ECLI:NL:RBNNE:2025:4412

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 oktober 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
18.215906.24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van grote hoeveelheden professioneel vuurwerk en amfetamine

Op 28 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van grote hoeveelheden professioneel vuurwerk en amfetamine. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer in Groningen, waarbij de verdachte op 14 oktober 2025 ter terechtzitting verscheen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J. Boksem. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P. van der Vliet. De tenlastelegging omvatte onder andere het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, dat bestemd was voor particulier gebruik, en het bezit van amfetamine, een middel dat onder de Opiumwet valt. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de verklaring van de verdachte en diverse proces-verbaal van bevindingen van de politie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk en amfetamine, wat ernstige risico's met zich meebracht voor de veiligheid van anderen. De verdachte had eerder al een voorwaardelijke veroordeling voor vergelijkbare feiten gekregen. De rechtbank legde een taakstraf op van 240 uren en een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 347 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een verbod op het gebruik van drugs. De rechtbank besloot ook om de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf van 200 uren, met vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.215906.24
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 84.229324.24
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 84.262731.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van economische strafzaken d.d. 28 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 oktober 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P. van der Vliet.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
18.215906.24
1.
hij op of omstreeks 3 juli 2024 te [plaats] , in elk geval in de gemeente Heerenveen, althans in Nederland, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 3 x Scream 100 en/of
- 7 x Bodenblitz en/of
- 1 x lawinepijl Zink en/of
- 1 x 3 inch shell en/of
- 7 x divers (knal) vuurwerk en/of
- 2 x 4 inch en 2x 5 inch shell en/of
- 12 x super cobra 6 en/of
- 1 x Napolitaanse bom Rood en/of
- 1 x Lupo 26 en/of
- 37 x Lupo 18 en/of
- 32 x blauwe petarda, nitraat, en/of
- 13 x stuks Monster 5, nitraat, en/of
- 5 x Shock Bull en/of
- 1 x Rambo K32 en/of
- Divers knalvuurwerk van lijst III,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een schuur nabij een woning en/of in een woning, gelegen aan de [adres] ;
(art. 1a onder 1 Wet op de Economische delicten, art. 9.2.2.1 Wet Milieubeheer, art.
1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit)
2.
hij op of omstreeks 3 juli 2024 te [plaats] , in elk geval in de gemeente Heerenveen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 15,14 gram, in elk geval een hoeveelheid
van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )
84.229324.24
1.
hij op of omstreeks 1 maart 2024 te [plaats] , in de gemeente Heerenveen, in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 1 stuk knalvuurwerk (Bruine knal), (p. 89) en/of
- 1 stuk knalvuurwerk (Napolitaanse bom), (p. 92) en/of
- 3, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Lupo 26), (p. 95) en/of
- 2, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Super Cobra 10), (p. 98) en/of
- 20, althans één of meer stuks knalvuurwerk (La Bomba), (p. 101) en/of
- 50, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Sandokan), (p. 105) en/of
- 3, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Witte knaller met gevouwen lont), (p.112) en/of
- 41, althans één of meer stuks knalvuurwerk (bruine knaller met gevouwen lont), (p. 115 en p. 118) en/of
- enkele stuks zelfgefabriceerd vuurwerk (Shell/mortierbommen), (p. 6 aanvullend pv van bevindingen zelfgemaakt vuurwerk) en/of
- enkele stuks zelfgefabriceerd vuurwerk (bangers/knalvuurwerk), (p. 8 aanvullend pv van bevindingen zelfgemaakt vuurwerk) en/of
- Overig zelfgefabriceerd vuurwerk (p. 19 t/m 46 foto’s EOD en p. 7 aanvullend pv van bevindingen zelfgemaakt vuurwerk, PV PL0100-2024177447 p. 2);
althans één of meer stuks professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad;
( art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit )
2.
hij op of omstreeks 6 mei 2024 te [plaats] , in de gemeente Heerenveen, in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 1 stuk shell (Bomba Notte), (p. 128) en/of
- 2, althans één of meer stuks Shell (Blitzbombe), (p. 131) en/of
- 6, althans één of meer stuks shell (zonder opschrift), (p. 134 en p. 136) en/of
- 26, althans één of meer stuks Shell (diverse effecten), (p. 139 en p. 142) en/of
- 10, althans één of meer stuks Shell (Artillery Shells), (p. 146) en/of
- 6, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6), (p. 150) en/of
- 80, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Monster 5), (p. 154) en/of
- 14, althans één of meer stuks knalvuurwerk (PS2), (p. 159) en/of
- 15, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Crazy Robots), (p. 166) en/of
- 30, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Demon), (p. 170) en/of
- 4, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Tp2), (p. 174) en/of
- 2, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Funke Petarda 5 Blue), (p. 177) en/of
- 1 stuk knalvuurwerk (Retorno 100), (p. 180) en/of
- 6, althans één of meer stuks knalvuurwerk (LUPO), (p. 183) en/of
- 11, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Lupo 26), (p. 186) en/of
- 3, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra Tatre), (p. 190) en/of
- 87, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Sandokan), (p. 193) en/of
- 15,25 kg Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed), (p. 196) en/of
althans één of meer stuks professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad;
( art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit )
3.
hij op of omstreeks 6 mei 2024 te [plaats] , in de gemeente Heerenveen, in ieder geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, aanwezig heeft gehad
- een gripzak van ongeveer 63,55 gram amfetamine of metamfetamine en/of
- een gripzak van ongeveer 23,85 gram amfetamine of metamfetamine,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine, zijnde amfetamine en/of metamfetamine (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen.
Oordeel van de rechtbank
18.215906.24
De rechtbank acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Feit 1
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 oktober 2025;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 augustus 2024, opgenomen op pagina 18 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2024177447, onderzoek BOMAC / NN1R024063, inhoudende de relateringen van verbalisant [verbalisant] ;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2024, opgenomen op pagina 35 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relateringen van verbalisant [verbalisant] ;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 8 juli 2024, opgenomen op pagina 144 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relateringen van verbalisant [verbalisant] .
Feit 2
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 oktober 2025;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2024, opgenomen op pagina 260 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2024177447, onderzoek BOMAC / NN1R024063, inhoudende de relateringen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] ;
3. Drie naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgevingen van inbeslagneming, allen d.d. 4 juli 2024, opgenomen op pagina’s 258, 276 en 279 van voornoemd dossier;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 juli 2024, opgenomen op pagina 268 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relateringen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] ;
5. Vijf deskundigenrapporten afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2024.07.05.008 (aanvraag 001 t/m 005), allen d.d. 5 juli 2024 opgemaakt door ing. C.M.M. Diever – Heezen, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina’s 273, 274, 275, 278 en 280 van voornoemd dossier.

84.229324.24

De rechtbank acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Feit 1
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 oktober 2025;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2024, opgenomen op pagina 48 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024118804 d.d. 22 mei 2024, inhoudende de relateringen van verbalisant [verbalisant] ;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 6 mei 2024, opgenomen op pagina 82 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relateringen van verbalisant [verbalisant] ;
Feit 2 en 3
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 oktober 2025;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2024, opgenomen op p. 3 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024118804 d.d. 22 mei 2024, inhoudende de relateringen van verbalisant [verbalisant] ;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 17 mei 2024, opgenomen op pagina 123 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relateringen van verbalisant [verbalisant] ;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming d.d. 6 mei 2024, opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier;
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 14 mei 2024, opgenomen op pagina 242 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] ;
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 2 oktober 2024, opgenomen als aanvullend proces-verbaal bij voornoemd dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder parketnummer 18.215906.24 onder 1 en 2 ten laste gelegde en het onder parketnummer 84.229324.24 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
18.215906.24
1.
hij op 3 juli 2024 te [plaats] , opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 3 x Scream 100 en
- 7 x Bodenblitz en
- 1 x lawinepijl Zink en
- 1 x 3 inch shell en
- 7 x divers (knal) vuurwerk en
- 2 x 4 inch en 2x 5 inch shell en
- 12 x super cobra 6 en
- 1 x Napolitaanse bom Rood en
- 1 x Lupo 26 en
- 37 x Lupo 18 en
- 32 x blauwe petarda, nitraat, en
- 13 x stuks Monster 5, nitraat, en
- 5 x Shock Bull en
- 1 x Rambo K32 en
- Divers knalvuurwerk van lijst III,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een schuur nabij een woning gelegen aan de [adres] ;
2.
hij omstreeks 3 juli 2024 te [plaats] , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 15,14 gram, van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
84.229324.24
1.
hij op 1 maart 2024 te [plaats] , al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 1 stuk knalvuurwerk (Bruine knal), en
- 1 stuk knalvuurwerk (Napolitaanse bom), en
- 3, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Lupo 26), en
- 2, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Super Cobra 10), en
- 20, althans één of meer stuks knalvuurwerk (La Bomba), en
- 50, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Sandokan), en
- 3, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Witte knaller met gevouwen lont), en
- 41, althans één of meer stuks knalvuurwerk (bruine knaller met gevouwen lont), en
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 6 mei 2024 te [plaats] , al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 1 stuk shell (Bomba Notte), en
- 2, althans één of meer stuks Shell (Blitzbombe), en
- 6, althans één of meer stuks shell (zonder opschrift), en
- 26, althans één of meer stuks Shell (diverse effecten), en
- 10, althans één of meer stuks Shell (Artillery Shells), en
- 6, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6), en
- 80, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Monster 5), en
- 14, althans één of meer stuks knalvuurwerk (PS2), en
- 15, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Crazy Robots), en
- 30, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Demon), en
- 4, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Tp2), en
- 2, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Funke Petarda 5 Blue), en
- 1 stuk knalvuurwerk (Retorno 100), en
- 6, althans één of meer stuks knalvuurwerk (LUPO), en
- 11, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Lupo 26), en
- 3, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra Tatre), en
- 87, althans één of meer stuks knalvuurwerk (Sandokan), en
- 15,25 kg Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed), en
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 6 mei 2024 te [plaats] , opzettelijk, aanwezig heeft gehad
- een gripzak van ongeveer 63,55 gram amfetamine of metamfetamine en
- een gripzak van ongeveer 23,85 gram amfetamine of metamfetamine,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine, zijnde amfetamine en/of metamfetamine (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
18.215906.24
1
.overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van
de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan
2. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven
verbod
84.229324.24
1. overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van
de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan
2. overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van
de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan
3. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven
verbod
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 18.215906.24 onder 1 en 2 ten laste gelegde en het onder parketnummer 84.229324.24 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen waarvan 351 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en de volgende bijzondere voorwaarden:
  • Meldplicht bij de reclassering
  • Ambulante behandeling
  • Ambulante begeleiding/hulpverlening
  • Verbod op drugs
  • Middelencontrole
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat hij de door de officier van justitie voorgestelde afdoening passend vindt.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte reclasseringsrapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk en aan het voorhanden hebben van amfetamine. Op 1 maart 2024 is een bestelling met een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk, besteld door en bestemd voor verdachte, door de politie bij een PostNL afhaalpunt onderschept. Daarna is er tweemaal, op 6 mei 2024 en op 3 juli 2024, een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk in de schuur bij de woning van verdachte aangetroffen. Beide keren werden er ook zakjes witte poeder aangetroffen die amfetamine bleken te zijn.
De bestelling op 1 maart 2024 bevatte ruim 120 stuks professioneel vuurwerk en op 6 mei 2024 en 3 juli 2024 werd ruim 50 kilo vuurwerk respectievelijk 15 kilo vuurwerk aangetroffen. Verdachte had dit vuurwerk opgeslagen in een schuur achter zijn woning, midden in een woonwijk, waarbij verdachte geen enkele veiligheidsmaatregel had getroffen. Verdachte heeft hiermee enorme risico’s genomen, hetgeen ook blijkt uit de explosie die verdachte op 3 juli 2024 in zijn schuur heeft veroorzaakt toen er tijdens het lassen een aantal vonken in aanraking zijn gekomen met het vuurwerk. Gelukkig is hierbij niemand gewond geraakt, maar het laat wel heel duidelijk zien dat ongecontroleerd bezit van dergelijk zwaar vuurwerk levensgevaarlijk is. Omdat professioneel vuurwerk een veel zwaardere/explosievere lading bevat dan consumentenvuurwerk zijn de gevaren van het voorhanden hebben en het afsteken van dergelijk professioneel vuurwerk veel groter. Verdachte is bovendien nog verder gegaan in deze gevaarzetting en heeft ook verschillende ingrediënten voorhanden gehad die worden gebruikt voor het maken van explosieven en heeft ook daadwerkelijk zelf rookbommen gemaakt.
Gezien de grote hoeveelheid illegaal vuurwerk (en ingrediënten voor explosieven) die verdachte in zijn schuur had liggen had het handelen van verdachte dan ook desastreuse gevolgen kunnen hebben. Dat geldt ook voor de bestelling die hij had laten afleveren bij een PostNL punt. De ervaring leert dat bij een ontploffing van een dergelijke grote hoeveelheid professioneel vuurwerk er tot op enkele tientallen meters gevaar kan zijn voor lichamelijk letsel. Verdachte heeft met zijn handelen dan ook niet alleen zijn eigen veiligheid maar ook de veiligheid van anderen ernstig in gevaar gebracht. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte amfetamine voorhanden gehad. Op twee verschillende momenten in een periode van twee maanden is er in totaal ruim 100 gram amfetamine bij verdachte aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat dit allemaal voor eigen gebruik was omdat hij destijds verslaafd was. Dat maakt het voorhanden hebben van harddrugs echter niet minder ernstig. Verdachte heeft met zijn handelen namelijk bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de vele daarmee gepaard gaande vormen van criminaliteit, waardoor de samenleving ernstig wordt ontwricht. Verdachte heeft kennelijk meer waarde gehecht aan het voorzien in zijn eigen behoefte dan aan de ernstige maatschappelijke gevolgen die het gebruik van harddrugs met zich meebrengen. Ook dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
Verdachte is bovendien recent, in juli 2023, al en keer eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk.
Hoewel op onderhavige feiten doorgaans een gevangenisstraf van aanzienlijke duur staat, is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat het gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte niet passend is om verdachte terug te sturen naar de gevangenis. Uit de reclasseringsrapporten en de toelichting van de reclasseringswerker ter zitting volgt dat bij verdachte ADHD is vastgesteld en dat er sprake is van een lichtverstandelijke beperking en dat hij erg gebaat is bij de hulpverlening die hij in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis krijgt. Verdachte gebruikt inmiddels geen speed meer. Een behandeling is opgestart bij de VNN en verdachte is gemotiveerd om tot een gedragsverandering te komen. Niet alleen is het belang van continuïteit van de hulpverlening groot, ook zou een gevangenisstraf alle positieve ontwikkelingen doorkruisen. De rechtbank zal de eis van de officier van justitie dan ook volgen, met dien verstande dat de rechtbank het aantal dagen dat verdachte reeds in voorarrest heeft gezeten heeft berekend op 18 dagen in plaats van 14 dagen.
Alles afwegende legt de rechtbank op een taakstraf voor de duur van 240 uren en een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen waarvan 347 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan ambulante behandeling en aan ambulante begeleiding, een verbod op het gebruik van drugs en meewerken aan middelencontrole.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk vonnis van 11 juli 2023 van de economische politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De proeftijd is ingegaan op 26 juli 2023. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 17 september 2025 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging gevorderd, met dien verstande dat de 3 maanden gevangenisstraf omgezet dienen te worden naar een taakstraf voor de duur van 200 uren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdediging zich kan vinden in het voorstel van de officier van justitie.
Oordeel van de rechtbank
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, kan de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op hetgeen hiervoor in de strafmotivering is overwogen met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van verdachte, ziet de rechtbank aanleiding om in plaats daarvan een taakstraf te gelasten. De rechtbank zal de gevangenisstraf van 3 maanden omzetten in een taakstraf voor de duur van 200 uren, te vervangen door 100 dagen hechtenis wanneer de taakstraf niet (goed) wordt uitgevoerd.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit en artikel 1a, 2 en 6 van de Wet op de Economische delicten.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder parketnummer 18.215906.24 onder 1 en 2 ten laste gelegde en het onder parketnummer 84.229324.24 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.

Een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 347 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. Veroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij de reclassering van het Leger des Heils op het adres [adres] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. Veroordeelde laat zich behandelen door Verslavingszorg Noord-Nederland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling
3. Veroordeelde werkt mee aan ambulante begeleiding/hulpverlening door de reclassering of een nader door de reclassering te bepalen zorgverlener. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de regels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding;
4. Veroordeelde onthoudt zich van het gebruik van drugs en is verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan controle. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

84-262731-21:
Gelast het verrichten van een taakstraf voor de duur van 200 uren, in plaats van de last tot tenuitvoerlegging van gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van de economische politierechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 11 juli 2023.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde deze taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 100 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. M. Brinksma en mr. K. Bunk, rechters, bijgestaan door mr. L. Lamers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 oktober 2025.
Mrs. Brinksma en Bunk zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.