ECLI:NL:RBNNE:2025:4540

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
11380202 BU VERZ 24-2257
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan machtiging en uittreksel handelsregister

In deze zaak is aan de rechtspersoon [betrokkene] B.V. een verkeersboete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het parkeren van een voertuig op een verboden plek. De boete, die € 119,00 bedraagt, is opgelegd voor een overtreding die plaatsvond op 28 november 2023. De pretense gemachtigde, mr. N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De kantonrechter heeft het beroep behandeld op 19 augustus 2025, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de pretense gemachtigde enkel een inleidende beschikking als machtiging heeft overgelegd, wat onvoldoende is. Aangezien de boete is opgelegd aan een rechtspersoon, is het noodzakelijk dat er een uittreksel uit het handelsregister wordt overgelegd om aan te tonen wie bevoegd is om namens de rechtspersoon op te treden. De griffie heeft de pretense gemachtigde de kans gegeven om dit verzuim te herstellen, maar de gevraagde informatie is niet overgelegd en de gemachtigde is niet ter zitting verschenen.

Hierdoor heeft de kantonrechter besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 2 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 262811347
zaaknummer: 11380202 BU VERZ 24-2257

uitspraak van de kantonrechter van 2 september 2025

[betrokkene] B.V. (de betrokkene),

gevestigd in [vestigingsplaats] ,
de pretense gemachtigde: N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))’, verricht op 28 november 2023, om 21:20 uur, aan de Kruitgracht te Groningen, gemeente Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten
1.1.
De pretense gemachtigde heeft namens betrokkene tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft de pretense gemachtigde namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 19 augustus 2025 op de zitting behandeld. Aanwezig was de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. P.A. Veenstra.

Beoordeling door de kantonrechter

Overwegingen
Ontvankelijkheid beroep bij de kantonrechter – machtiging
2. De kantonrechter stelt vast dat de verkeersboete is opgelegd aan [betrokkene] B.V. als kentekenhouder van de personenauto waarmee de verweten gedraging is begaan. Het beroep is ingediend door mr. N.G.A. Voorbach namens Verkeersboete.nl.
2.1
Uit het dossier blijkt dat de pretense gemachtigde enkel de inleidende beschikking als machtiging heeft overgelegd. De kantonrechter is van oordeel dat dit onvoldoende is. In dit geval is de boete opgelegd aan een rechtspersoon. Een rechtspersoon kan alleen via haar vertegenwoordiger(s) rechtshandelingen verrichten. Dit brengt mee dat de rechter die op een beroep moet beslissen kan verlangen dat een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel wordt overgelegd, waaruit blijkt wie bevoegd is namens de rechtspersoon rechtshandelingen te verrichten.
2.2
Op 31 oktober 2024 is daarom bij brief door de griffie van deze rechtbank de mogelijkheid aan de pretense gemachtigde geboden om het geconstateerde verzuim te herstellen, door een schriftelijke machtiging toe te sturen waaruit blijkt op welke zaak deze machtiging betrekking heeft, en ook een uittreksel uit het Handelsregister waaruit blijkt wie als (uiteindelijk) bevoegd bestuurder gerechtigd is beroep in te stellen. De pretense gemachtigde is in de brief van 31 oktober 2024 gewezen op de mogelijke consequentie van het niet tijdig herstellen van de genoemde verzuimen, namelijk dat de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.
2.3
De kantonrechter constateert dat de pretense gemachtigde de gevraagde informatie niet heeft overgelegd en daarnaast ook niet ter zitting is verschenen. Vorenstaande brengt met zich mee dat geen inhoudelijke beoordeling van het beroep zal plaatsvinden en dat de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk zal verklaren. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, kantonrechter, in aanwezigheid van R. de Hoop, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 september 2025.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.