ECLI:NL:RBNNE:2025:4368

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
18/263796-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging met gevangenisstraf en contactverbod

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 oktober 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van het slachtoffer. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van drie jaren, waarvan 510 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Tevens wordt er een contactverbod opgelegd als bijzondere voorwaarde. De verdachte heeft in de periode van 16 februari 2022 tot en met 9 oktober 2023 stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer door onder andere bedreigende en beledigende berichten te sturen, valse profielen aan te maken op sociale media en zelfs een onbekende man naar het huis van het slachtoffer te sturen voor een seksafspraak. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen als bewijs gebruikt, evenals camerabeelden en digitale sporen die naar de verdachte leidden. De rechtbank acht de verdachte strafbaar en legt een gevangenisstraf op, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van 12.500 euro voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/263796-23
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 21/005023-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum ] 1995 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 oktober 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W.G. ten Have, advocaat te Winschoten.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 16 februari 2022 tot en met 9 oktober 2023 te [plaats] en/of Groningen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door (onder meer):
  • ( meermaals) langs het huis en/of de auto van deze [slachtoffer] te lopen en/of te gaan en/of (vervolgens) fotos te maken en/of
  • ( meermaals) deze [slachtoffer] , althans een account(s) dat namens haar wordt beheerd, en/of familie van deze [slachtoffer] en/of bekenden, althans contacten van deze [slachtoffer] (honderden) (bedreigende en/of beledigende en/of seksueel getinte) emails, althans berichten, te sturen en/of
  • ( meermaals) deze [slachtoffer] , althans een account(s) dat namens haar wordt beheerd, via sociale media te benaderen en/of vriendschapsverzoeken en/of volgverzoeken en/of (honderden) (bedreigende en/of beledigende en/of seksueel getinte) berichten te sturen en/of fotos van haar eigen huis en/of auto te sturen en/of
  • ( meermaals) valselijke seksadvertenties en/of (sociale media) accounts en/of Tinder accounts aan te maken waarbij hij, verdachte, gebruik maakt van fotos en/of (persoons)gegevens van bovengenoemde [slachtoffer] en/of familie van deze [slachtoffer] en/of deze accounts vervolgens gebruikt als ware deze door bovengenoemde [slachtoffer] zelf gebruikt en/of (vervolgens) uit naam van deze [slachtoffer] een (seks)afspraak te maken, althans door uiteindelijk een onbekende derde voor een (seks)afspraak naar het woonadres van deze [slachtoffer] te sturen en/of te laten gaan, waarbij verdachte zijn gedrag voortzet ook na een rechterlijke uitspraak waarbij een contactverbod is opgelegd met de duur van drie jaar, met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 8 juni 2023, opgenomen op pagina 19 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023268871 d.d. 6 december 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Ik word al langere tijd gestalkt door [verdachte] . Vanaf 2021 word ik al dagelijks gestalkt en lastiggevallen door [verdachte] op veel verschillende manieren. Zo maakt [verdachte] seksadvertenties aan online met mijn naam en mijn foto's, stuurt hij dagelijks vanuit verschillende emailadressen e-mails naar het algemene emailadres van mijn werk en doet hij online alsof hij mij is. Hij plaatst allerlei foto's op mijn facebookpagina. Deze acties passen precies in het stalkingspatroon van [verdachte] . Via Instagram
ontving ik een foto van mijn auto die voor mijn huis stond. Vanaf dat moment begon ik echt angstig te worden. [verdachte] weet waar ik woon en in welke auto ik rij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 oktober 2023, opgenomen op pagina 23 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
De stalking blijft maar doorgaan. Er stond iemand voor mijn deur, hij dacht een seksafspraak met mij te hebben gemaakt via Tinder. Er komen veel berichten binnen. Het begon met smeekbedes van dat hij contact wilde en het ging daarna over in bedreigingen. Familie en vrienden worden er ook bij betrokken. Zo kreeg een schoonzusje van mij een volgverzoek via Instagram, waarbij het leek alsof dat verzoek van mij kwam. Op die manier zijn er meerdere familieleden benaderd.
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een getuigenverklaring d.d. 22 september 2023, opgenomen op pagina 33 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige] :
De stalker heeft veel privégegevens van [slachtoffer] en haar gezin in zijn bezit. Deze details worden in berichten verzonden via Instagram en ook via e-mail aan de gemeente. De digitale stalking is geëscaleerd naar het nemen van fotos en het aanwezig zijn in de omgeving van de woning van [slachtoffer] . Om de volgende redenen zijn we ervan overtuigd geraakt dat [verdachte] opnieuw de stalker is van [slachtoffer] :
  • De stalker is meerdere keren vastgelegd op beeld bij de woning van [slachtoffer] . Op camerabeelden draagt de stalker specifieke kleding die we hebben waargenomen bij [verdachte] tijdens een observatie. De persoon op de beelden heeft een lengte tussen de 1.84,85 en 1.86,1 meter, [verdachte] is 1.85 meter lang. De stalker vertoont een opvallende manier van lopen op de videos die overeenkomt met het lopen van [verdachte] .
  • Op het door ons beheerde Instagram-account van mevrouw [slachtoffer] hebben we de stalker in een bericht een klikbare hyperlink aangeboden. De stalker klikte op de link. Het bleek dat er een Alcatel 5033- toestel was gebruikt. Bovendien gebruikte de stalker de informatie uit de link de volgende dag op Instagram. Uit een klikbare hyperlink kwam de locatie [plaats] naar voren.
  • Er verscheen een man genaamd [naam 1] aan de deur bij mevrouw [slachtoffer] , die gestuurd bleek te zijn door een profiel op Tinder genaamd [naam 2] . Het profiel van [naam 2] bevond zich op dat moment 19 kilometer verderop. Vanaf het adres van [slachtoffer] tot aan [plaats] is het 19,34 kilometer. Het Tinder-profiel heeft het adres van [slachtoffer] via berichten naar [naam 1] gestuurd. Een dag later ontvingen we op het Instagram-account van [slachtoffer] een bericht van de stalker met de naam van [naam 1] .
De stalker heeft honderden accounts op sociale media waarmee hij [slachtoffer] lastigvalt. Hij benadert niet alleen haar, maar ook haar partner en haar werk. Zo plaatste de stalker een seksadvertentie op een sekssite met een foto van [slachtoffer] en haar minderjarige zoon. Ook worden er bedreigingen geuit en worden er op de fake-accounts persoonsgegevens van [slachtoffer] openbaar gedeeld.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 oktober 2023, opgenomen op pagina 470 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 9 oktober 2023 is er een doorzoeking in de woning van [verdachte] geweest. Tijdens de doorzoeking hebben wij een Alcatel 5033 telefoon aangetroffen. De achterkant van de telefoon lag op het bed in de slaapkamer van de verdachte. De telefoon lag in een opgerolde poster op de slaapkamer van de verdachte. De accubatterij van de telefoon is door de verdachte afgegeven nadat de collega's hiernaar hadden gevraagd.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2023, opgenomen op pagina 590 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Getuige [getuige] verklaarde dat er sinds 10 oktober 2023 geen nieuwe berichten meer zijn gestuurd, op Instagram en Facebook is het stil.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 maart 2024, opgenomen op pagina 1 e.v. van het aanvullende proces-verbaal met proces-verbaalnummer PL0100-
2023146638-52, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik deed onderzoek naar de gegevens afkomstig uit de aangetroffen Alcatel 5033 telefoon. Er staan meerdere tinder chatgesprekken in de telefoon. Verzender zegt [naam 2] te heten of gebruikt een profiel voorzien van die naam. De volgende Facebookmessenger accounts staan in de telefoon: [account 1] , [account 2] , [account 3] en [account 4] . Deze accounts staan onder het kopje "Accounts" in de telefoon. Dit houdt in dat er ingelogd is geweest met de Alcatel op de betreffende accounts. Er staan meerdere afbeeldingen in de telefoon welke eerder gestuurd zijn naar aangeefster per e-mail en/of zijn geplaatst op een vals Facebook profiel op naam van aangeefster. Dit gaat om foto's van aangeefster zelf, van haar zoon en van haar man. Ook staan er meerdere afbeeldingen in de telefoon waarop de auto van aangeefster is te zien. Er is onderzoek gedaan naar het telefoonnummer, behorende bij de simkaart welke is aangetroffen in de Alcatel 5033 telefoon. Uit de uitkomst van een Ciot vordering blijkt dat het gaat om een Prepaid kaart van T-mobile, waaraan wel een naam verbonden is en een adres, namelijk:
[naam 3] [adres]
Dit is dezelfde naam en hetzelfde adres, als welke aan een andere telefoonnummer gekoppeld is. Een telefoonnummer welke is aangetroffen als contactpersoon onder de naam [slachtoffer] in de iPhone 11 van verdachte [verdachte] .
Overweging
De verdachte heeft bij de politie ontkend dat hij (wederom) de stalker is van mevrouw [slachtoffer] . Hij verklaart dat hij de Alcatel telefoon slechts bewaarde voor ene [naam 4] en dat de telefoon door meerdere andere mensen werd gebruikt. Met de telefoon zouden drugsgerelateerde zaken worden geregeld.
Verdachte kan echter weinig tot geen informatie over [naam 4] verstrekken, waardoor zijn identiteit niet kan worden achterhaald en waardoor het verhaal van verdachte niet kan worden geverifieerd. In het dossier zit geen enkele aanwijzing dat de Alcatel telefoon door een ander dan door verdachte werd gebruikt. In de Alcatel telefoon werd bovendien ook niets drugsgerelateerds aangetroffen op een incident na. Nadat de verdachte door de politie werd geconfronteerd met het feit dat er op de Alcatel telefoon geen drugsgerelateerde zaken stonden, verklaarde de verdachte dat de telefoon toch niet iets met drugs te maken had, maar met iets anders. Op de vraag waarmee dan, heeft de verdachte geen antwoord gegeven. De rechtbank acht het door de verdachte geschetste alternatieve scenario niet onderbouwd, ongeloofwaardig en niet aannemelijk.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 16 februari 2022 tot en met 9 oktober 2023 te [plaats] en Groningen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door:
  • meermaals langs het huis en de auto van deze [slachtoffer] te lopen en vervolgens fotos te maken en
  • meermaals deze [slachtoffer] , althans accounts namens haar beheerd, en familie van deze [slachtoffer] en bekenden van deze [slachtoffer] bedreigende en beledigende en seksueel getinte emails, althans berichten, te sturen en
  • meermaals deze [slachtoffer] , althans accounts namens haar beheerd, via sociale media te benaderen en vriendschapsverzoeken en volgverzoeken en bedreigende en beledigende en seksueel getinte berichten te sturen en fotos van haar eigen huis en auto te sturen en
  • meermaals valselijke seksadvertenties en sociale media accounts en Tinder accounts aan te maken waarbij hij, verdachte, gebruik maakt van fotos en persoonsgegevens van [slachtoffer] en familie van deze [slachtoffer] en deze accounts vervolgens gebruikt als ware deze door [slachtoffer] zelf gebruikt en uit
naam van deze [slachtoffer] een seksafspraak te maken, waarbij verdachte zijn gedrag voortzet ook na een rechterlijke uitspraak waarbij een contactverbod is opgelegd met de duur van drie jaar, met het oogmerk die [slachtoffer] vrees aan te jagen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
belaging, meermalen gepleegd
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen waarvan 135 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met daaraan een contactverbod met mevrouw [slachtoffer] als bijzondere voorwaarde verbonden. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat de rechtbank aan verdachte een maatregel in de zin van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht oplegt, waarbij wordt bevolen dat verdachte zich gedurende 5 jaren zal onthouden van enig contact met mevrouw [slachtoffer] en haar gezinsleden. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd dat de vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte
zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de psychiater
d.d. 29 april 2024, de psycholoog d.d. 16 juni 2024 en het Pieter Baan Centrum d.d. 22 april 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de belaging van aangeefster. Hij heeft honderden nepprofielen op sociale media namens aangeefster aangemaakt, stuurde haar maandenlang vele berichten, waaronder bedreigingen, liep meerdere keren langs haar huis, plaatste een foto van aangeefster en haar minderjarige zoon op een sekswebsite en stuurde een onbekende man voor een seksafspraak naar haar woning. Door aldus te handelen heeft de verdachte herhaaldelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Feiten als de onderhavige worden door slachtoffers doorgaans als beangstigend en bedreigend ervaren. Dat is in deze zaak ook gebleken uit de door aangeefster ter terechtzitting afgelegde slachtofferverklaring. Aangeefster voelt zich al lange tijd onveilig, ook in haar eigen woning, de plek waar je bij uitstek tot ontspanning moet kunnen komen. Zij heeft zich gedurende lange tijd ziek gemeld op haar werk, durft zich nauwelijks in het openbaar te begeven en is voor haar trauma in behandeling bij een psycholoog. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij geen rekening heeft gehouden met de gevolgen van zijn handelen voor aangeefster en hier ook geen enkele verantwoordelijkheid voor neemt.
Bovendien was verdachte een gewaarschuwd mens. Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij in 2023 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onherroepelijk is veroordeeld voor belaging van hetzelfde slachtoffer voor de pleegperiode 1 november 2021 tot en met 16 februari 2022. Verdachte had reeds een contactverbod met aangeefster en haar gezinsleden. Tijdens het contactverbod is verdachte doorgegaan met het belagen van aangeefster. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij zich niets heeft aangetrokken van deze eerdere veroordeling en van het contactverbod.
De rechtbank heeft acht geslagen op de voornoemde rapportages. Uit de rapportages blijkt dat verdachte geen tot beperkte medewerking heeft verleend aan het psychiatrisch- en psychologisch onderzoek en aan het onderzoek door de deskundigen van het Pieter Baan Centrum. Zij hebben dan ook geen harde conclusies kunnen trekken over eventuele psychische stoornissen, de doorwerking daarvan, het risico op recidive en de toerekeningsvatbaarheid van verdachte. Ook hebben zij geen aanbevelingen kunnen doen voor gedragskundige interventies.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, waarvan 510 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen over de aard en de ernst van het feit kan niet worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf. Het voorwaardelijke strafdeel dient daarbij als waarschuwing aan verdachte, teneinde te voorkomen dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten. De eerdere veroordeling heeft geen remmend effect gehad op het gedrag van verdachte. Integendeel, zijn gedrag lijkt zich te hebben geïntensiveerd. De rechtbank legt daarom een langere voorwaardelijke gevangenisstraf op dan de officier van justitie heeft gevorderd, zodat de verdachte een flinke stok achter de deur heeft.
Daarnaast zal aan dit strafdeel een contactverbod met het slachtoffer als bijzondere voorwaarde worden verbonden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opleggen voor de duur van 5 jaren, ter voorkoming van strafbare feiten gericht tegen aangeefster, bestaande uit een contactverbod, een en ander zoals vermeld in het dictum. Voor elke overtreding wordt 2 weken vervangende hechtenis toegepast met een maximum van 6 maanden.
Naar het oordeel van de rechtbank moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens aangeefster. De rechtbank gelast daarom de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel tot beperking van de vrijheid ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 12.500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden gematigd tot een bedrag van 10.000,00.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. Uit de onderbouwing van de vordering blijkt dat de benadeelde partij zich onder behandeling heeft moeten stellen van een psycholoog voor traumabehandeling. De rechtbank ziet, gelet op de aard en de ernst van het feit, geen aanleiding om het gevorderde bedrag te matigen. Er is immers sprake van langdurige zeer intensieve belaging. De vordering zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 oktober 2023.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
Bij onherroepelijk arrest van 25 oktober 2023 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 9 november 2023. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen. De officier van justitie heeft bij vordering van 29 augustus 2024 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu ten tijde van het bewezenverklaarde feit de proeftijd van de veroordeling van het gerechtshof nog niet was aangevangen, zal de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een Alcatel 5033 telefoon en een Apple iPhone, vatbaar voor verbeurdverklaring nu het bewezen verklaarde feit met deze voorwerpen is begaan en de voorwerpen toebehoren aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 38v, 38w en 285b van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 510 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
1. dat de veroordeelde gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - (ook niet via sociale media) contact zoekt of heeft met slachtoffer [slachtoffer] , geboren op 22 april 1981.
Geeft aan de reclassering van de GGZ VNN Groningen ( [adres] ) de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
De maatregeldat de veroordeelde voor de duur van 5 jaren op geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum ] 1981.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van de vervangende hechtenis bedraagt 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

Vordering benadeelde partij

Ten aanzien van 18/263796-23:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer] te betalen:
  • het bedrag van 12.500,00 (zegge: twaalfduizend vijfhonderd euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van 12.500,00 (zegge: twaalfduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 97 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 21/005023- 22:
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 oktober 2023.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen Alcatel 5033 en Apple iPhone.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter, mr. H.H. Kielman en
mr. S.R. Huisman, rechters, bijgestaan door mr. M.M. Peters, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 oktober 2025.
Mr. Kielman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.