Op 10 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 67,00 was opgelegd voor het rijden van 8 km per uur te hard op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op 6 februari 2024. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld, maar de officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting voerde de gemachtigde aan dat de hoorplicht was geschonden, omdat er geen staandehouding had plaatsgevonden en dat er misbruik van recht was gepleegd door de officier van justitie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de boete terecht was opgelegd, maar dat de hoorplicht inderdaad was geschonden. Desondanks zag de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen, omdat er geen sprake was van een structurele schending van de hoorplicht. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, maar het beroep tegen de inleidende beschikking werd ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet voor vergoeding in aanmerking genomen.