ECLI:NL:RBNNE:2025:4389

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 september 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
11524177 BU VERZ 25-138
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersovertreding op kruispunt met voorsorteerstrook en opgelegde boete

Op 25 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De overtreding vond plaats op 15 mei 2024, toen betrokkene op een kruispunt een andere richting volgde dan de pijl op de voorsorteerstrook aangaf. De opgelegde boete bedroeg € 309,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld, maar de officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de verkeersregels op dat kruispunt en dat hij dacht dat rechtdoor rijden toegestaan was, omdat hij geen bord had gezien dat dit verbood. De vertegenwoordigster van de officier van justitie betoogde echter dat de pijlen op het wegdek duidelijk de richtingen aangaven en dat het betrokkene bekend had moeten zijn dat hij de verkeersregels diende te volgen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verkeerssituatie op het kruispunt duidelijk was en dat de boete terecht was opgelegd, aangezien de verbalisant niet in staat was om betrokkene staande te houden op het moment van de overtreding.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij hij benadrukte dat weggebruikers altijd alert moeten zijn op verkeersborden en -tekens, ongeacht hun bekendheid met de omgeving. De uitspraak werd gedaan door de kantonrechter P.G. Wijtsma, met mr. R. Krikke als griffier. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden van de Wahv wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 266273812
zaaknummer: 11524177 BU VERZ 25-138

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van25 september 2025

in de zaak van

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘op een kruispunt een andere richting volgen dan de pijl op de voorsorteerstrook aangeeft’, verricht op 15 mei 2024, om 16:47 uur, op de [adres] in Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 309,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 25 september 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene en de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. Z. Fluitsma.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep ongegrond is. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene voert aan dat iedereen op dit kruispunt rechtdoor gaat en dat hij daarop nog nooit is aangesproken. Niemand heeft hem die dag stopgezet. Hij is nieuw in de stad Groningen. Hij weet niet dat je op die plek alleen naar rechts of links mag afslaan, omdat dit niet wordt aangegeven door een bord. Betrokkene heeft op de zitting video’s laten zien van de situatie ter plekke, waarin meerdere auto’s te zien zijn die daar ook rechtdoor rijden. Hij vindt dat hij een waarschuwing had moeten krijgen. Verder stelt betrokkene dat hij twee minuten verderop woont. De verbalisant had daarom achter hem aan kunnen gaan en hem kunnen vinden om hem een waarschuwing te geven. Hij had geen idee dat rechtdoor gaan niet mocht.
4. De vertegenwoordigster stelt op de zitting dat er op die plek alleen de mogelijkheid is om links- of rechtsaf te slaan. De pijlen op het wegdek geven ook enkel deze richtingen aan. Zij vindt dat dit voor betrokkene duidelijk had moeten zijn. Dat hij dat niet wist, komt voor zijn eigen rekening en risico. Daarnaast stelt de vertegenwoordigster dat het niet uitmaakt dat andere voertuig ook rechtdoor rijden. Betrokkene maakt zelf keuzes in het verkeer. Zij verzoekt de kantonrechter het beroep ongegrond te verklaren.
Overwegingen
5. In principe houdt de ambtenaar de bestuurder staande op het moment dat een verkeersovertreding wordt vastgesteld. Dit is alleen anders als er geen reële mogelijkheid is om betrokkene staande te houden en zijn identiteit te controleren. Dan mag de boete aan de kentekenhouder worden opgelegd. [1]
6. De verbalisant geeft in het zaakoverzicht aan dat betrokkene niet is staande gehouden omdat de bestuurder hem tegemoet kwam rijden. Hij verklaart dat hij verderop moest keren en het voertuig niet meer heeft aangetroffen. De verbalisant had daarom niet een reële mogelijkheid om betrokkene staande te houden. In dit geval mocht de ambtenaar op kenteken bekeuren.
7. In zaken op grond van de Wahv is de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende voor het vaststellen van de verkeersovertreding, tenzij concrete omstandigheden worden aangevoerd die aanleiding geven tot twijfel.
7.1.
De verklaring van de verbalisant, zoals opgenomen in het zaakoverzicht, luidt als volgt: “
Ik zag dat het voertuig op het kruispunt niet de richting volgde die de voorsorteerstrook aangaf. Ik zag dat het voertuig kwam vanuit de richting Sontweg en reed in de richting van Oliemuldersweg. Ik zag dat het voertuig reed op de voorsorteerstrook met de pijl die wees in de richting linksaf. Ik zag dat het voertuig op het kruispunt reed in de richting rechtdoor. Ik heb geen bijzonderheden waargenomen.” De verbalisant heeft als bijlage een foto van de verkeersovertreding bijgevoegd.
7.2.
Op Google Maps heeft de kantonrechter gezien dat op de voorsorteerstrook waar betrokkene reed, op het wegdek driemaal een pijl naar links is aangebracht. Daarom kan worden vastgesteld dat de verkeersovertreding is verricht. Betrokkene betwist niet rechtdoor te zijn gereden, maar stelt dat er geen bebording was die aangaf dat dit niet mocht. De beroepsgrond van betrokkene slaagt niet. Weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden. [2] Bestuurders zijn dan ook verplicht op een kruispunt de richting te volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft. [3] De pijlen op het wegdek geven deze richting aan, een aanvullend bord is hiervoor niet nodig. Nu uit de verklaring van de verbalisant en uit Google Maps blijkt dat de voorsorteerstrook linksaf als verplichte rijrichting aangaf , mocht betrokkene daar niet rechtdoor rijden.
8. De kantonrechter ziet in de beroepsgronden van betrokkene ook geen aanleiding om de boete te matigen. Betrokkene voert aan dat hij nieuw is in de stad Groningen. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij altijd let op de aanwezige verkeerstekens, ook in nieuwe situaties. Het rijgedrag van andere bestuurders maakt ook niet dat betrokkene naar eigen inzicht mag afwijken van de wet- en regelgeving. Daarnaast overweegt de kantonrechter dat verbalisanten een discretionaire bevoegdheid hebben om in het ene geval een boete op te leggen en in het andere geval een waarschuwing te geven. [4] Hij zal het beroep ongegrond verklaren.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
mr. R. Krikke, griffier mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Artikel 5 van de Wahv.
2.Artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
3.Artikel 78 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
4.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14 augustus 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6642, r.o. 7.