorwaarden. De reclassering adviseert daarom om bij een veroordeling een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden, aangezien zij vanwege het gebrek aan motivatie geen mogelijkheden ziet om met interventies of toezicht het als gemiddeld tot hoog ingeschatte recidiverisico te beperken of het gedrag te veranderen.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten en het strafblad van verdachte niet kan worden volstaan met een andere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting en overige LOVS-afspraken. Daarbij heeft de rechtbank verder in aanmerking genomen dat verdachte medeplichtig is aan het op professionele wijze produceren van een grote hoeveelheid amfetamine.
Alles afwegende acht de rechtbank een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden.
De rechtbank bepaalt hierbij dat tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf volledig moet plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 48, 55 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 primair en feit 2 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. A.S. Venema-Dietvorst en mr. A. van den Oever, rechters, bijgestaan door mr. E.E. de Vries, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 oktober 2025.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt tenzij anders vermeld bedoeld een
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2024, p. 31 e.v.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 46.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 47.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 48-52
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 53
7.NFI-rapport ‘Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 10 juli 2024 op de
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2024, p. 267 e.v.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 475 e.v. en proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 september 2024, p. 278 e.v.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2024, p. 267 e.v.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2024, p. 281 e.v.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 479.
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 480-484.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2024, p. 161 e.v.
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2024, p. 161 e.v.
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2024, p. 214.
17.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juli 2024, p. 223 e.v.
18.Processen-verbaal herkenning door opsporingsambtenaar, d.d. 24 juli 2024, p. 229 e.v. en 235 e.v.
19.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juli 2024, p. 215.
20.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 487-488.
21.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 179.
22.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 181.
23.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 489.
24.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 191.
25.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 197.
26.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 199.
27.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 203.
28.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2024, p. 491-493.
29.NFI-rapport ‘Onderzoek naar sporen drugs en drugsprecursoren op een paar schoenen’, onderzoeknummer [nummer] (volgnummer 003), dr. J.D.J. van den Berg, d.d. 13 december 2024, afzonderlijk toegevoegd aan het dossier.
30.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , d.d. 1 oktober 2024, p. 28 van het persoonsdossier van [verdachte] .
31.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 september 2024, p. 558 e.v.
32.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 november 2024, p. 313 e.v.
33.Proces-verbaal van bevindingen d.d. december 2024, p. 322 e.v.
34.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2024, p. 155 e.v.
35.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2024, p. 185.
36.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 oktober 2024.