ECLI:NL:RBNNE:2025:4514
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- T.F. Bruinenberg
- P.A. Veenstra
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan zekerheidstelling in verkeersboetezaak
In deze zaak is aan de vennootschap onder firma [betrokkene] een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het rijden 20 km per uur harder dan toegestaan op een weg buiten de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 4 september 2023, waarbij een bedrijfsauto betrokken was. De opgelegde boete bedroeg € 218,00, inclusief administratiekosten. De gemachtigde van [betrokkene] heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna is er beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 14 oktober 2025, waar de gemachtigde en een woordvoerder aanwezig waren, werd de zaak behandeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen zekerheid was gesteld voor de boete, wat vereist is volgens de Wahv. De gemachtigde had expliciet aangegeven geen beroep te doen op betalingsonmacht, wat een uitzondering zou zijn op de verplichting om zekerheid te stellen. De kantonrechter oordeelde dat de wet nageleefd moest worden en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, omdat er geen draagkrachtverweer was gevoerd. De uitspraak werd onmiddellijk na de zitting gedaan.