ECLI:NL:RBNNE:2025:4492

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 september 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
11421678 BU VERZ 24-2784
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)

Op 10 september 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 67,00 was opgelegd voor het rijden van 8 km per uur te hard op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op 6 februari 2024. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld, maar de officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting voerde de gemachtigde aan dat de hoorplicht was geschonden, omdat er geen staandehouding had plaatsgevonden en dat er misbruik van recht was gepleegd door de officier van justitie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de boete terecht was opgelegd, maar dat de hoorplicht inderdaad was geschonden. Desondanks zag de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen, omdat er geen sprake was van een structurele schending van de hoorplicht. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, maar het beroep tegen de inleidende beschikking werd ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet voor vergoeding in aanmerking genomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 264082445
zaaknummer: 11421678 BU VERZ 24-2784
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 10 september 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
(gemachtigde: F.R. Eggink, Verbo Juridisch Advies).

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘8 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom’, verricht op 6 februari 2024, om 12:12 uur, op de N380 Schoterlandseweg ter hoogte van hectometerpaal 16.0 in Hoornsterzwaag, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 67,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 10 september 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig: als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. J. Meerdink.
1.3.
Na afloop van de behandeling heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Gemachtigde voert aan dat ten onrechte geen staandehouding heeft plaatsgevonden. Verder voert gemachtigde, onder verwijzing naar bijlagen, aan dat hij op 18 april 2024 heeft doorgegeven dat hij op bepaalde tijden en data niet aanwezig was. Toch presteert de CVOM het om te bellen op 29 mei 2024. Elke keer worden smoesjes gebruikt of wordt toegezegd dat niet gehoord zou worden en dan wordt toch gehoord. Hierdoor is de hoorplicht geschonden volgens gemachtigde. Gemachtigde verzoekt om de proceskosten op voorhand toe te kennen, omdat sprake is van misbruik van het recht door keer op keer niet te voldoen aan mails en telefoontjes met betrekking tot het verzetten van de hoorzittingen, dan wel het traineren van gemachtigde. Dit is te zien tijdens de hoorzittingen door iedere keer opnieuw te bellen, iedere tien minuten. Gemachtigde wil dat dit gedrag eens wordt afgestraft, zodat de officier leert hoe zij met Mulderzaken en hoorzittingen om moet gaan. Verder voert gemachtigde aan dat de boetes te hoog zijn. Gemachtigde verzoekt om vergoeding van de proceskosten.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat de beslissing van de officier van justitie vernietigd moet worden, omdat de hoorplicht is geschonden. Als gemachtigde de telefoon niet opneemt, moet hij worden uitgenodigd voor een fysieke hoorzitting. [1] Dit is niet gebeurd.
Overwegingen
4. De kantonrechter stelt allereerst vast dat de boete terecht is uitgeschreven aan de kentekenhouder van het voertuig. De verbalisant vermeldt in het zaakoverzicht dat betrokkene niet is staande gehouden, omdat de overtreding met een mobiele radar is geconstateerd. Hierbij was alleen de bedienaar van de mobiele radar aanwezig. De ambtenaar had daarom geen reële mogelijkheid om betrokkene staande te houden.
5. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan ter verklaring. Daarmee is de gedraging komen vast te staan. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de boete.
6. De hoorplicht is geschonden. Daarom zal de kantonrechter de beslissing van de officier van justitie vernietigen. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de boete te matigen, omdat geen sprake is van een structurele schending van de hoorplicht. [2] Hierbij is van belang dat gemachtigde gedurende mei 2024, alleen beschikbaar was op de middag van 29 mei 2024 en de ochtend van 30 mei 2024. Ook is relevant dat gemachtigde niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij heeft verzocht om verplaatsing van de hoorzitting nadat hij de uitnodiging kreeg op 19 april 2024. Verder ziet de kantonrechter geen aanleiding om de boete te matigen of te vernietigen. De proceskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 9 mei 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:2875.
2.Hof Arnhem-Leeuwarden 9 mei 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:2875.