Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Ik heb op 2 mei 2025 een mes opgeraapt. Vlak voordat ik de politie zag heb ik het mes op de straat gegooid.
Het onderzoeksteam heeft de camerabeelden gevorderd van alle camera's aanwezig in de winkel gevestigd aan de [adres] te Groningen van 02 05-2025, van 04:30 tot 05:10 uur. Op de camerabeelden is het volgende te zien en te horen:
04.54.51 uur: Ik zie dat verdachte [verdachte] zich omdraait en begint te praten in het Nederlands: “broer laatste ik waarschuw je. Stoppen, anders fok ik jou op. Heb je me gehoord of niet. Wat wil je doen. Wat kijk je wat kijk je. Ik zeg je stoppen broer, alsjeblieft.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
Inbeslaggenomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
Benadeelde partij
[slachtoffer]te betalen:
€ 1.088,39(zegge: duizend achtentachtig euro en negenendertig eurocent);
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 1.088,39(zegge: duizend achtentachtig euro en negenendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2025 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
20 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.